Filosofen die bestudeerd worden, los van de biografie en de historische context waarin ze leefden, kunnen niet voor het volle pond worden begrepen. Dat wordt vaak vergeten en ook wel eens geminimaliseerd. Spinoza-vrienden, vooral zij die zich bezig houden met de ware Spinoza, die in merg en nieren vooral ethicus was, weten hoezeer het nagelaten oeuvre gerelateerd is aan zijn leven en dat hij, wellicht met vallen en opstaan, dat leven geleefd en gemodelleerd heeft op zijn wijsheidsleer. Wie onze filosoof dus met enige diepgang wil leren kennen, vergete niet zich te verdiepen in zijn biografie en zich bovendien ook in te lezen in de geschiedenis en de cultuur van de Gouden Eeuw van de Republiek. En vooral ook in de mentaliteit van de mensen van toen. Sedert de jaren 30 van vorige eeuw weten historici hoe belangrijk dat is voor de kennis van een tijdvak. Het was de Franse historicus Lucien Febvre (1878–1956) die via het tijdschrift les Annales (vanaf 1929) de geschiedeniswetenschap vernieuwde en l’histoire des mentalités als discipline lanceerde. Een schitterende algemene inleiding om de cultuur en de mentaliteit van de zeventiende-eeuwse mensen beter te leren kennen, is de klassieke studie van de Franse Académicien Paul Hazard, La crise de la conscience Européenne (1680-1715), die ook in het Nederlands kan worden gelezen. Deze studie, die het midden houdt tussen intellectuele en mentaliteitsgeschiedenis, beschrijft de zielscrisis die de 17de-eeuwers doormaakten en die aan de basis ligt van een nieuw wereld- en mensbeeld, waartoe ook Spinoza een fundamentele bijdrage leverde.
Eerste editie van 1935 (ex libris W.S.)
In hoofdstuk 1 van het vierde deel (Une époque sans poésie), dat ik net herlas, stoot ik op Pierre Bayle, een vulkanisch prozaschrijver. Hazard: ‘Est-il une prose (...) plus véhémente que celle de Bayle? Ce dialecticien, ce logicien, cet homme qui n’aimait que criminations et discriminations, comme dit Leibniz, n’est jamais froid. Il s’indigne, il se met en colère; ses pages brulent encore du feu qui les anima. Quand les mots du langage courant ne lui suffisent pas, il en crée d’autres; sa phrase serre et enlace les idées jusqu’à leur faire exprimer tout leur contenu. Personne ne lui ressemble; et vous reconnaîtriez aussitôt son style, même s’il n’était pas signé.’ (blz. 351, eerste editie)
Paul Hazard illustreert hier met fraaie woorden de bekende uitspraak van Buffon (de 18de-eeuwse Franse naturalist): ’le style est l’homme’. Wie Bayle leest, zal merken dat Hazard de nagel op de kop tikt. Maar Spinoza-adepten waarderen Bayle allereerst voor zijn uitvoerig Dictionaire-artikel over Spinoza, tweetalig te lezen op deze site. Bayle behoort inderdaad tot de ‘vroege biografen’ van Spinoza, maar de filosoof van Rotterdam bleef zijn hele leven op gespannen voet met de leer van de filosoof van Amsterdam.
Pierre Bayle, kopie van portret van L.F. Elle
Ik weet dat dixseptièmistes beweren dat Bayle’s Dictionaire historique et critique een uitstekende bron is om de 17de eeuw te leren kennen. Er is geen reden om daaraan te twijfelen, maar wie die wetenschap wil opvissen uit Bayle’s letteroceaan van meer dan 3000 dichtbedrukte bladzijden moet diep duiken. Voor mij is helaas niet meer weggelegd dan wat genietend spelevaren aan de oppervlakte van dat wijde water.
Bayle’s lemma’s zijn meestal namen van geleerde heren (soms ook wel eens een dame) uit lang vervlogen tijden of uit de 17de eeuw, helden uit de Bijbel of de Grieks-romeinse mythologie of soms ook een plaatsnaam. Het lemma is de toegangspoort van het labyrint. Wie zich binnen waagt, moet Bayle’s tekstwegwijzers nauwgezet in de gaten houden om zijn ongedurige en nieuwgierige geest in de ‘juiste orde en aaneenschakeling’ te volgen. In de regel bestaat een bladzijde uit een lemmatekst, gezet in grote letter, en daaronder, in kleine letter, soms zeer uitvoerige lemmanoten. Naast hoofdtekst en commentaar staan in de marge links en rechts alweer noten, gezet in een nog kleiner corps.
In beide tekstblokken staan vaak nog vingerwijzertjes (
) die de lezer op weg zetten naar
aanvullende teksten. Zo laveren lezers door Bayle’s tekstzeeën, vallen soms van de ene verbazing in de andere en leren bij gelegenheid ook wel een en ander bij over de 17de eeuw. Een grondige studie over Bayle’s visie op zijn tijd en tijdgenoten, opgedolven uit zijn Dictionaire historique et critique (en uit zijn brieven en andere geschriften), zou mentaliteitsgeschiedenis opleveren uit de eerste hand en Bayle-bewonderaars en Spinoza-lezers erg welkom zijn. Hier ligt werk op de plank voor proefschriftschrijvers of voor naarstige academische eggheads, mochten ze bereid zijn tot monnikenwerk en er niet tegen opzien om er misschien wel een oogkwaal aan over te houden... Willy Schuermans 22.03.23
Het lemma ‘Spinoza’ in het derde deel van de ‘Dictionaire’, editie van 1720 (ex libris W.S.)