Roger Scruton, I Drink, Therefore I am. A Philosopher’s Guide to Wine, London, 2009. (ISBN 9781441170675) Roger Scruton, Brits vakfilosoof met ‘een positie’ in het conservatieve kamp, publiceert geregeld artikels en boeken die menigeen de gordijnen injagen. In 2009 verscheen I drink Therefore I am. A Philosopher’s guide to Wine. Om de koper over de streep te trekken wordt op de achterflap van dit boek zijn academische appellation nog wat kleur bijgezet: wijngids Scruton is Resident Scholar at the American Enterprise Institute, Washington and Senior Research Fellow at Blackfriars Hall, Oxford. Een goede tongue twister, maar bepaald geen referentie, vrees ik, om ergens als sommelier aan de bak te komen… Maar dat was natuurlijk Scrutons bedoeling niet. De eerste zin van zijn boek geeft meteen aan waarover het gaat: ‘This book is not a guide to drinking wine, but a guide to thinking it.’ Het denken beneveld Ik kan de lectuur van Scrutons wijnboek stellig aanraden! Ik belicht het hier alleen en uitsluitend omdat Spinoza er driemaal in vermeld wordt. Spinozalezers kennen Scruton misschien door zijn nogal populair Spinozaboekje (1). Het betrof een deel in een reeks boekjes over filosofen. De collectie werd door sommige Vlaamse kranten voor een prikje aan hun lezers aangeboden. Scruton doet in zijn Spinozaboekje in kort bestek leven en leer van de filosoof uit de doeken. Dat deed hij, naar mijn oordeel, kritisch en dus verdienstelijk. Hier en daar was hij voor mij wat moeilijker te volgen. Mogelijk, zo blijkt nu, is de oorzaak bij de auteur te zoeken, zoals verder aannemelijk gemaakt wordt... Als slot van zijn wijngefilosofeer laat Roger een aantal denkers de revue passeren om die op een of andere wijze met Dyonies in verband te brengen. En, jawel hoor: op blz. 182 is ook Spinoza voor de derde maal van de partij. Scruton weet de lezer daar te melden, dat de laatste keer dat hij begreep wat Spinoza bedoelde met het begrip attribuut, dat gebeurde bij het nuttigen van een glas Mercurey, Les Nauges, 1999. Hij wilde zijn alcoholisch gegenereerde illuminatie optekenen, maar helaas… Een tweede glas Mercurey had de inzichten al uit zijn benevelde kop weggespoeld. Botermelkdrinkers en teetotallers zal dit natuurlijk niet overkomen. Voor alle anderen toch een tip. Wie met een of ander Spinozabegrip worstelt en het Scruton-experiment (met één glas dan) wil imiteren, hij wete dat Scrutons Mercurey een 10 jaar oude rode Bourgondiër was, uit de wat mindere Côte Chalonnaise, gelegen vlak onder de betere Côte de Beaune. Bescheiden Roger voegt er niet aan toe dat het een Premier Cru betrof. De proef op de som Ik heb het er al op gewaagd! Bij gebrek aan Mercurey in mijn wijnkast heb ik die noodgedwongen vervangen door een evenwaardige Santenay, Premier Cru van 2008 (zie foto). De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat bij het ledigen van het eerste glas Spinoza voor mij gewoonweg niet meer bestond… de Scruton-truc werkte niet! Er zat dus niets anders op dan mijn teleurstelling grondig te verdrinken. Dat werkte wél. Wie meer succes boekte mag het mij melden, in ruil voor een goede fles Bourgogne… Op blz. 110 vermeldt Scruton Spinoza een eerste keer. Dat doet hij in verband met de Arabische filosoof Avicenna (11de eeuw), die Spinoza wellicht inspireerde inzake diens Substantiebegrip. De tweede keer, op blz. 150, knoopt Scruton Spinoza nog maar eens vast aan Goethe. De Olympiër noemde Spinoza ooit a God-intoxicated man. Maar Fellow Roger meent dat die omschrijving beter past bij Mohammed en suggereert dan een en ander dat, vrees ik, moslims niet zo leuk zullen vinden, touchy als ze zijn als hun Koran en hun Profeet aan de orde gesteld worden. Resident of Fellow, toch een vermakelijke vent die Scruton! ______ (1) Roger Scruton, Spinoza, London, 1986. Nederlandse vertaling bij Lemniscaat, Amsterdam, 2000. Heruitgegeven als deel 7 van de reeks 'Kopstukken Filosofie' door De Morgen (2005). Arthur Schopenhauer, Senilia, Gedanken im alter, München, 2010 (ISBN 9783406596452) In 2010 gaf Franco Volpi, Italiaans Schopenhauervertaler en -kenner, bijgestaan door Ernst Ziegler, voor het eerst volledig het allerlaatste geschrift uit van ouwe knar Arthur Schopenhauer. Het is een manuscript van meer dan 200 bladzijden, waarvan 150 erg dicht op elkaar gepend, zwaar gecorrigeerd en dus moeilijk te ontcijferen. Wellicht een van de redenen waarom het zo laattijdig volledig werd uitgegeven. Het handschrift heeft volgend incipit: ‘Dieses Buch heisst Senilia, angefangen zu Frankfurth a.M. im April 1852’. Een goeie zes jaar later gaf knorpot Arthur zijn pessimistische geest, hoewel : in zijn ouwe dag keek hij met een mildere blik naar het leven. Tweemaal Spinoza In dat manuscript wordt Spinoza die, als bekend, in het werk van Schopenhauer ruim zijn plek en aandeel heeft, nog tweemaal vernoemd. Een keer, passim, zonder veel belang en een tweede keer wat uitvoeriger. Voor wie er belang in stelt en die tweede wat langere tekst nog niet eerder onder ogen kreeg, hieronder de originele Duitse tekst (1) met mijn vertaling. Spelling en interpunctie van de Duitse versie bleven, zoals Arthur dat wenste op straffe van vervloeking, behouden.
Schopenhauer, bleef ook als ouwe knar trouw aan zijn opvattingen en ook aan dit Spinozistisch geloofspunt. Hij was niet seniel toen hij deze tekst in zijn Senilia opnam. _____ (1) Arthur Schopenhauer, Senilia, Gedanken im alter, München, 2010, blz. 204. Miriam van Reijen, Spinoza in bedrijf, van passie tot actie, Amsterdam, 2013, uitgeverij Klement/Pelckmans, €16. (ISBN 9789086870936) Voor een Spinoza-publicatie van Miriam rep ik me graag naar de boekhandel. Dat komt omdat ik zo enthousiast was over De geest is gewillig, maar het vlees is sterk, een boek van haar dat eerder verscheen bij dezelfde uitgevers. Kennelijk delen velen mijn enthousiasme, want intussen werd het een succesboek dat niet zolang geleden voor de vijfde maal herdrukt werd. Spinoza in bedrijf kocht ik al in november j.l. op de boekenbeurs in Antwerpen. Ik schonk het boek meteen aan een goede vriendin die in Spinoza haar weg zoekt. Want het boek is daartoe uitermate geschikt, omdat de auteur, naar ze zelf schrijft, laagdrempeligheid nastreeft. Ik kocht zopas met plezier een ander exemplaar. Wijze koopman Van Reijen publiceert en geeft lezingen over Spinoza. Ze doet dat deskundig en met gedrevenheid. Ze is uit het goede hout gesneden om haar publiek over Spinoza wat bij te brengen: ze hanteert daartoe een even efficiënte als boeiende pedagogische visie. Ze opent namelijk de poort naar diens filosofie via de meer toegankelijke deur van de affectenleer. Drie van de vijf delen van de Ethica hebben er trouwens mee te maken, zodat de keuze om via die toegangsdeur op Spinoza toe te stappen verantwoord is. Haar lectuur van het werk is er bovendien op gericht om het nut en de praktische waarde van Spinoza’s filosofie op te spitten. Het betoog wordt waar nodig onderbouwd en geïllustreerd met voorbeelden uit het dagelijks leven. Het boek is in feite een bloemlezing van Spinoza-teksten, voorzien van een ruime inleiding. Het bestaat daarom uit twee delen. In het eerste, inleidende deel (50 blz.), maakt de lezer kennis met de essentialia: de biografische feiten, ‘weinig feiten, veel fictie’ en met een röntgen van de hoofdlijnen van Spinoza’s filosofie aan de hand van diens werken, afgerond met ‘vier kenmerken’ van zijn leer. Na een beschouwing over Spinoza: een wijze koopman, komt de auteur tot de kern van haar betoog: het belang van Spinoza’s leer in het huidig economisch denken en bestel. Meteen ook het meest originele deel van de inleiding. De schenkende mens De auteur betoogt dat de moderne economische theorieën, die ook de actuele sociologische wetenschap onderbouwen, wat kunnen leren van Spinoza. Met name het overstijgen van het nog steeds gehanteerde mensbeeld van de ’economische mens’ (homo economicus), zij het dan aangevuld met het mensbeeld van de ‘schenkende mens’ (homo donans). Hoe dat kan en met welk gewin wordt uitgelegd. Spinoza in bedrijf gooit verder ook een anker uit naar mensen die in het bedrijfsleven op zoek zijn om hun human resources optimaal te gebruiken en het leiderschap van de manager beter en ook effectiever te doortimmeren. Van Reijen heeft in deze materie ervaring: ze richtte zich in het verleden al tot deze doelgroep als participante in een seminar-cyclus voor managers. In het tweede deel van het boek selecteerde van Reijen teksten van Spinoza. Die werden door de auteur gekozen op basis van haar ‘eigen lezing en interpretatie van Spinoza, de invloed van zijn denken op de praktijk van het alledaagse leven, zowel voor ons als individu als in allerlei samenwerkingsverbanden, de staat incluis.’ De geselecteerde teksten worden gegroepeerd onder de volgende kopjes:
Spinoza in bedrijf is een uitstekende introductie om op even boeiende als laagdrempelige wijze kennis te maken met de filosofie van Spinoza. Ook De geest is gewillig, maar het vlees is sterk is en blijft een aanrader. Ivan Segré, Le manteau de Spinoza, Pour une éthique hors la Loi, Paris, 2014, 261 p., La Fabrique, editions. (ISBN: 9782358720564) Segré (°1973), geboren Parijzenaar, nu verblijvend in Jeruzalem, is een filosoof die al heel wat bijeen schreef over de ‘joodse kwestie’ en deze problematiek bekijkt vanuit onversneden marxistisch perspectief. Dat geldt ook voor Le manteau de Spinoza, een antwoord op het essay Le Sage trompeur van Milner. Uit de bibliografie van Segré blijkt dat Le manteau de Spinoza ook kadert in zijn vorige geschriften over la question juive. De titel van Segré’s recentste publicatie verwijst naar een van die vele fantasistische Spinoza-verhaaltjes die zijn magere biografische gegevens moeten opleuken: ooit werd er door een of andere intolerante jood een aanslag gepleegd op Spinoza. Het mes maakte alleen een gat in de mantel van de filosoof… die in lengte van eeuwen en tot in onze tijd steeds weer door joden belaagd wordt. Jean-Claude Milner (zie blog infra) is een van de velen joden (én anderen) die Spinoza beschouwen als een verrader van de joodse zaak. Niet alle joden denken er evenwel zo over. Ook Segré niet. Hij voelt zich geroepen om de conclusies te onderzoeken, die Milner deduceert, na een wel zeer bijzondere lectuuroefening van § 12 van hoofdstuk 3 van de TTP. Expliciete betekenis Het eerste deel van Segre’s boek titelt: La philosophie, l’élection et la haine. Spinoza et les théoriciens bourgeois. In de Proloog die eraan voorafgaat, schept Ivan klare wijn: als er over le nom juif gesproken wordt, kunnen twee kampen worden onderscheiden: les théoriciens bourgeois en les théoriciens ouvrier, deux écoles non seulement antagoniques mais antinomiques (blz.15) .Wie in dit verhaal de bourgeois is, laat zich raden. Segré leest dus in het eerste deel van zijn boek de tekst Quare hodie Judaei, die door Milner verzelfstandigd werd en als een anti-joods manifest gebrandmerkt. Segré gebruikt een meer voor de hand liggende lectuurmethode dan die van Milner: eerst wil hij de expliciete betekenis van de tekst begrijpen, dan een gooi doen naar de intrinsieke betekenis ervan om ten slotte na te gaan of de interpretatie van de verborgen betekenis niet in tegenspraak is met de expliciete betekenis van de gelezen tekst. Klassieke exegese. Precies dat wat Milner naar de schroothoop verwijst. Het resultaat verrast niet: de verregaande conclusies van Milner worden met Segré’s leesbril op de neus niet teruggevonden en dus afgewezen. In de eindconclusie van het eerste deel loopt Segré merkbaar rood aan en stelt onomwonden: ‘L’exégèse de Milner, parce qu’elle est au service de la classe dominante, est violente.’ (blz. 98). Neergebliksemd In het tweede deel van het boek, La Bible de Spinoza, houdt Segré een pleidooi voor de mogelijkheid van een ethiek hors la Loi. Een belofte die de ondertitel van het boek in petto hield. Dat pleidooi dient ook begrepen te worden als een verdediging van Spinoza, die zo vermetel was een ethiek buiten het Boek der Boeken te construeren en ook daarvoor door heel wat geloofsgetrouwe joden neergebliksemd werd. Een ethiek die rationeel wordt opgebouwd en niet steunt op de Mozaïsche wet is dus geen verraad aan de joodse zaak. Dit deel is het omvangrijkste deel van het boek. Het is even saai als moeilijk leesbaar. Segré, de talmoedist, geraakt hier flink op dreef en dist de lezer een intertextuele brij op met ingrediënten uit talmoed, bijbel en natuurlijk ook Spinoza. Le manteau de Spinoza is alleen interessant voor zijn eerste deel, op voorwaarde dat het samen gelezen wordt met het essay van Milner. Doet men dat niet, dan dreigt de lezer in dorre tekst van Segré het spoor bijster te raken. Het tweede deel lezen is tijdverlies voor wie meer wil te weten komen over de basisfilosofie van Spinoza. Het is voer voor vakfilosofen die er ongetwijfeld weer een mandvol voetnoten aan zullen overhouden. Jean-Claude Milner, Le sage trompeur, Libres raisonnements sur Spinoza et les Juifs, Court traité de lecture I, Paris, 2013, 123 p. Milners essay, gepubliceerd in februari 2013, ligt reeds meer dan een jaar op mijn leestafel. In Frankrijk joeg het boekje afgelopen jaar heel wat stof op. Hoog tijd om het nu te bespreken. Ook al omdat zopas een wat lijviger boek van de pers rolde waarin Milner (°1941) van antwoord wordt gediend door Ivan Segré, een Talmudist. Daarover later meer (1). Baruch d’ Espinoza was van joodse komaf. Het is dus niet meer dan normaal dat joodse mensen, al of niet lid van het bent der filosofen, een mening hebben over Baruch de Jood. Zeker over een casus-jood als Spinoza. Milner, linguist, filosoof en essayist, kondigt zijn essay aan als libres raisonnements. Die worden minutieus en logisch ten beste gegeven. De titel van het essay maakt de positie van Milner meteen duidelijk. Spinoza is een Wijze met ‘bedrieglijke’ bedoelingen… In zijn essay draagt de auteur zijn argumenten aan. Milners boodschap is alvast niet van aard Spinozistische wierookzwaaiers vrolijk te stemmen. Maar niemand hoeft het met de auteur eens te zijn. Anti-joods manifest Waar gaat het om? De tekst die op Milners lever ligt (en die van vele andere joodse mensen) is een paragraaf uit het Theologisch-politiek traktaat (TTP), in 1670 naamloos door Spinoza gepubliceerd. Het betreft het einde van §12 van het derde hoofdstuk van de TTP. Dat hoofdstuk draagt als titel: Over de roeping van de Joden en of de gave van de profetie typisch is voor Joden. De paragraaf begint met de woorden Quare hodie Judaei (Daarom (kunnen) de joden vandaag). Milner laat quare (dus) wegvallen. Die woorden verwijzen naar Spinoza’s vorige paragraaf. Milner maakt zo van §12 een autonome tekst. Naar zijn interpretatie wordt de tekst een anti-joods manifest... In de inleiding van het essay wijst de auteur op het groot belang ervan. Milner bestempelt Spinoza’s tekst als het charter van de verlichte joden sedert de 19de eeuw, hoewel die in joodse kringen ook felle tegenstanders kende en kent. Fijntjes voegt Milner eraan toe: ‘Le texte m’a toujours paru moins limpide qu’on ne dit (…)’. Dat klinkt Spinoza-analysten niet onbekend in de oren. Verborgen boodschap Milners centrale these is, dat Quare hodie judaei door Spinoza met opzet is gecrypteerd en dus een verborgen boodschap bevat die gericht is tegen zijn volksgenoten. Milners méthode de lecture zal die aan de oppervlakte brengen. Iets over die methode? Milner leest Daarom (kunnen) de joden vandaag op grond van een bijzondere leesmethode. Vandaar de ondertitel van zijn essay Essay de lecture 1. Milner, ontevreden over de platte leesmethode die wij gewend zijn te gebruiken, heeft dus duidelijk plannen om ons nog staaltjes te geven van zijn manier van lezen. Wat die vermag, illustreert hij in dit essay. Hij baseert zijn leeswijze op lectuurregels van politiek filosoof Leo Strauss (1899-1973) (2). Die stellen o.a. dat een auteur die fouten maakt die een schooljongen niet maken zou, bedoelingen heeft. Aan de wakkere lezer om die te achterhalen. Hoeksteen van zijn argumentatie is zijn interpretatie van het devies van Spinoza’s zegel: dat hij une dévise trop claire noemt… Het Caute op het briefzegel van Spinoza is, beweert hij, een brachylogie, d.w.z. een zinspeling op een spreuk die ingekort werd, en die geëduceerde lezers in de 17de eeuw makkelijk herkenden. Die spreuk is volgens Milner: si non caste, tamen caute: als je niet kuis bent, hou dan je bek! Een christelijk devies dat al bekend was in de 11de eeuw en gebruikt werd in de context van priesters die het moeilijk hadden met hun testosteron. Milner geeft caste, niet de eerste en meest voor de hand liggende betekenis (kuis), maar vertaalt caste als indecent, in de betekenis van: in strijd met de gangbare, oirbare, meningen. Waarom Milner dat doet en vooral waarom hij caute precies met die bepaalde spreuk verbindt, verklapt hij niet. Via deze onnodige en betwistbare omweg sluit Milner zich aan bij de meest gangbare interpretatie van het zegel-Caute. Parafraserend gesteld luidt die: wees voorzichtig, pas op je tellen als je dingen zegt en schrijft die tegendraads zijn en de goegemeente schofferen! Uitgommen Spinoza beweert in de tekst Quare hodie judaei dat de joden hun voortbestaan danken aan de haat die zij zich doorheen de eeuwen op de hals haalden. Die jodenhaat verdwijnt als ze de gebruiken en gewoonten van hun omgeving accepteren en overnemen. Spinoza ondersteunt dan die these met ervaringsvoorbeelden. Daar wringt het schoentje: Milner meent dat zijn voorbeelden en redeneerwijze rammelen… In de tekst Daarom (kunnen) de joden vandaag staan flagrante onwaarheden. O.a. over het lot van de joden in Spanje in de 15de-16de eeuw. Spinoza wist in deze Spaanse kwestie al te goed hoe de vork aan de steel zat, maar dist de lezer toch een onjuiste voorstelling van de feiten op. Spinoza misleidt de lezer dus met opzet om zijn stelling kracht bij te zetten. Milners leesmetode stoot dan door tot de verborgen boodschap: haat moet uit de wereld verdwijnen door het uitgommen van de naam Jood. Niet op gewelddadige wijze, welteverstaan, maar zonder dat er één druppel bloed vloeit! Dat kan door ze te verplichten tot renegatie, het opgeven van hun voorvaderlijke religie, én dan tot bekering. Dat ze Christen worden of Moslim! Spinoza gaf in deze al een voorzet: het Theologisch-politiek traktaat is Spinoza’s hoogstpersoonlijke seculiere renegatie... Sterke koffie, de lectuurresultaten van Milner! En als hij het bij het rechte eind heeft: waar blijft dan de geclicheerde tolerantie en zachtmoedigheid van Spinoza? Waar blijft de grondstelling van het Theologisch-politiek traktaat, dat stelt dat vrijheid van denken en religie verenigbaar zijn met en noodzakelijk zijn voor het belang en het voortbestaan van de staat…? Milner weet als linguïst en filosoof natuurlijk hoe hij teksten moet aanpakken. Zijn essay is uiteraard complexer en rijker aan ideeën dan uit deze blog blijkt. In hoeverre zijn argumentatie overtuigt, is zaak van elke lezer. Als slot een conclusie van Catherine Kintzler, een Franse blogster die Le sage trompeur besprak: ‘(…) si Spinoza en sort grandi comme écrivain, il n’en va pas de même pour l’icône philosophique, le révéré théoricien de la liberté politique devant lequel des générations de professeurs de philosophie on cru bon de faire génuflexion. Gageons que parmi eux certains, plus nombreux qu’ on ne pense, sauront gré à Milner, d’ôter quelques boulons décisifs à la statue.’ (3). In Frankrijk is alle stof over dit essay nog niet neergedwarreld. ___ (1) Ivan Segré, Le manteau de Spinoza,Pour une éthique hors la Loi, Paris, 2014, 265 p. (2) Leo Strauss, Le Testament de Spinoza, Paris, 2004. Een collectie artikels over la judéité. Strauss stelt dat het TTP met een nieuwe lectuurmethode moet gelezen worden. (3) Mezetulle, Blog-revue de Catherine Kintzler (www.mezetulle.net, en dan verder naar de bespreking van Le sage trompeur van Milner, blog van 22 mei 2013.) |
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |