Jean-Francois Robredo, Suis-je libre? désir, nécessité et liberté chez Spinoza, Les Belles Lettres, blz., € 17,50. (ISBN 9782350880891) Robredo studeerde filosofie en is actief als ‘wetenschapsjournalist’. Met dit essay komt de auteur in mijn vaarwater. De Franse uitgeverij Les Belles Lettres spant zich in om mooie teksten ook te voorzien van een mooi kleedje. De Collection Encre Marine, waarin dit boekje thuishoort, getuigt ervan en we hebben er alle waardering voor. Suis-je libre? Hoe Spinoza deze vraag beantwoordt, daarover gaat het in dit essay. Het neemt de vorm aan van een dyptiek met elk vier hoofdstukjes. In deel I gaat het over de ‘La liberté individuelle’ (blz.19 -54), in deel II over ‘La liberté politique’ (blz. 55-92). Terecht, want deze vrijheidssferen zijn ook in Spinoza’s leer niet van elkaar los te koppelen. Rekenlat Het essay wordt voorafgegaan door een Avant-propos, een ‘Introduction’ en afgerond, evident, met een ‘Conclusion’. De lezer merkt meteen dat het essay met zorg geconstrueerd werd. Elk deel en elk hoofdstukje is ongeveer even lang (of even kort) uitgesponnen. Jean-François Robredo’s essay ‘Suis-je libre’ lijkt met de rekenlat geschreven. In zijn Avant-propos stelt Robredo zich volgende vragen: ‘Suis-je libre? N’est-ce pas la question la plus fondamentale que se pose l’être humain?’ (…) ‘C’est la question qu’il faut se poser tout au long de sa vie. Pour cette tâche difficile mais passionante, Spinoza est à mon sens indispensable.’ (blz. 9-10) In de inleiding lees ik: ‘L’ idee fondamentale de la philosophie de Spinoza est énoncée dans la troisième partie de l’ Ethique, définition 1 des affections; ‘le Désir est l’ essence même de l’homme.’ Deze idee staat, aldus de auteur, in het centrum van het denken van Spinoza en brengt eenheid in zijn filosofische thema’s. Deze definitie is meteen ook het vertrekpunt van het essay. Krijtlijntjes In ‘L’ illusion du libre arbitre’, eerste kapitteltje van het eerste deel van de tekst, zet Robredo op heldere en bevattelijke wijze uiteen hoe deze basisgedachte van Spinoza verband houdt met het determinisme dat de natuur (inclusief de mens) in zijn greep heeft. Dan laat hij de lezer kennis maken met Spinoza’s opvattingen over het ontstaan van de affecten en hoe die mensen in een soort slavernij dompelen. En hoe zit het dan met die vrijheid? Dat wordt allemaal netjes, binnen Spinoza’s krijtlijntjes, uiteengezet in de volgende hoofdstukjes. In ‘La connaissance adéquate’ legt de auteur uit wat de filosoof verstaat onder adequate kennis en waarom dat soort kennis nodig is om stappen te zetten naar een vorm van de persoonlijke vrijheid. Het derde hoofdstukje handelt over ‘La liberté de l’homme raisonnable’: weten waarom en hoe natuurwetten maken dat mensen door hun passies kunnen bepaald worden, heeft een emanciperende werking en kan persoonlijke vrijheid een stap dichterbij brengen. Het laatste hoofdstukje titelt ‘La sagesse’ . De Wijsheid zet de kroon op het werk van de ‘vrije mens à la Spinoza’. Niet weggelegd voor iedereen, helaas. Verdampen Het tweede deel van het essay handelt, als gezegd, over ‘La liberté politique’. Het eerste hoofdstuk gaat over ‘Etat de nature’, de ‘natuurtoestand’, die al of niet denkbeeldige oertoestand voor er van enige staatsordening sprake was. Hobbes, en in zijn spoor Spinoza, gebruiken dit concept in hun politieke filosofie. Robredo stelt overeenkomsten en verschillen vast. Hobbes hangt een somber en negatief beeld op van die natuurtoestand. Spinoza evalueert die toestand als positief en gebruikt hem als opstap om zijn politieke filosofie uit te werken. In het tweede hoofdstuk ‘Le passage à la société civile’ brengt de auteur de evolutie in de opvattingen van Spinoza op het voorplan: van de TTP, via de E, naar het TP is er inderdaad door Spinoza ook in deze materie een hele weg afgelegd. Ook hier wordt Thomas Hobbes naast Spinoza gelegd en staat de auteur even stil bij het verdampen van het ‘sociaal contract’ in het TP en de rol van de rede in de politieke filosofie van Spinoza. ‘La Raison n’est donc nullement nécessaire à la constitution de l’Etat. Tout se passe mécaniquement par le seul enchaînement causal, car il n’y a pas de différence radicale entre l’état de la nature et la société civile.’ (blz. 75) En verder: ‘Mais d’ autre part, et c’est le plus important, la société elle-même n’est plus obligée d’affirmer sa rationalité. Comme à l’état de nature, les hommes sont guidés par les passions et tout organisation politique doit considérer ce fait.’ (ididem). Leiden en lijden Het derde hoofdstuk handelt over ‘Liberté et autorité’. Geen staat kan bestaan zonder een gezagsstructuur die op krachtige wijze macht uitoefent. Dat gebeurt o.m. door wetten. Die moeten de passies van het individu in toom houden en de maatschappelijke krachten in evenwicht houden. Zo wordt de staat een duurzame organisatie.’ Le pouvoir de commander du souverain n’est en rien limité. Le but ultime est l’ obéissance et tous les moyens possibles pour l’obtenir sont légitimes (…): le seul critère est l’efficacité.’ (blz. 77). Staatsburgers die de rede volgen zullen inzien dat het niet anders kan: die rationele inzichten emanciperen hem richting ‘vrijheid’. Anders is het gesteld met mensen die de coërcitieve kracht van de staat alleen maar accepteren uit vrees en angst: die laten zich ‘lijden/ leiden’ door hun passies en zijn daardoor ‘onvrij’. Het vierde hoofdstuk ‘La fin de l’Etat’ buigt zich over de finaliteit van de staat zoals Spinoza die opvat. Het staatsgezag kan zich ontplooien in het kader van verschillende staatsvormen: theocratie, monarchie, aristocratie, democratie… Ze hebben dit gemeen: alle staatsvormen ontstaan door de wil om een autoriteit (de staat) te vormen en het aanvaarden door de burgers van de wetten van de heerser. Spinoza’s opvattingen over ‘democratie’ en de voordelen die hij in die staatsvorm ziet voor de vrijheid van de burger passeren, vanzelfsprekend, ook de revue. Het had met wat meer kritische zin gekund. Robredo rondt af: ‘L’origine de l’Etat c’est la recherche de la sécurité et de la paix. La fin de l’Etat c’est la liberté et la sagesse. Mais cela ne veut pas dire que la société soit une machine à produire des hommes libres et des sages. Elle permet seulement que ces types d’hommes soient possibles.’ (blz.91). Vrij door kennis Uit de ‘Conclusion’: ’ La puissance de l’ homme lui permet, par ignorance, de choisir la servitude plutôt que la liberté. Si la société permet la liberté et la sagesse, la prise de conscience de cette possibilité n’est realisée que si l’homme au niveau individuel s’est liberé par la connaissance. Mais Spinoza rapelle la difficulté de cette tâche’ (…).( blz.97). Dan volgt obligaat, de doodgeciteerde, niet erg aanmoedigende laatste zin van de Ethica over hoe moeilijk en zeldzaam het uitmuntende is. Robedro toont zich een rechtzinnige Spinoza-apostel. Af en toe werpt hij een kritische vraag op, maar alleen als hij meent dat hij die passend counteren kan. Spinoza’s leerstellige zwakheden en de gevaarlijke aanzetten in zijn politiek denken komen nauwelijks of niet in de kijker. Sommige lezers zullen de auteur op sommige punten ook niet altijd willen volgen in zijn interpretaties. Dat neemt niet weg dat ik dit mooie boekje warm kan aanbevelen. De auteur schrijft een helder en ongecompliceerd Frans en het essay leest lekker weg. En als gezegd: keurig naar vorm en inhoud. Het is zeer geschikt voor beginnende Spinozalezers, die zich willen verdiepen in de affectenleer in zijn fundamentele relatie tot de staatsleer. Jan Knol, Spinoza in 107 vragen & antwoorden, Amsterdam (Wereldbibliotheek), 2015, 128 blz. (ISBN 9789028426351 ) Vragen stellen is een kunst. Een belangrijke kunst bovendien want ze ligt aan de basis van kennis en wetenschap. Zo bekeken kunnen goede vragen over Spinoza bijdragen tot het beter leren kennen van zijn filosofie. Vijfde evangelie Jan Knol, (1946-2016) studeerde theologie en was predikant. Sedert Spinoza voor hem een soort Vijfde Evangelie werd, spant hij zich in om de filosoof voor een breed publiek toegankelijk te maken. Hij publiceerde daartoe eerder al enkele succesvolle primers over Spinoza. Dit boekje in klein formaat introduceert de gedachtewereld van Spinoza via 107 vragen. In de inleiding bestempelt de auteur zijn nieuwe publicatie als ‘een boekje om over een aantal fundamenten van ons bestaan na te denken, (…) een vademecum waar af en toe (…) een stukje uit gelezen kan worden’. Een Spinoza-breviertje, zeg maar. We lezen er verder, dat zij die wat schade opliepen in hun aloude en vertrouwde levensbeschouwing (dat geldt ook voor de auteur), hier stof tot nadenken vinden voor wat hij noemt een ‘soort habit of mind.’ Verder wijst Knol er ook op dat het getal 107 geen enkele arcane betekenis heeft. Spijtig voor getalfetisjisten. Brein en bril Op het achterplat wordt beweerd dat het de beste inleiding op de filosofie van Spinoza is. Of het de beste is durf ik niet meteen te beweren; vast is het wel de meest beknopte. Het is bovendien een zeer laagdrempelige inleiding tot Spinoza. In het Nederlands bestond er nog geen Spinozavraagbaak. Naar de vorm is het dus wel een origineel initiatief. De 107 vragen beantwoordt Knol in ca. 14 tot 25 lijnen. De lezer kan zich dus snel informeren over de basics van een of ander punt van Spinoza’s leer. Van vraag 1 tot 107 wandelt de lezer samen met Knol doorheen Spinoza’s filosofie. Dat doet hij met vlotte pen en op badinerende toon. Een citaatje hier, een verwijzingetje daar herinneren de lezer er af en toe aan, dat het boekje wel degelijk over Spinoza gaat. Het zal ook lang niet elke lezer duidelijk zijn wanneer Spinoza spreekt en wanneer Knol om de hoek komt kijken. Zijn verhaal - kan het anders? - is immers het verhaal van Spinoza bekeken door Knols brein en bril. Zijn voormalig predikantenberoep speelt hem af en toe een partje: toon en verhaal komen soms wel erg dicht in de buurt van het prekerige. Gekapt stro Een beknopte vraagbaak heeft, uiteraard, ook beperkingen. De beknoptheid dwingt de auteur wel eens om wat korter door de bocht te gaan dan wenselijk voor een goed begrip van zaken. De vraagvorm is bovendien een format dat neerkomt op gekapt stro. Combineer je dat met de suggestie van de auteur om intermitterend te lezen, dan worden de verbanden tussen de vragen er niet meteen duidelijker op. Het kan, tot slot, ook niet anders dan dat vragen en antwoorden elkaar soms overlappen zonder dat de beginnende Spinozalezer dit echt in de gaten heeft. Al met al las ik dit boekje toch met interesse. Wie van meditatief lezen houdt en het verstandig tot zich neemt, krijgt alvast Spinoza-in-brokken mee naar binnen. Het lijkt me niet onnuttig dat beginnende Spinozalezers die naar dit vraagbaakje grijpen, het gelijktijdig ter hand nemen met Knols ‘En je zult spinazie eten’ (Amsterdam, 2005, Wereldbibliotheek). Dat zal de lectuur vast meer samenhang en diepgang geven. |
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |