… namelijk Gods rede of Gods wijsheid, de Zaligmaker van de mensen is, en dat men zonder hem niet zalig kan worden; dat men om de zaligheid te verkrijgen, God en zijn Zoon moet kennen, liefhebben enz.) nog wonderen nodig hebben om van deze waarheid verzekerd te zijn? Zij vinden daarin immers meer zekerheid dan door alle wonderen die ooit geschied zijn, verkregen kon worden. De apostel heeft daarover wel terecht gezegd dat de joden (dat zijn diegenen die onder de wet zijn en de waarheid van de zaak niet begrijpen) wonderen verlangen (een vraag waarmee ze de Heer Christus meermaals hebben lastiggevallen). De apostel heeft daarom ook met veel overredingskracht getracht om diegenen die zich bij Christus hadden aangesloten, tot de volle zekerheid van het verstand te brengen, waarvan hij getuigenis heeft gegeven.
Al wat wij hier tot verdediging van de voortreffelijke schriften van onze schrijver hebben aangehaald, zal tot weerlegging en overtuiging kunnen dienen van diegenen die, ongetwijfeld uit grove onkunde en door hun driften meegesleept, niet nagelaten hebben in gedrukte boeken of op andere wijze, hem niet alleen te bekladden met de gruweldaad van de godloochening, maar ook, voor zover ze dat konden, de lezer te overtuigen dat hij deze godloochening leert en onderwijst, en dat zijn stellingen alle … |