Spinozakring Lier
  • Home
    • Spinozakenners van vroeger >
      • Harold Foster Hallett
    • Spinozakenners van nu
    • English contributions >
      • Spinozahuis Voorburg
  • Leven
    • Europa in de 17de eeuw
    • Amsterdam >
      • Jodenvervolging in Spanje en Portugal
      • De Latijnse school >
        • Frans van den Enden - Biografie
      • Spinoza's talenknobbel
      • Kruispunt van Oost en West
    • Baruch de outcast >
      • Tekst van de ban
      • Placaet van 1674
      • Placaet van 1678
    • Rijnsburg
    • 's Gravenhage
    • Spinoza's vrienden
    • De dood van Spinoza
    • Vroege biografen >
      • Jarig Jelles >
        • Voorreden Jarig Jelles
      • Jean-Maximilien Lucas >
        • Lucas' biografie van Spinoza
      • Johannes Colerus >
        • Colerus' biografie van Spinoza
      • Pierre Bayle >
        • Bayles biografie van Spinoza 1820
        • Bayles biografie vertaling 1697
  • Geschriften
    • TIE
    • KV >
      • KV I.1
      • KV I.2
    • PPCM
    • TTP >
      • TTP_350jaar
    • TP >
      • TP 01
      • TP 02
      • TP 03
      • TP 04
      • TP 05
      • TP 06
      • TP 07
      • TP 08
      • TP 09
      • TP 10
      • TP 11
      • Dubieuze passus in TP
    • E >
      • De korte Ethica >
        • Korte Ethica I
        • Korte Ethica II
        • Korte Ethica III
        • Korte Ethica IV
        • Korte Ethica V
      • Lezend in de Ethica - Overzicht >
        • God of materie?
        • Spinoza’s filosofie dient het leven
        • Ethica I, aanhangsel
      • Ethica handgeleid >
        • E_hgl_1
        • E_hgl_2
        • E_hgl_3
        • E_hgl_4
        • E_hgl_5
        • E_hgl_leestips
        • E_hgl_Passieleer
    • EP >
      • 1 korte verhandeling over God etc
      • 2 nieuwe brief-autograaf
      • 3 Vaticaans manuscript Ethica
    • NS - Voorreeden >
      • NS_VR01
      • NS_VR02
      • NS_VR03
      • NS_VR04
      • NS_VR05
      • NS_VR06
      • NS_VR07
      • NS_VR08
      • NS_VR09
      • NS_VR10
      • NS_VR11
      • NS_VR12
      • NS_VR13
      • NS_VR14
      • NS_VR15
      • NS_VR16
      • NS_VR17
      • NS_VR18
      • NS_VR19
      • NS_VR20
      • NS_VR21
      • NS_VR22
      • NS_VR23
      • NS_VR24
      • NS_VR25
      • NS_VR26
      • NS_VR27
      • NS_VR28
      • NS_VR29
      • NS_VR30
      • NS_VR31
      • NS_VR32
      • NS_VR33
      • NS_VR34
      • NS_VR35
      • NS_VR36
      • NS_VR37
      • NS_VR38
      • NS_VR39
      • NS_VR40
      • NS_VR41
      • NS_VR42
      • NS_VR43
  • Filosofie
    • Aan de lezer
    • Filosofische vooronderstellingen
    • Ethica
    • Ordine geometrico demonstrata
    • Metafysica
  • Blog
    • Blogindex
  • Lezen
    • Omtrent Spinoza >
      • Tolstoi en Spinoza
      • Spinoza en schriftvervalsing
      • Ieder zijn Spinoza
      • Mijn avontuur met het Operaportret
      • Over de twee Spinoza's
      • Brevieren... in Spinoza
      • Boeken die het leven veranderen?
      • Spinoza-light
      • De bronzen denker aan de Paviljoensgracht in den Haag
      • Spinoza en de Schone Letteren
      • Benjamin DeCasseres
      • Theun de Vries over Spinoza
      • De ethiek van Robert Misrahi in het spoor van Spinoza
      • Spinoza's Lieux de mémoire
      • De tekstdoolhof van Pierre Bayle
      • Vermeer en Spinoza
      • Gérard de Nerval, romantische naturalist
      • Graaf Stanislaus von Dunin-Borkowski S.J., Spinoza-pionier
      • Lord Bertrand Russell
      • Harold Foster Hallett (1886-1966)
      • Het dodenmasker van Spinoza...?
    • Bibliografie en links
    • De interlineaire Spinoza >
      • ILS_TIE
      • ILS-E
      • ILS-CGLH
  • Bibliofilie
  • Kalender/Contact
Foto
Illustratie
1 Penning ter herdenking van het derde eeuwfeest (1632-1932) van de geboorte te Amsterdam van Baruch d'Espinoza.
Voorzijde: aanziend borstbeeld; op de afsnede: Spinoza.
Keerzijde: zijn woon- en sterfhuis aan de Paviljoensgracht te Den Haag tussen de Latijnse jaartallen 1632 en 1932, omgeven door een slang met zijn staart in de bek en op de voorgrond een duinroos met doornen. Ontwerp Pierre Turin, Parijs (1981-1968). Brons, 68 mm. . 

2 Dit Spinoza-portret gaat terug op het geschilderd portret dat bewaard wordt in de Herzog August-bibliothek in Wolfenbüttel in Nedersaksen, Duitsland.

Foto
1 Voor een beter begrip van de geschriften van Spinoza is het onontbeerlijk om de hoofdlijnen van diens biografie te kennen.
2 Helaas is met historische zekerheid niet erg veel van zijn leven bekend. De vaststaande historische levensfeiten kunnen op een handvol A-viertjes worden neergeschreven.
3 De meest recente biografie en de beste tot nog toe is die van Steven Nadler, Spinoza, A Life (1999). 
  
Foto
Het is niet duidelijk wat het woord ‘marraan’ betekent; misschien ‘varken’. Hoe dan ook, het was een scheldnaam.

Illustratie
Het Bruidje. Rembrandt van Rijn.
Dit schilderij portretteert een rijk Sefardisch koppel: zijn ze verloofd of is het eerder een koppel jonggehuwden dat een baby verwacht?
Rembrandt woonde nabij de Amsterdamse jodenbuurt en dus ook vlakbij Spinoza. Hij ontmoette hem evenwel nooit. Rembrandt observeerde joodse mensen in zijn omgeving en dat blijkt ook uit zijn werken. 

Foto
1 Media 16de eeuw was Antwerpen de belangrijkste Europese haven, maar Amsterdam was toen ook al een grote handelsmetropool. Waarschijnlijk was er daar veel Antwerps kapitaal in omloop in sectoren als scheepsbouw en bevrachting. Lees: Michael Pye, Antwerpen De gloriejaren, Amsterdam, 2021.
2 Stapelmarkt en compagnie op aandelen ontwikkelden zich uit de middeleeuwse voorgangers: de jaarmarkt en  de tijdelijke samenwerking onder kooplui.
3 In 1609 werd de wisselbank opgericht, de grootste in Europa en bleef dat ook lange tijd: deposito’s en betalingen wereldwijd. 
4 De Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) was een commercieel én een militair genootschap.

Illustratie
Het 17de-eeuws stadhuis van Amsterdam. Zo heeft Spinoza het nog gezien. Begonnen in 1648, voltooid in 1665. Architecten: Daniël Stalpaert en Jacob van Campen.

Foto
1 Het Iberische schiereiland kende in de latere oudheid de grootste concentratie joden in Europa.
2 Koning Manuel I van Portugal (1495-1521) huwde Isabella van Aragon, de dochter van los Reyes Catholicos, in 1497 . Als huwelijksgift had hij voordien de invoering van de inquisitie in zijn land moeten toestaan. Isabella overleed al in 1498.
3 Portugal bleef met Spanje verenigd van 1585 tot 1640. De onafhankelijkheid werd verworven na een ‘Restauratieoorlog’ tegen Spanje.

Illustraties
  • De Katholieke Koningen, Isabella van Castilië en Ferdinand van Aragon.
  • Het verdrijvingsedict van 1492.

Foto
1 De Spaanse joden werden ‘Sefardim’ genoemd. Het Hebreeuwse woord sepharad betekent ‘Spanje’. De joden van Midden- en Oost-Europa zijn Ashkenazim. De naam is afgeleid van de Bijbelse figuur Ashkenaz, zoon van Gomer, die een kleinzoon was van Noach.
2 De joodse migratie creëerde ongewild een Europees netwerk van familiale en commerciële relaties. De Amsterdamse magistraat bevorderde het ontstaan van een joodse gemeente binnen haar muren niet het minst omwille van de commerciële voordelen die ermee verbonden waren.     

Illustratie
Sefardische migratie.

Foto
1 Vlodenburg, ook Vlooienburg genoemd. Etymologie van de toponiem is onzeker. Waarschijnlijk een verwijzing naar de geregelde overstromingen (vloeden) van dat stadsgedeelte.
2 Vlodenburg was gelegen aan de oostelijke zijde van de Amstel; werd door de Amsterdamse magistraat ca. 1600 beschouwd als economisch niet erg waardevol.
3 De Mozes-en-Aaronkerk werd gebouwd in 19de eeuw. Ontstaan uit twee 17de-eeuwse katholieke vluchtkerken, de huizen Mozes en Aaron. De kerk ligt aan het Waterlooplein. Het geboortehuis van Spinoza aan de Houtgracht, stond op de plek waar nu de kerk staat.
4 De Houtgracht werd gedempt in 1874. Grachten rond Vlodenburg: Leprozengracht (zuidkant), Verwersgracht (noordkant), Houtgracht (oostkant).

Illustratie
  • Vlodenburg op de kaart van B. Florisz (1625).
  • Vlodenburg op een luchtfoto van ca. 1980.

Foto
1 Kaspar van Baerle (Caspar Barlaeus), (1584-1648), van Vlaamse komaf, was de eerste rector van het Athenaeum Illustre, voorloper van de Amsterdamse universiteit.
2 Spinoza was korte tijd (1654-1665) zo'n  geleerde koopman. Na de dood van zijn vader zette hij met zijn broer Gabriël diens handel in koloniale goederen verder.
3 Koopmansmoraal: regel van goede trouw, geen steekpenningen aanvaarden, afwijzen van weldaden,...

Illustratie
Akte ondertekend door Bento en Gabriël de Spinoza.

Foto
Quasi manu ducere: als het ware bij de hand geleid... Een uitdrukking die Spinoza, wellicht ter geruststelling van de lezer, gebruikt in de korte inleiding tot het tweede deel. 

Illustratie
1 Ik vergelijk Spinoza’s Ethica wel eens met een puzzel waarvan de definities, axioma’s en 259 stellingen, de puzzelstukken vormen. Spinoza’s filosofie is in grote mate een filosofisch patchwork (H.A. Wolfson, 1934).
2 Spinoza’s studiewerk, zijn filosofisch genie, in combinatie met zijn hoogontwikkelde  rationaliteit, zijn levenservaring en intuïtie stelden hem in staat een geniale filosofische constructie te scheppen en grondwaarheden te zien die niemand voor hem zag.

Foto
1 In de periode 1654-1665: overlijden van zijn vader (1654), failliet van de handelsfirma (1655), ban (1656): deze dramatische gebeurtenissen die zich voordeden in een korte tijdspanne, hebben de jonge Spinoza zo goed als zeker uit zijn geestelijk evenwicht gebracht: het inleidende deel van het Traktaat voor de verbetering van het verstand (geschreven voor 1660) bevestigt dit.
Lees op deze site de Tractatus de Intellectus Emendatione (TIE): Spinoza, De emendering van het verstand. Uit het Latijn vertaald door W. Schuermans.
2 TIE: eerste geschrift van Spinoza, een opmaat naar zijn andere filosofische geschriften. Toen Spinoza 27 of 28 was, ca. 1658-1659, had hij reeds de essentie van zijn filosofie ontworpen en zichzelf al denkend en schrijvend uit zijn levenscrisis gewerkt. 
3 Bij leven van Spinoza kwam het niet tot een publicatie van de Ethica.

Illustratie
Dit zeer geslaagd portret gaat (alweer) terug op het Wolfenbüttel-portret. Het werd getekend met blauwe stylo in 2020 door Patrick Fontana, multimedia artist, werkend in Parijs.

Foto
1 De Ethica schetst een weg naar het geluk. In het Traktaat voor de verbetering van het verstand (geschreven voor 1660) schrijft Spinoza zonder omwegen in de eerste paragraaf waar het hem in zijn filosofie om te doen is: ‘... besloot ik uiteindelijk uit te zoeken of er iets bestond dat echt goed was, en dat gekend zou kunnen worden om alleen daarmee mijn gemoed te vullen, met prijsgeven van alle andere dingen; dus of er soms iets bestond, dat, eenmaal gevonden en verworven, mij voor altijd een ongestoorde en hoogste blijheid zou laten genieten.’
2 Spinoza’s Ethica is een geniaal en volstrekt uniek filosofisch meesterwerk, maar dat neemt niet weg dat het talrijke gebreken bevat die de basis vormen voor lezersverwarring en, sedert 1970, voor oeverloze commentaren van beroepsfilosofen wereldwijd.

Illustraties
  • De vijf titelbladzijden van de vijf delen van de Ethica (NS, 1677).
  • De puzzelstenen van de Ethica: wanneer die op de juiste wijze worden gelegd én begrepen, verschijnt het beeld van een samenhangende levensleer, die in wezen een eudaimonologie (geluksleer) is.

Foto
1 Sextus Empiricus schreef een systematische uiteenzetting over het scepticisme. Zijn werk werd in 1569 in het Latijn vertaald en was zeer populair in de 17de eeuw.
2 De idee van het bestaan van een allerhoogste wezen is eenieder  aangeboren, aldus Spinoza, in navolging van anderen.

Illustratie
  • Pyrrho van Elis (vermoedelijk)
  • Giordano Bruno

Foto
1 Euclides Stoicheia: synthese van de meetkundige kennis van zijn tijd, aangevuld met eigen materiaal. Zie ook de volgende blogs: Euclides' Elementen en Spinoza's geluksleer voor de happy few.
2 Spinoza gebruikte deze geometrische methode ook al in zijn Korte verhandeling (KV, een onuitgegeven jeugdwerk) en in zijn eerste publicatie: ‘Beginselen van de wijsbegeerte’ (1663).
3 Het beroemde 5de postulaat van Euclides (het parallellenpostulaat) werd in 1795 geherformuleerd door John Playfair. Op basis van dit postulaat werden  in de 19de eeuw ‘niet-euclidiaanse meetkundes’ ontwikkeld. Nikolai Ivanovitch Lobachevsky (1782-1856): hyperbolische meetkunde; Bernhard Riemann (1826-1886) ontwikkelt in 1854 de elliptische meetkunde.
4 Wie belangstelling heeft voor meetkunde kan surfen naar:
- de meetkunde van Euclides (Engels, mooie presentatie).
- de niet euclidaanse-meetkunde (Nederlands, uitstekende inleiding).

Illustraties
  • Egyptische papyrus waarop de stelling van Pythagoras wordt uitgelegd. Het kwadraat van de hypothenusa  = de som van de kwadraten van beide andere zijden.
  • Illustratie van een editie van de ‘Elementen van Euclides’ op het net. 

Foto
Typisch voor Spinoza is zijn eigengereid woordgebruik: hij gebruikt woorden uit de scholastiek van zijn tijd maar geeft die vaak een nieuwe betekenis (voorbeelden: substantie, modus). Sommige woorden (zoals bijvoorbeeld: natuur) hebben meer dan één betekenis: de lezer moet uit de context de passende betekenis afleiden. 

Illustratie
Een (geconstrueerde) foto van onze Melkweg, die een spiraalnevel is.

Foto
1 Metafysica: het woord stamt van de Aristoteles-geleerde Andronikos van Rhodos (1ste Eeuw v. C.). Hij plaatste Aristoteles' boeken die over het zijn en God handelden na (meta) de boeken die over de natuur (fysica) gingen.
2 De levensleer van Spinoza kan goed begrepen worden door de afzonderlijke studie van de stellingen, in combinatie met de lectuur van de langere teksten (appendix, inleidingen, corollaria en scholia).

Illustratie
Titelbladzijde van het eerste deel van de O.P (Opera Posthuma, 1677)

Foto
1 De modellen die in deze diareeks worden gebruikt, zijn niet meer dan visuele benaderingen van aspecten van Spinoza’s leer en bedoeld als hulpmiddel.
2 Er kan ook gedacht worden aan ons modern woordgebruik om tot een beter begrip te komen van Spinoza’s visie: wij beschouwen de materie van alle dingen als ‘substantie’; de attributen zijn dan kenmerken van die substantie; modi zijn individuele bestaanswijzen van de dingen.
3 Voor een goed begrip van de positie van Spinoza moet men de opvattingen van Descartes kennen over substantie, attributen, modi.

Illustratie
Model van Spinoza’s opvatting over de substantie.

Foto
Essentie: dat wat een ding doet bestaan en zonder hetgeen het niet kan bestaan.

Illustratie    
Model van Spinoza’s opvatting over attributen.

Foto
1 Alle dingen rondom ons zijn eindige modi.
2 Ze zijn alle ‘in iets anders’, d. w. z. dat ze een oorzaak hebben buiten zichzelf, waardoor ze er zijn én waardoor ze worden begrepen.

Illustratie
Moderne prent van Amsterdam in de 17de eeuw. De Nieuwe Kerk en de beurs zijn erop afgebeeld.

Foto
1 Ax. 1 is een fundamentele divisio rerum: er is maar één ding dat niet ‘in iets anders’ is: de substantie.
2 Ax. 2: als er ter verklaring van een ding geen (externe) oorzaak kan worden aangewezen, dan dient de oorzaak gezocht in het ding zelf.
3 Ax. 4: kennis van een ding = kennis van de oorzaak die erin vervat ligt. 
4 Ideatum: dit begrip komt uit de scholastiek. Het ideatum is het object dat waargenomen wordt en in de geest voorgesteld.

Illustraties
  • Matroesjka-poppen: visuele benadering van het begrip ‘vervat zijn in’: ze zijn alle ‘vervat’ in de grootste, die op zichzelf is.
  • Op het netvlies van het oog verschijnt de pijl omgekeerd. De hersenen keren het geziene beeld om.

Foto
St. 1-15. Deze reeks stellingen, zijn in feite een betoog om de opvattingen van Spinoza’s 17de eeuwse tijdgenoten over wereld en over God onderuit te halen. Zijn ontwikkelde tijdgenoten volgden in deze materie de opvatting van Descartes, de maître à penser van Spinoza. Descartes leerde dat alle dingen die wij in de wereld buiten onszelf zien substanties zijn. Twee bijzondere substanties steken boven al die dingen uit, namelijk de substantie geest en de substantie uitgebreidheid.
In de stellingen 1-15 ontwikkelt Spinoza een redenering die stapsgewijs (via de proposities) aantoont dat er slecht één substantie met attribuut uitgebreidheid kan bestaan, en vervolgens slechts één substantie met attribuut geest. Hierop verder bouwend, komt hij tot de vaststelling dat er slechts één enkele substantie bestaat die samen beide attributen, uitgebreidheid én geest, omvat. Het zijn de enige die wij kunnen kennen. 
St. 11. Dit is een sleutelstelling. Identificeert de substantie met het traditionele begrip ‘God’ van de drie geopenbaarde religies.
St. 12. God is geen magiër die uit het niets het Al schept: God is niet transcendent zoals de boekreligies leren maar immanent. God en het AL vallen samen.

Foto
1 Anselmus was van Italiaanse afkomst, werd geboren in Aosta en zijn Langobardische familie behoorde tot de adel. Hij was prior en abt van het Benedictijnerklooster Bec (Le Bec-Hellouin) in Normandië en verbleef er zowat 30 jaar. Het is dus een Franse Benedictijn van Italiaanse afkomst die de eerste bisschop van Canterbury werd.  Zijn ‘Godsbewijzen’ zijn  een klassiek argument in de geschiedenis van de Westerse filosofie.
2 Vereenvoudigd geformuleerd komt Anselmus’ Godsbewijs neer op het volgende: er kan geen groter wezen gedacht worden dan God, dus moet God bestaan. Indien het bestaan hem ontbrak dan zou God niet het ‘grootste wezen’ zijn. Kortom:: God moet bestaan omdat het bestaan tot zijn wezen of essentie behoort.

Illustratie
Modern glasraam dat Anselmus voorstelt als bisschop van Canterbury (gefingeerd portret). 

Foto
1 St. 16. Tschirnhaus  (1651-1708), een van Spinoza’s scherpzinnigste lezers, meende dat deze stelling een van de belangrijkste van het eerste deel is. Ze onderbouwt zowat de hele Ethica.
Deze stelling levert vertaalmoeilijkheden op: de woorden ‘infinita’  (oneindig veel) en ‘sequi’ (volgen) worden verschillend vertaald. Sequi mag zeker niet in verband worden gebracht met de emanatieleer van Plotinos (neo-Platonisme).
2 Met goddelijke natuur wordt de goddelijke essentie bedoeld. Die essentie werkt op grond van noodzakelijkheid, d.w.z. niet uit vrije keuze, maar op grond van onveranderlijke wetmatigheden die inherent zijn aan de goddelijke natuur. Oneindig veel (infinita) op oneindig veel wijzen (infinitis modis)  heeft betrekking op het oneindig kwantum aan eindige modi.
3 St. 17. Deze stelling poneert de vrijheid van de S/G/N  (=Substantie/God/Natuur). Zie ook  E I, def. 7: vrij = wat bestaat uit eigen noodzaak en door niets (dus door geen enkele externe oorzaak) gedwongen wordt tot handelen.

Illustratie
De schepping. Michelangelo (Sixtijnse kapel, Rome).

Foto
St. 21-22. Deze stellingen gaan over eeuwigheid en oneindigheid.  St. 21 kent die eigenschappen toe aan wat uit de absolute natuur van een attribuut volgt, d.w.z. uit het attribuut tel quel, zoals het niet omgevormd bestaat. St. 22 kent die eigenschappen ook toe aan wat uit een omvorming van een attribuut volgt.
St. 23. Wie een modus veronderstelt die noodzakelijk en oneindig is, dient te aanvaarden dat die noodzakelijk volgt ofwel uit de absolute natuur (van een of ander attribuut) van de substantie, ofwel uit de modificatie van een of ander (reeds eerder) gemodificeerd attribuut van de substantie.
St. 29. Formulering van een absolute determinatie in de natuur.
St. 29s. De terminologie is ontleend aan de scholastiek.

Foto
1 Deze veel geciteerde uitdrukking komt maar tweemaal voor in de Ethica.
2 Verklaring van de zeldzaamheid van de uitdrukking: voor Spinoza is dit een grondwaarheid die zijn Ethica én zijn hele leer doordringt. Voor hem is er dus geen reden om die positie te herhalen.  Aandachtige lezers vroeger en nu hoeven in deze geen nodeloze herhaling. Mogelijk is ook Spinoza’s spreekwoordelijke voorzichtigheid in het spel (CAUTE!) en wilde hij oppervlakkig lezende predikanten niet meer wakker maken dan nodig...

Illustratie
Nasa-foto van sterrenstelsels buiten de Melkweg, ons eigen sterrenstelsel.

Foto
1 Het betreft directe oneindige modi omdat deze modi  DIRECT volgen uit de Substantie/God/Natuur.
2 Deze modi bestaan voor beide ons bekende attributen.

Illustratie
Model van Spinoza’s opvatting over directe oneindige modi.

Foto
1 Het betreft indirecte oneindige modi omdat ze INDIRECT volgen uit de substantie: tussen de substantie en deze modi bestaat er immers nog een ontologische orde, namelijk deze van de directe oneindige modi.
2 Deze modi bestaan eveneens voor beide ons bekende attributen.

Illustratie
Model van Spinoza’s opvatting over indirecte oneindige modi

Foto
1 De vrije wil berust op een illusie. Die illusie passen we toe op onszelf én op God of de natuur. De S/G/N handelt niet uit vrije wil maar uit noodzaak. Zie ook E I, def. 7 en I st.16. De illusie berust op het onzichtbare van de werkelijke directe oorzaak en de verknoping ervan met talrijke andere. Bovendien letten we meer op de gevolgen van een handeling dan op de oorzaken van de  keuze die we maken.
2 St. 32. Het gaat hier over de wil die aan de traditionele transcendente God wordt toegekend. God handelt niet uit vrijheid maar uit de noodzakelijkheid van zijn natuur.
3 St. 33. Een formulering van de immanente orde der dingen. De kosmos kan gewoonweg NIET ANDERS zijn dan zij is en vloeit voort uit noodzakelijke wetmatigheid van de natuur.
4 St. 36. Al wat bestaat, ontplooit een werking, zichtbaar én meetbaar of onzichtbaar.

Illustraties
  • Zeldzame dooraderde keisteen. Keisteen is een kristallijn stollingsgesteente. Deze keisteen ervaren we als ‘mooi’, maar ook hoekige en voor ons gevoel ‘lelijke’ stenen zijn perfecte natuurdingen.
  • Plaatje uit:  Prentjes-almanak voor kinderen, 1801 in Jan Naaijkens, Het dorp van onze jeugd, 1999.

Foto
Illustratie
Model van Spinoza’s ontologie.

Foto
1 Het periodiek systeem der elementen werd opgesteld door de Siberiër Mendelejev (1834-1907), geboren nabij Tobolsk. In 1863 waren er 56 elementen bekend en jaarlijks kwamen er bij. De tabel vermeldt nu 118 elementen: al wat in de kosmos bestaat, is te herleiden tot deze 118 elementen. Het zijn als het ware legoblokjes die de natuur gebruikt om alle eindige modi te vormen. Uiteindelijk worden die eindige modi weer legoblokjes, waaruit weer eindige modi.... en zo verder en zo voort.
2 Er zit een ecologische dimensie in Spinoza’s filosofie.
3 Deep ecology is een beweging die ontstond in de jaren 1960.. De Noorse filosoof Arne Naes stelde Shallow Ecology tegenover Deep Ecology: kortetermijn-ecologie tegenover langetermijn-ecologie. Door de milieu-revolutie ontstond een belangrijke paradigmashift: van antropocentrisme naar ecocentrisme.
4 Deep Ecology is een vroeg voorbeeld van wat ik ‘instrumentalisering’ van Spinoza’ gedachtengoed noem.

Illustraties
  • Het periodiek systeem van Mendelejev.
  • Draadpop: deze muzikale clown beweegt niet, maar wordt bewogen.

Foto
Illustratie
Spinoza als jongeman. Dit portret werd niet zo lang geleden ontdekt door een Amsterdamse antiquair. Niet iedereen is ervan overtuigd dat de afgebeelde persoon Spinoza is.

Start

Tweede deel >

Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • Home
    • Spinozakenners van vroeger >
      • Harold Foster Hallett
    • Spinozakenners van nu
    • English contributions >
      • Spinozahuis Voorburg
  • Leven
    • Europa in de 17de eeuw
    • Amsterdam >
      • Jodenvervolging in Spanje en Portugal
      • De Latijnse school >
        • Frans van den Enden - Biografie
      • Spinoza's talenknobbel
      • Kruispunt van Oost en West
    • Baruch de outcast >
      • Tekst van de ban
      • Placaet van 1674
      • Placaet van 1678
    • Rijnsburg
    • 's Gravenhage
    • Spinoza's vrienden
    • De dood van Spinoza
    • Vroege biografen >
      • Jarig Jelles >
        • Voorreden Jarig Jelles
      • Jean-Maximilien Lucas >
        • Lucas' biografie van Spinoza
      • Johannes Colerus >
        • Colerus' biografie van Spinoza
      • Pierre Bayle >
        • Bayles biografie van Spinoza 1820
        • Bayles biografie vertaling 1697
  • Geschriften
    • TIE
    • KV >
      • KV I.1
      • KV I.2
    • PPCM
    • TTP >
      • TTP_350jaar
    • TP >
      • TP 01
      • TP 02
      • TP 03
      • TP 04
      • TP 05
      • TP 06
      • TP 07
      • TP 08
      • TP 09
      • TP 10
      • TP 11
      • Dubieuze passus in TP
    • E >
      • De korte Ethica >
        • Korte Ethica I
        • Korte Ethica II
        • Korte Ethica III
        • Korte Ethica IV
        • Korte Ethica V
      • Lezend in de Ethica - Overzicht >
        • God of materie?
        • Spinoza’s filosofie dient het leven
        • Ethica I, aanhangsel
      • Ethica handgeleid >
        • E_hgl_1
        • E_hgl_2
        • E_hgl_3
        • E_hgl_4
        • E_hgl_5
        • E_hgl_leestips
        • E_hgl_Passieleer
    • EP >
      • 1 korte verhandeling over God etc
      • 2 nieuwe brief-autograaf
      • 3 Vaticaans manuscript Ethica
    • NS - Voorreeden >
      • NS_VR01
      • NS_VR02
      • NS_VR03
      • NS_VR04
      • NS_VR05
      • NS_VR06
      • NS_VR07
      • NS_VR08
      • NS_VR09
      • NS_VR10
      • NS_VR11
      • NS_VR12
      • NS_VR13
      • NS_VR14
      • NS_VR15
      • NS_VR16
      • NS_VR17
      • NS_VR18
      • NS_VR19
      • NS_VR20
      • NS_VR21
      • NS_VR22
      • NS_VR23
      • NS_VR24
      • NS_VR25
      • NS_VR26
      • NS_VR27
      • NS_VR28
      • NS_VR29
      • NS_VR30
      • NS_VR31
      • NS_VR32
      • NS_VR33
      • NS_VR34
      • NS_VR35
      • NS_VR36
      • NS_VR37
      • NS_VR38
      • NS_VR39
      • NS_VR40
      • NS_VR41
      • NS_VR42
      • NS_VR43
  • Filosofie
    • Aan de lezer
    • Filosofische vooronderstellingen
    • Ethica
    • Ordine geometrico demonstrata
    • Metafysica
  • Blog
    • Blogindex
  • Lezen
    • Omtrent Spinoza >
      • Tolstoi en Spinoza
      • Spinoza en schriftvervalsing
      • Ieder zijn Spinoza
      • Mijn avontuur met het Operaportret
      • Over de twee Spinoza's
      • Brevieren... in Spinoza
      • Boeken die het leven veranderen?
      • Spinoza-light
      • De bronzen denker aan de Paviljoensgracht in den Haag
      • Spinoza en de Schone Letteren
      • Benjamin DeCasseres
      • Theun de Vries over Spinoza
      • De ethiek van Robert Misrahi in het spoor van Spinoza
      • Spinoza's Lieux de mémoire
      • De tekstdoolhof van Pierre Bayle
      • Vermeer en Spinoza
      • Gérard de Nerval, romantische naturalist
      • Graaf Stanislaus von Dunin-Borkowski S.J., Spinoza-pionier
      • Lord Bertrand Russell
      • Harold Foster Hallett (1886-1966)
      • Het dodenmasker van Spinoza...?
    • Bibliografie en links
    • De interlineaire Spinoza >
      • ILS_TIE
      • ILS-E
      • ILS-CGLH
  • Bibliofilie
  • Kalender/Contact