Jean-Claude Milner, Le sage trompeur, Libres raisonnements sur Spinoza et les Juifs, Court traité de lecture I, Paris, 2013, 123 p. Milners essay, gepubliceerd in februari 2013, ligt reeds meer dan een jaar op mijn leestafel. In Frankrijk joeg het boekje afgelopen jaar heel wat stof op. Hoog tijd om het nu te bespreken. Ook al omdat zopas een wat lijviger boek van de pers rolde waarin Milner (°1941) van antwoord wordt gediend door Ivan Segré, een Talmudist. Daarover later meer (1). Baruch d’ Espinoza was van joodse komaf. Het is dus niet meer dan normaal dat joodse mensen, al of niet lid van het bent der filosofen, een mening hebben over Baruch de Jood. Zeker over een casus-jood als Spinoza. Milner, linguist, filosoof en essayist, kondigt zijn essay aan als libres raisonnements. Die worden minutieus en logisch ten beste gegeven. De titel van het essay maakt de positie van Milner meteen duidelijk. Spinoza is een Wijze met ‘bedrieglijke’ bedoelingen… In zijn essay draagt de auteur zijn argumenten aan. Milners boodschap is alvast niet van aard Spinozistische wierookzwaaiers vrolijk te stemmen. Maar niemand hoeft het met de auteur eens te zijn. Anti-joods manifest Waar gaat het om? De tekst die op Milners lever ligt (en die van vele andere joodse mensen) is een paragraaf uit het Theologisch-politiek traktaat (TTP), in 1670 naamloos door Spinoza gepubliceerd. Het betreft het einde van §12 van het derde hoofdstuk van de TTP. Dat hoofdstuk draagt als titel: Over de roeping van de Joden en of de gave van de profetie typisch is voor Joden. De paragraaf begint met de woorden Quare hodie Judaei (Daarom (kunnen) de joden vandaag). Milner laat quare (dus) wegvallen. Die woorden verwijzen naar Spinoza’s vorige paragraaf. Milner maakt zo van §12 een autonome tekst. Naar zijn interpretatie wordt de tekst een anti-joods manifest... In de inleiding van het essay wijst de auteur op het groot belang ervan. Milner bestempelt Spinoza’s tekst als het charter van de verlichte joden sedert de 19de eeuw, hoewel die in joodse kringen ook felle tegenstanders kende en kent. Fijntjes voegt Milner eraan toe: ‘Le texte m’a toujours paru moins limpide qu’on ne dit (…)’. Dat klinkt Spinoza-analysten niet onbekend in de oren. Verborgen boodschap Milners centrale these is, dat Quare hodie judaei door Spinoza met opzet is gecrypteerd en dus een verborgen boodschap bevat die gericht is tegen zijn volksgenoten. Milners méthode de lecture zal die aan de oppervlakte brengen. Iets over die methode? Milner leest Daarom (kunnen) de joden vandaag op grond van een bijzondere leesmethode. Vandaar de ondertitel van zijn essay Essay de lecture 1. Milner, ontevreden over de platte leesmethode die wij gewend zijn te gebruiken, heeft dus duidelijk plannen om ons nog staaltjes te geven van zijn manier van lezen. Wat die vermag, illustreert hij in dit essay. Hij baseert zijn leeswijze op lectuurregels van politiek filosoof Leo Strauss (1899-1973) (2). Die stellen o.a. dat een auteur die fouten maakt die een schooljongen niet maken zou, bedoelingen heeft. Aan de wakkere lezer om die te achterhalen. Hoeksteen van zijn argumentatie is zijn interpretatie van het devies van Spinoza’s zegel: dat hij une dévise trop claire noemt… Het Caute op het briefzegel van Spinoza is, beweert hij, een brachylogie, d.w.z. een zinspeling op een spreuk die ingekort werd, en die geëduceerde lezers in de 17de eeuw makkelijk herkenden. Die spreuk is volgens Milner: si non caste, tamen caute: als je niet kuis bent, hou dan je bek! Een christelijk devies dat al bekend was in de 11de eeuw en gebruikt werd in de context van priesters die het moeilijk hadden met hun testosteron. Milner geeft caste, niet de eerste en meest voor de hand liggende betekenis (kuis), maar vertaalt caste als indecent, in de betekenis van: in strijd met de gangbare, oirbare, meningen. Waarom Milner dat doet en vooral waarom hij caute precies met die bepaalde spreuk verbindt, verklapt hij niet. Via deze onnodige en betwistbare omweg sluit Milner zich aan bij de meest gangbare interpretatie van het zegel-Caute. Parafraserend gesteld luidt die: wees voorzichtig, pas op je tellen als je dingen zegt en schrijft die tegendraads zijn en de goegemeente schofferen! Uitgommen Spinoza beweert in de tekst Quare hodie judaei dat de joden hun voortbestaan danken aan de haat die zij zich doorheen de eeuwen op de hals haalden. Die jodenhaat verdwijnt als ze de gebruiken en gewoonten van hun omgeving accepteren en overnemen. Spinoza ondersteunt dan die these met ervaringsvoorbeelden. Daar wringt het schoentje: Milner meent dat zijn voorbeelden en redeneerwijze rammelen… In de tekst Daarom (kunnen) de joden vandaag staan flagrante onwaarheden. O.a. over het lot van de joden in Spanje in de 15de-16de eeuw. Spinoza wist in deze Spaanse kwestie al te goed hoe de vork aan de steel zat, maar dist de lezer toch een onjuiste voorstelling van de feiten op. Spinoza misleidt de lezer dus met opzet om zijn stelling kracht bij te zetten. Milners leesmetode stoot dan door tot de verborgen boodschap: haat moet uit de wereld verdwijnen door het uitgommen van de naam Jood. Niet op gewelddadige wijze, welteverstaan, maar zonder dat er één druppel bloed vloeit! Dat kan door ze te verplichten tot renegatie, het opgeven van hun voorvaderlijke religie, én dan tot bekering. Dat ze Christen worden of Moslim! Spinoza gaf in deze al een voorzet: het Theologisch-politiek traktaat is Spinoza’s hoogstpersoonlijke seculiere renegatie... Sterke koffie, de lectuurresultaten van Milner! En als hij het bij het rechte eind heeft: waar blijft dan de geclicheerde tolerantie en zachtmoedigheid van Spinoza? Waar blijft de grondstelling van het Theologisch-politiek traktaat, dat stelt dat vrijheid van denken en religie verenigbaar zijn met en noodzakelijk zijn voor het belang en het voortbestaan van de staat…? Milner weet als linguïst en filosoof natuurlijk hoe hij teksten moet aanpakken. Zijn essay is uiteraard complexer en rijker aan ideeën dan uit deze blog blijkt. In hoeverre zijn argumentatie overtuigt, is zaak van elke lezer. Als slot een conclusie van Catherine Kintzler, een Franse blogster die Le sage trompeur besprak: ‘(…) si Spinoza en sort grandi comme écrivain, il n’en va pas de même pour l’icône philosophique, le révéré théoricien de la liberté politique devant lequel des générations de professeurs de philosophie on cru bon de faire génuflexion. Gageons que parmi eux certains, plus nombreux qu’ on ne pense, sauront gré à Milner, d’ôter quelques boulons décisifs à la statue.’ (3). In Frankrijk is alle stof over dit essay nog niet neergedwarreld. ___ (1) Ivan Segré, Le manteau de Spinoza,Pour une éthique hors la Loi, Paris, 2014, 265 p. (2) Leo Strauss, Le Testament de Spinoza, Paris, 2004. Een collectie artikels over la judéité. Strauss stelt dat het TTP met een nieuwe lectuurmethode moet gelezen worden. (3) Mezetulle, Blog-revue de Catherine Kintzler (www.mezetulle.net, en dan verder naar de bespreking van Le sage trompeur van Milner, blog van 22 mei 2013.) Michiel Wielema, Spinoza in het Derde Rijk, Tijdschrift voor Geschiedenis, vol.127, NO1, 2014, blz. 41-61. De heer L. Coenen, Liers stadsarchivaris, attendeerde mij op een Spinoza-artikel in het Tijdschrift voor Geschiedenis : Spinoza in het Derde Rijk. (1) Het artikel is van de hand van Michiel Wielema, filosoof en wetenschappelijk vertaler. ‘Hoe dachten de nazi’s over Spinoza, een van de grootste joodse denkers?‘ vraagt de auteur zich af. In dit erg interessante artikel worden ter illustratie enkele Duitse Völkische auteurs en enkele vakfilosofen besproken die in het tijdsgewricht 1880-1940 antisemitische interpretaties van Spinoza’s filosofie publiceerden. Boekverbranding De nazi-receptie van Spinoza kan beschouwd worden als een negatief intermezzo in de gunstige ontvangst die Spinoza ten deel viel voor de 20ste eeuw en na de Tweede Wereldoorlog. In het Derde Rijk was joodse filosofie ongewenst: ook Spinoza ’s geschriften werden door de nazi’s verbrand. Twee auteurs die de revue passeren : Eugen Dühring (1833-1921), een naam die misschien nog een zwak belletje doet rinkelen omdat Friedrich Engels over hem een anti-boek schreef (2) en Houston Stewart Chamberlain (1855-1927), die zich nota bene opwerkte tot schoonzoon van Richard Wagner, zijn belangrijkste prestatie. Wielema citeert uit Chamberlains Immanuel Kant (3). Waarom hij dat doet zal hieronder duidelijk worden. Beide auteurs, algemeen beschouwd als proto-nazi’s, spanden zich in om de filosofie van de jood Spinoza los te weken uit de historische context van de Duitse filosofie en hem te brandmerken als niet origineel. Nazi-vakfilosofen als Hans Grunsky en Max Wundt deden hetzelfde maar dan in het kader van de Jüdenforschung, een door de nazi’s uitgevonden ‘wetenschappelijke’ discipline. Ook partij-ideoloog Alfred Rosenberg laat zich niet in deze niet onbetuigd. Leentjebuur In het Theologisch-politiek traktaat (TTP) oefende Spinoza scherpe kritiek uit op het judaïsme. Hij verwierp de uitverkiezing van het joodse volk en bestempelde het judaïsme als een politieke godsdienst die tot doel had de joodse staat in te richten en te ordenen. Die kritiek was de nazi’s uiteraard niet ontgaan, want het was koren op hun molen. Helaas, voor hen, kwam die van een jood. Via een tussenstation kon de kritiek toch netjes ingepast worden in de anti-joodse propaganda: de nazi's verwezen gewoon naar… Kant (1724-1804), die Spinoza’s zienswijze had overgenomen via filosoof Mozes Mendelssohn (1729-1786), die op zijn beurt leentjebuur speelde bij Spinoza… ‘De opvattingen van Spinoza en Kant over het politiek karakter van het jodendom zijn frappant gelijkluidend’, stelt Wielema. Filosoof-zwetser De auteur besluit zijn artikel met de vermelding dat in een recente publicatie beweerd wordt, dat Hitlers filosofische speculaties mogelijk ook door Spinoza zijn beïnvloed. Daarvoor zou Dietrich Eckart, mentor van Hitler, verantwoordelijk tekenen... (4). Tot slot: nu wil toch zeker het toeval, pardon, de eeuwige natuurwet, dat in mijn bibliotheek al vele decennia lang de tweede editie van Chamberlains ‘Kant’ staat te verstoffen. Ooit op een blauwe maandag kocht ik die antiquarisch, verleid door de naam van Kant in de titel. Van Houston Stewart Chamberlain had ik toen nog nooit gehoord. Het boek van deze filosoof-zwetser, is nauwelijks het openen waard en mijn exemplaar is niet meer dan een curiosum, omdat de eerste eigenaar het in 1916 kocht in Koningsberg, geboorteplek van Immanuel de Grote. _____ (1) Michiel Wielema, Spinoza in het Derde Rijk, Tijdschrift voor Geschiedenis, vol.127, NO1, 2014, blz. 41-61. (2) Friedrich Engels, Anti-Dühring, in het tijdschrift Vorwärts, 1877. Boekeditie, Leizig, 1878. (3) Houston Stewart Chamberlain, Immanuel Kant. Die Persönlichkeit als Einführung in das Werk, München, 1905. (4) Friedrich Tomberg, Das Christentum in Hitlers Weltanschauung, Munchen, 2012, blz. 160. Door Wielema vermeld in noot 96. Jan Knol, Spinoza’s 259 stellingen, Eigen beheer, 2014. Het is altijd een vreugde een Spinozaboek te presenteren waarover men enthousiast kan zijn. Het recentste boek van Jan Knol, Spinoza’s 259 stellingen, is er zo een, een boek dat velen (beginners en gevorderden) zullen plaatsen in de categorie ‘wat jammer dat we dát niet eerder hadden’. Voor Nederlandstalige Spinoza lezers is Jan Knol geen onbekende. Deze theoloog en filosoof (1946-2016) publiceerde eerder bij de Wereldbibliotheek, benevens een hertaling met commentaar van Spinoza’s Korte verhandeling, een succesvolle Spinoza-triptiek die elke Spinoza liefhebber in zijn bibliotheek moet hebben. Als dat nog niet het geval is, kan dat worden goed gemaakt: de (niet dure) publicaties zijn nog steeds in de boekhandel beschikbaar:
Helder en concreet Spinoza ’s denken was erop gericht voor zichzelf en vooral ook voor zoveel mogelijk medemensen een leer te ontwikkelen om duurzaam geluk te verwerven. Het overgrote deel van de boeken en artikels die over deze filosoof verschijnen (zeker de academische) dragen weinig of niets bij om Spinoza dichter bij de mensen te brengen. Ze sneeuwen Bento onder, erger nog, verhullen opzet en de kern van zijn ideeëngoed. Jan Knol is een van die zeldzame auteurs, die met evenveel gezag als eenvoud Spinoza tot bij de ‘gewone lezer’ wil brengen. Zijn cursusboek en de bovenvermelde triptiek kaderen in dit opzet. De auteur verstaat de kunst om zijn onderwerpen op heldere en concrete wijze uiteen te zetten. Dat doet hij bovendien in een franjeloze, voortreffelijke stijl. Knols betoog wordt steeds met passende voorbeelden uit het dagelijkse leven geïllustreerd, en volgt zo het voorbeeld van de meester. Spinoza’s 259 stellingen bevat alle stellingen van de Ethica. De inventarisatie van die stellingen brengt het stellingenraamwerk van elk deel van de Ethica duidelijk op het voorplan. De auteur voorziet ook elke stelling van een korte toelichting, resultaat van persoonlijke reflectie. Zelf-filosoferen Ik vind dit cursusboek erg bijzonder. En wel om twee redenen. Vooreerst. Het is een directe toegangspoort tot de Ethica. Elke belangstellende leek kan via dit boek zonder omwegen en vooral zonder verbale dikdoenerij kennis maken met de denkwereld van Spinoza. Dat is geen klein cadeau voor een filosoof die de reputatie heeft niet makkelijk te zijn en voor de modale lezer al te weerbarstig blijkt. Vervolgens is dit stellingenoverzicht ook een uitnodiging tot zelf-filosoferen: de lectuur van Knols commentaar voert de lezer automatisch terug naar de stelling, ter toetsing of ter overweging. De voorbeelden uit het dagelijks leven die zijn commentaar concreet maken, zetten de lezer aan tot mediteren en dus tot filosoferen. En dat is toch de kern van de zaak! Kortom het is dus ook een écht filosofieboek. Zeldzaam zijn ze en niet genoeg geprezen. Spinoza’s 259 stellingen is daarom een onmisbaar gebruiksboek, dat men graag bij de hand zal willen hebben. Jabik Veenbaas, De Verlichting als kraamkamer, Amsterdam, (Nieuw Amsterdam, uitgevers), vierde druk 2014. (Fnacprijs € 19,95) (ISBN 9789046810170) Maart 2014. Veenbaas is zopas voor de vierde maal opgelegd. Verdiend overigens. Tijd dus om het boek hier kort voor te stellen. De titel van het boek is ontleend aan het afsluitend hoofdstuk. Daarin wordt samengevat wat impliciet en expliciet in heel het boek verweven zit. We lezen daar dat de Verlichting, voor de oplettende toeschouwer, nog steeds tastbaar aanwezig is in onze cultuur. En dat de Eeuw van de Rede in belangrijke mate ook een eeuw was die de Ratio in vraag stelde en bovendien ook een tijd van vertwijfeling. Wie aan de hand van Veenbaas door de kraamkamer van de Verlichting wandelt, zal op boeiende wijze kennis maken met een vijftiental denkers uit de 17de–18de eeuw, geplaatst en geduid in de historische context. Er liggen veertien heren en één vrouw (Mary Wollstonecraft) in het kraambed...! Het godsbewijs van de atheïst De kraamkamerwandeling zet en passant aan tot het bijstellen van enkele historische clichés en wapent de lezer tegen de Spinozavisie van Jonathan Israël, auteur van vuistdikke encyclopedische werken die Spinoza bestempelen als een voorloper van de Verlichting en hem een haast mythische rol toebedelen. Jabik behandelt Israël (terecht meen ik) met skepsis. Het boek van Veenbaas is op een dubbele wijze erg nuttig. Vooreerst is het voor lezers die de materie niet kennen een uitstekende introductie in de Verlichting. Ook wie met de stof meer of min vertrouwd is, leest met plezier Veenbaas, die een vlotte, vertellende pen hanteert en zal er stof vinden tot denken en mogelijk ook nieuwe inzichten. Het boek is bovendien ook voor Spinozalezers niet te versmaden. Hoofdstuk 3 is volledig aan Spinoza gewijd. Het draagt de uitdagende titel: Het godsbewijs van de atheïst. De lezer maakt verder kennis met Balthasar Bekker (1643-1698), tijdgenoot van Spinoza, bestrijder van bijgeloof en heksenwaan en leest ook over Pierre Bayle en zijn dictionnaire, die de beeldvorming over Spinoza in de 18de eeuw en ook nog lang nadien diepgaand heeft beïnvloed. In de hoofdstukken gewijd aan de Lamettrie en Condillac maakt de lezer kennis met systeembestormers die Spinoza onderuit halen of dat menen te doen…. Jabik Veenbaas presteert het boeiende lectuur af te leveren, betrouwbaar naar de feiten, inspirerend en niet verlegen om een mening. Aanbevolen! Romain Rolland, L'Eclair de Spinoza, Aldo Manutius, Pagine d'Arte, 2012, 48 p. (ISBN 9788896529126) In Parijs huist in de Rue de Montmorency op nummer 40 een kleine uitgeverij met de beloftevolle naam Editions Manutius. Die doet de 15de-eeuwse Venetiaanse drukker Aldo Manuzio eer aan door de uitgave van enkele reeksen, die kleine, verzorgde boekjes bevatten, die de titel dragen Le philosophe en Lieux d’ Utopies. In die reeksen worden niet al te omvangrijke teksten gepubliceerd van filosofen uit heden en verleden. Zopas werd in laatst genoemde reeks een nieuw deeltje gepubliceerd met twee teksten van Romain Rolland, Prix Nobel, 1915. De langere tekst gaat over Empédocle, de kortere tekst (14 blz.) draagt als titel L’Eclair de Spinoza. De Spinozatekst is een deel van een essay dat in 1926 in een Bengaalse vertaling verscheen in een Aziatisch tijdschrift en sedertdien nog nauwelijks te vinden was (1). Roger Dadoun, ooit verbonden aan de Université Paris VII en reeksleider van Lieux d’ Utopies, voorzag het boekje ook van een inleiding. Rolland begint zijn verhaal met de mededeling dat hij twee parallelle levens leidde. Dat van de actuele persoon die hij was en 'celle de l’Etre sans visage, sans nom, sans lieu, sans siècle qui est la substance même et le soufle de toute vie'. Vrijwel altijd overwoekert het eerste leven het tweede. Maar zo af en toe krijgt het tweede leven wat zuurstof. Die wordt opgewekt door een éclair. Die wekt dan het 'Gezichtloos Zijn' tot leven. De inleider vermeldt dat Rolland een drietal éclairs beschrijft. De tweede éclair werd hem toegeslingerd door le juif cartésien. Bouquineur Rolland leidde een grijze en eentonige jeugd. Dat zal veranderen wanneer hij in het College Louis le Grand (wat een school!) een extra jaartje studeert om zijn toegangsexamen tot de Ecole Normale voor te bereiden. In de filosofielessen wordt zijn hoofd gek gezeurd met les fantasmagores des Présocratiques. Maar: le chemin naturel de l’ésprit voert hem naar interessantere oorden. Rolland is een bouquineur. Hij vindt een editie van Oeuvres de Spinoza, traduites par Emile Saisset, Charpentier, 1872, 3 vol. Rolland haast zich eraan toe te voegen dat hij geen kritiekloze Benoot-zeloot is: van diens strict rationalisme lust hij geen pap en bovendien vindt hij in Spinoza vele paralogismen. Niettemin, stelt hij: 'il me reste sacré, à l’ égal des Livres Saints pour un qui croit en eux'. Mystiek randje Op een late winternamiddag leest Rolland de eerste definities van de Ethica en zie… er geschiedt warempel een Spinoziaans mirakel: le soleil Blanc de la Substance beschijnt zijn tweede toegedekte leven. Een hoogst individueel moment van zelfherkenning met een mystiek randje: on se lit a travers les livres, zegt Rolland. Zoals gezegd: niet Spinoza de rationalist spreekt hem aan wel Spinoza de realist. Enkele citaten moeten dit te weinig belicht aspect van de filosoof illustreren. In 1926 al stelt hij: 'Q’il est étrange que cet aspect de la grande figure soit recouvert, jusqu’à devenir invisible, par le lourd verbalisme intellectuel des philosophes de profession!' Deze korte tekst is gesteld in hoogdravend en bijwijlen bombastisch Frans dat niet meer van deze tijd is. Als u het mij vraagt: een nogal slappe tekst met als belangrijkste verdienste dat in 1926 Bengaalse lezers enkele flarden Spinoza op hun bord kregen. Wat er ook van weze: Romain Rolland kan worden toegevoegd aan het lijstje van mensen, die touche hadden met Spinoza. ____ (1) De tekst is een deel van een hoofdstuk uit Le voyage Intérieur, Rollands herinneringen. Oliver Byrne, The first six books of the Elements of Euclid, Taschen 2014 (ISBN 9783836559386) Even in gedachten naar de Falkland Islands, een partij rotsen in de Zuidelijke Atlantische Oceaan. Brits bezit om maritieme, strategische en naar verluidt nu ook om economische redenen. De Falkland Eilanden zijn al lang een steen des aanstoots (excusez le mot) tussen Argentinië en GB. De Falkland War (1982) van Margareth Thatcher ligt nog niet zolang achter ons en zopas gaven de Argentijnen een postzegel uit met een afbeelding van de Falklands (die zij Islas Malvinas noemen), om hun territoriale claims kracht bij te zetten. Niet bepaald een oorlogszuchtige daad, hoewel, … Die story wordt dus vast vervolgd. Naar de Falklands dus, media 19de eeuw. Toen en nu een uithoek van de wereld en een gat van jewelste. Hoe daar ca. 1840 je tijd te doden? Je kop breken over wiskunde bijvoorbeeld. Dat deed ene Oliver Byrne, surveyor of her majesty’s settlements in the Falkland islands and author of numerous mathematical works. Zo danken we aan hem een hoogst merkwaardig boek: The First six books of The Elements of Euclid in which coloured diagrams and symbols are used instead of letters for the greather ease of the learners. Dat boek zag in 1847 het licht in Londen. De Elementen De Elementen, het meetkundeboek van de Euclides van Alexandrië (ca. 300 v.C.), is een van de meest succesvolle boeken ooit. In onze beschavingskring is er geen ontkomen aan: alle scholieren, gewapend met meetlat, graadboog en passer maken er al in de lagere school kennis mee. Delen van de eerste zes boeken van dat geometrisch meesterwerk zijn reeds eeuwen obligate leerstof op school. Zopas gaf de Keulse uitgeverij Taschen (kunstliefhebbers kennen Taschen) Byrne’s boek opnieuw uit in een fotografische reproductie van de originele editie, voorzien van een interessant essay van de hand van Werner Oechlin (°1944), o.a. kunsthistoricus en filosoof, die in Zürich een academische leeropdracht had. Een feest voor het oog Byrne gaf een volstrekt unieke interpretatie aan dat aloude meesterwerk. De ondertitel van het boek geeft het al aan. Het was Byrne’s bedoeling meetkundescholieren een helpend handje aan te reiken. Dat deed hij door Euclides (wat bleekjes geworden na al die eeuwen) letterlijk én figuurlijk wat kleur bij te zetten. Symbolen gaf hij een kleurencode. Stellingen werden vervolgens op ‘kleur gezet’, zodat Euclides’ stellingen gevisualiseerd werden. Dat hield hij vol, zes boeken lang! Het resultaat is verbluffend en een feest voor het oog. Wie de kleurensymboliek onder de knie heeft, kan makkelijk en snel de Euclidiaanse meetkundestellingen in zich opnemen, eerst via de ogen dan via het verstand. Dat wiskunde, inzonderheid wiskundige redeneringen, een esthetische dimensie hebben en dus esthetisch genot kunnen opwekken, is reeds lang bekend. Mathematicus Bertrand Russell wijdde er tal van bladzijden aan. Byrne heeft in 1847 door zijn aanpak op een onverwachte wijze een ander aspect van de esthetica van de wiskunde blootgelegd. Het boek van Oliver Byrne is naast een wiskundeboek dus ook een kunstwerk. Bij de eerste aanblik reeds denkt de alerte lezer onmiddellijk aan Piet Mondriaan. Wie naar Mondriaan (1872-1944) kijkt met het boek van Byrne in gedachten kijkt nooit meer op dezelfde wijze naar deze geniale modernist. Meanwhile, from the Falklands back to the ranch: Spinozalezers kunnen via dit boek op prettige wijze kennis maken met Euclides, wat kan bijdragen tot verhelderende en wellicht ook relativerende gedachten over Spinoza's more geometrico demonstrata van de Ethica. Robert Misrahi, La joie d’amour, pour une érotique du bonheur, Autrement, Paris, 2014, 251 p., €15 (ISBN : 2746736306) Robert Misrah (°1926), een flinke baas van 88, publiceerde zonet een nieuw boek. Het werd geschreven op instigatie van Michel Onfray, die een aanvulling wenste bij Misrahi’s eerder verschenen autobiografie La Nacre et le Rocher (2012). Het werd geen aanvulling over het belang van vrouwen in het leven van Misrahi, wel een essay over la joie d’amour, de vreugden die met liefde kunnen verbonden zijn. Een filosofie van de erotiek Misrahi doceerde dertig jaar aan de Sorbonne. Zijn filosofisch werkterrein was en blijft vrijheid en geluk. Dat verklaart meteen waarom Misrahi veel publiceerde over Spinoza, o.a. een Spinoza, une philosophie de la joie (2011). Onfray verzorgde de inleiding van het boek en noemt hem een Spinozistisch filosoof en ‘de beste exegeet van Spinoza, want hij verheldert in zijn boeken wat zich op ingewikkelde wijze presenteert in het werk van de Hollandse denker’ (blz. 5). Onfray vat de krachtlijnen van Misrahi’s filosofie samen als volgt: voor alles is de mens vrijheid; zijn wezen is verlangen; hij richt zich op bonheur et joie ( door Misrahi le Préferable genoemd). Eudaimonisme is de waarheid van de filosofische wijsheid. Filosofie is geen pure theorie, maar een uitnodiging om een filosofisch leven te leiden. De blijheid (la joie) van Spinoza is niet gebonden aan actualiteit, ‘elle est d’actualité pour toujours’. Conversion is een bewust en in alle vrijheid genomen wilsbesluit die een banaal leven omvormt in een filosofisch leven. Die ideeën vormen de basis waarop ‘filosofie van de erotiek’ worden ontwikkeld (blz. 7). Schijnoplossingen Kort iets over de inhoud, op gevaar af geen recht te doen aan de vlot leesbare en rijke gedachtegang van de filosoof. Vooreerst: érotique dient volgens Mirahi te worden verstaan als een ‘filosofie van de liefde’. Het woord heeft dus niets gemeen met de gangbare betekenis. In het hoofdstuk L’ Obstacle ordinaire et les relations désastreuses worden storingen in de liefdesrelatie onder de loep genomen. Echter niet op de wijze van les psys. (Oef!). Vooraleer zijn eigen oplossingen te beschrijven, bespreekt Misrahi onwerkzame remedies met voorbeelden die geput worden uit de literaire wereld. Oplossingen dus (libertinage en fausse transparence) die niet werken, omdat ze behoren tot het rijk van de verbeelding: de samenlevingsafspraken van het koppel Sartre-Beauvoir, Victor Hugo en zijn expansieve libido. In Belles tentatives bespreekt de auteur schijnoplossingen voor relatieproblemen: Vita Sachville-West en haar kring is er een illustratie van. Conversion Wanneer een liefdesrelatie verpietert of dreigt teloor te gaan, dan is volgens Misrahi een rationele analyse aan de orde. Die kan basis zijn voor een conversion, die dan het vertrekpunt is van een wederopbouw van de liefdesrelatie. In volle vrijheid komen probleempartners tot die conversion, die de weg vrijmaakt naar een levenskeuze die de relatie kan verbeteren of herstellen. De goede keuze geschiedt altijd in de richting van wat Misrahi le Préferable noemt: een keuze voor geluk en liefdesvreugde. Misrahi bedrijft in dit boek praktische filosofie, die, in het levensdomein dat hij analyseert, wil bijdragen tot het verbeteren van de kwaliteit van het leven. Hij zet zodoende een eeuwenoude traditie voort en doet op passende wijze recht aan zijn vak, de ethica. Misrahi is een denker, die aantoont hoe het werk van Spinoza voortleeft in de Franse filosofie van vandaag. Aanbevolen lectuur. Balthasar Thomass, Etre heureux avec Spinoza, Eyrolles, Onzième tirage 2012, Paris, 178 pages. (ISBN 9782212541458) Onze SKL-vergaderingen zijn een forum waar ook leeservaringen worden uitgewisseld. Zo kwam ik dit boeiende boekje op het spoor. Inmiddels aan de elfde druk toe, en het einde is wellicht nog niet in zicht. Het werd gepubliceerd in een reeks die de uitgever Vivre en philosophie doopte. De gebruiksaanwijzing van de uitgever stelt: ‘Ce livre est un livre de philosophie pas comme les autres. (…) Nous (…) allons nous intéresser à ce que qu’on peut tirer d’une grande philosophie pour changer notre vie (…).’ Jawel, dan zit je bij Spinoza gebeiteld. Als geen ander is hij een denker die je leven wel degelijk kan veranderen… Zelfreflectie Het boek is van de hand van een geaggregeerde in de filosofie die de kunst verstaat om in heldere taal voor een groot publiek over Spinoza te schrijven. Hij schotelt de lezer de affectenleer van Spinoza voor, stof die in delen III, IV en V van zijn Ethica aan bod komt. Werken aan passies kan een mens alvast op weg helpen om een stap te zetten in de richting van de titel. Het boekje is opgebouwd in vier delen:
Een voorbeeld van een Question vitale uit deel 2, onderdeel Le mythe du libre arbitre: 'Souvenez-vous de périodes, plus ou moins longues, d'indécision, voire d' impuissance? Comment vous en êtes-vous sortis? Grace à une décision subite, suivie d' un effort considérable de la volonté, ou est-ce que les choses se sont résolues d' une autre manière?' Een voorbeeld van een Philo-action uit deel 3, onderdeel L'amour intellectuel de Dieu: 'Essayez de vous attacher à des aspects durables et nécessaires de l'existence, à des choses dont personne ne pourrait vous priver. Ces affections vous rendent-elles moins sensibles à vos déboires affectifs?' Thomass schreef met Etre heureux avec Spinoza een erg leesbare en praktische handleiding om te sleutelen aan zichzelf. Meer dan warm aanbevolen. Jean-Pascal Collegia, Spinoza, la matrice, L’ Harmattan, Paris 2012, 116 p. (ISBN 9782296997936) Dit boek werd gepubliceerd in de reeks Ouverture Philosophique. De uitgever karakteriseert deze reeks als volgt: ‘(…) On n’ y confondra donc pas la philosophie avec une discipline académique; elle (la collection, n.b.) est réputée être le fait de tous ceux qu’ habite la passion de penser, qu’ ils soient professeurs de philosophie, specialistes des sciences humaines, sociales ou naturelles, ou … polisseurs de verres de lunettes astronomiques.’ Op het achterplat wordt de auteur geïntroduceerd als vader van 3 kinderen, ZEP-leraar, avonturier en schrijver. Dit zijn voor Spinoza nogal onduidelijke adelbrieven, maar als de eerste verdienste begrepen wordt als een teken van de puissance van zijn conatus, dan is de stap naar Spinoza meteen gezet… Alle gekheid op een stokje: wat een boeiende Spinozatekst! In een materie die bulkt van gortdroge academische lectuur, op zich al een zeldzame kwaliteit. De auteur gebruikt rake beelden om zijn betoog te concretiseren en volgt daarmee de goede raad van de Meester om bij het denken zo dicht mogelijk bij het leven te blijven. Dat maakt het boek dus erg leesbaar en, wat mezelf betrof, tot een pageturner, al moet je hier en daar goed bij de les blijven. En, ook al niet onbelangrijk: in een tijd van al te dikke boeken, is een tekst van 116 pagina’s een ware weldaad. Eigenzinnig Wat krijg je te lezen? Le Dieu de Spinoza; Bien et mal pour tous versus bon et mauvais pour moi; Entrer dans le detail; Comment connaît-on? Dans les entrailles des essences-puissances; Questions ouvertes à Spinoza. In dit laatste hoofdstukje geeft Collegia zijn mening over Le sexe - la vie en couple, l’ Inconscient, l’ Humanisme en l’ Ecole, bekeken door een lens van Spinoza. Collegia, overtuigd Spinozist, ordent op eigenzinnige wijze de filosofische stof. Wie zijn betoog volgt en hier en daar een passus herneemt, krijgt een verhelderende uitleg over het systeem en zijn interne samenhang. En cours de route worden begrippen als substantie, attribuut, modus, adequate en inadequate ideeën en nog veel meer op scherp gezet, en, als het verder over onszelf gaat, wordt duidelijke taal gesproken over de versterking van de menselijke puissance, over de wil, de menselijke vrijheid, de ziel en de dood. Derde attribuut? Wel moet worden gezegd: de matrix van de titel is in de brij van de tekst niet erg duidelijk te onderscheiden. Wie het boek uitleest, heeft de matrix wel doorgenomen, maar een helder beeld blijft er niet van hangen. Een slotsynthese ware welkom geweest. Collegia laat het niet bij een louter reproductieve uitleg van de leer, maar denkt die ook verder. Dat is pas filosoferen: zijn denken stopt niet bij analyse, explicatie en tekstcitaten. Vanuit de derde kenwijze doet de auteur een gooi naar een derde attribuut van de substantie (en mogelijk nog andere…). Hij onderbouwt zijn persoonlijke visie met gedachten van Spinoza die zijn betoog kunnen ondersteunen. Enerzijds beantwoordt Spinoza, la matrice behoorlijk aan de bedoeling van de reeks en mag dus terecht een ouverture philosophique worden genoemd. Anderzijds maakt de auteur het programma van zijn titel waar en biedt hij menig lezer nouveaux éclairages sur le bonheur, la liberté, la hiérarchie, l’éternité, la mort, la morale, Dieu, le chaos, l’inconscient, le sexe, l’humanisme, l’ecole.’ Henry Méchoulan, Le droit et le sacré chez Spinoza, Berg International, Paris 2013, 53 p. (9782917191835) Nederlandstalige lezers kennen deze auteur via de vertaling van de schitterende synthese die hij schreef over Amsterdam ten tijde van Spinoza (Amsterdam au temps de Spinoza, Paris 1990). Méchoulan was verbonden als onderzoeker aan het CNRS in Parijs en o.a. gespecialiseerd in de joodse filosofie ten tijde van Spinoza. Iemand die dus weet waarover hij spreekt als hij het over deze materie heeft. Spinoza wordt beschouwd als een van de grondleggers van de bijbelkritiek. Daarvoor wordt hij terecht geloofd. Maar…’(… ) nul ne doit se laisser abuser par l’ enthousiasme des thuriféraires qui ne distinguent entre le savant critique et le polémiste, ne reculant devant aucun moyen pour mener son combat’ (p.12). In dit kleine essay breekt Méchoulan enkele potten. Wie verder leest kan genieten van de wijze waarop hij Spinoza de mantel uitveegt. Flauw argument Spinoza, aldus de auteur, schuwt geen middelen om zijn radicale (maar uiterst actuele) visie op te timmeren, dat het geloof van het publieke forum moet worden geweerd. Om dat filosofisch te onderbouwen, ondermijnt Spinoza in zijn TTP het sacrale karakter van het Oude Testament. Merkwaardig genoeg spaart hij (met een flauw argument) het Christelijke Nieuwe Testament. Dit werd ook al in 1896 onder de aandacht gebracht door K. O. Meinsma in diens Spinoza en zijn kring. Voor zijn sloop schuwt Spinoza geen kromme argumenten en is hij ook niet vies van tekstmanipulatie. De lezer krijgt er voorbeelden van op zijn bord. Méchoulan beschuldigt daarom de filosoof ronduit van anti-judaïsme. Maar dat gebeurde en gebeurt overigens wel meer… Tot slot de kers op de taart: Méchoulan argumenteert dat Spinoza’s staatsvisie maar slapjes relateert met democratie en, bedenkelijk toch, de deur openzet voor totalitarisme… Dat zullen we dan geweten hebben. Aanbevolen lectuur, ook en vooral voor Spinoza-aanbidders. |
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |