… smaad en zo meer, met liefde of edelmoedigheid te vergelden.
Hij zegt daarnaast, voor zover het dit laatste betreft, dat uit de bepalingen die hij van liefde en verstand gegeven heeft, degenen die de haat door liefde trachten te overwinnen met vrolijkheid en veiligheid strijden, dat zij op die wijze makkelijk vele mensen als één enkele kunnen weerstaan en al naar het geval daartoe zeer weinig nodig hebben; en ten slotte dat degenen die zij voor zich winnen, blij vertrekken, niet uit gebrek, maar door vermeerdering van krachten. Voorts spreekt hij over het onderscheid tussen een mens die alleen door hartstocht en waan geleid wordt, en een ander die zich door de rede laat leiden. Hij zegt dat de eerste, of hij dat nu wil of niet, datgene doet waar hij het minst van afweet; maar dat de laatste aan niemand dan zichzelf onderworpen is en alleen die dingen doet, waarvan hij weet dat ze het belangrijkste zijn in het leven en die hij daarom het meest begeert. Daarom noemt hij de eerste een slaaf, de laatste vrij. Verder toont hij van zulke vrije mensen andere dingen aan: dat hun deugd even groot is in het mijden van gevaren als in het overwinnen ervan; dat zij alleen maar dankbaar voor elkaar zijn; dat zij nooit bedrog plegen, maar getrouw handelen. dat ze meer vrij zijn in een Staat, waarin men … |