1 Myn voornemen is hier de kunste om wel te leven te beschryven. Die is een wel gheschickte kennisse (macht hebbende door ghewoonte) om de gheleerde dueghde te volbrenghen; wie deze kunst heeft, die heeft het ware middel om dueghdelyck te leven. Dueghdelyck leven is wel ende zaligh leven. Maar zaligh leeft hy die stadigh is in een ghenoechlycke luste. |
Levensleer bij de Oude Grieken In de Hellenistische tijd (ca. 300 v.C. – 1ste eeuw v.C.) bloeien filosofische scholen die een bijzondere nadruk leggen op zedenleer, begrepen als levenskunst. We vermelden Cynisme (Diogenes), Epicurisme (Epicuros), Scepticisme (Pyrho), Stoïcisme (Zeno van Citium). De levensleer van deze filosofieën hebben alvast deze kenmerken gemeen: 1 ze reiken mensen een receptuur (pharmakon) aan om hen geestelijk en lichamelijk gezond te maken; 2 ze zien gemoedsrust, het vrij zijn van emoties (ataraxia) als hun ideaal; 3 ze benadrukken alle het belang van persoonlijke meditatie (askesis) en van het beleven van hun filosofie in het dagelijks leven (6). |
Sed omnia praeclara tam difficilia quam rara sunt.
Alles wat de moeite loont is even moeilijk als zeldzaam.