Volvebam igitur animo, an forte esset possibile ad novum institutum aut saltem ad ipsius certitudinem pervenire, licet ordo et commune vitae meae institutum non mutaretur, quod saepe frustra tentavi. Nam, quae plerumque in vita occurrunt et apud homines, ut ex eorum operibus colligere licet, tamquam summum bonum aestimantur, ad haec tria rediguntur, divitias scilicet, honorem atque libidinem. His tribus adeo distrahitur mens, ut minime possit de alio aliquo bono cogitare. |
Ik overwoog dus in mijn binnenste of het misschien mogelijk zou zijn om tot een nieuwe levenswijze te komen of om er tenminste zekerheid over te bekomen zonder dat de orde en de algemene gang van mijn levenswijze zou veranderen, wat ik vaak vergeefs heb geprobeerd. Want de dingen die in het leven het meest gebeuren en die door de mensen, zoals uit hun daden blijkt, beschouwd worden als het hoogste goed, kunnen tot drie worden herleid: namelijk rijkdom, eer en zingenot. Door die drie wordt de geest zodanig afgeleid dat hij allerminst in staat is aan enig ander goed te denken. |