Over Harold Foster Hallett, overleden in 1966, is op het internet niet veel bij elkaar te sprokkelen en, merkwaardig genoeg, ook fotomateriaal van hem blijkt onvindbaar. Wijst dat erop dat hij verkoos zich far from the madding crowd te houden? Maar Harold Foster Hallett was een getalenteerd academicus. Dat blijkt drievoudig uit wat volgt:
1. Een merkwaardig studie- en onderwijsparcours. Van 1904 tot 1908 werkte hij op de scheepsbouwwerf van Messrs Young and Coin Poplar, aan de Theems in Oost-Londen. Dat leidde in 1908 tot een ingenieursdiploma van de Universiteit van Londen. In 1912 behaalde hij een M.A. in Mental Philosophy aan de universiteit van Edinburgh. Die studie lag hoogst waarschijnlijk mee aan de basis van zijn levenslange belangstelling voor Spinoza. Van 1912 tot 1931 vervulde hij opdrachten als universitair assistent en lecturer in Leeds en Edinburgh. In die periode publiceerde hij Spinoza’s Conception of Eternity (Mind, Vol. 37, No. 147, July, 1928) en, en passant, behaalde hij in 1930 ook nog een diploma in de Letteren in Edinburgh. Van 1931 tot zijn emeritaat in 1951 doceerde hij filosofie aan de Universiteit van Londen (Kings College). Van 1929 tot 1935 was hij British Secretary of the Societas Spinozana: een bewijs van zijn toewijding aan leven en leer van de ‘filosoof van Amsterdam’.
2. Een eigenzinnig Spinoza scholar. Hij publiceerde drie Spinoza-boeken, waarvan twee toen hij al op emeritaat was: in 1930: Aeternitas: A Spinozistic Study; in 1957: Benedict de Spinoza: The Elements of His Philosophy; in 1962: Creation, Emanation and Salvation: A Spinozistic Study.
Het Spinoza-portret in Aeternitas
De eigenzinnigheid van zijn Spinoza-interpretatie blijkt al uit de titels van zijn boeken. De eerste en de derde publicatie noemde hij zelf ‘Spinozistic studies’. Hij gaf daarmee aan, zo meen ik, dat ZIJN studiemethode meer was dan een directe, ‘een-op-een’-interpretatie van Spinoza’s teksten. Vanuit een grondige basiskennis van Spinoza’s fundamentele filosofische principes en heuristiek bestudeerde hij diens oeuvre op ‘spinozistische’ wijze, om zo de diepere betekenislagen ervan te onthullen. Hallett maakte daartoe gebruik van een bijzondere terminologie, wat uiteraard de toegankelijkheid van zijn boeken voor filosofisch minder onderlegde lezers verminderde. Dat is wellicht deels ook een verklaring voor het feit dat hij in het verleden makkelijk door zijn peers over het hoofd werd gezien. Die drie studies vestigden wereldwijd zijn faam als Spinoza-interpreet. Hij wordt nu, meer dan voorheen, in bibliografieën van auteurs of van auteurscollectieven vermeld: evenwel niet (!) in de recentste Ethica-editie van de Oeuvres complètes o.l.v. Moureau, maar wèl en in de bibliografie van de nieuwe Pléiade-editie van 2022 (blz. 1823).
3. Een Spinoza-scholar met artistiek talent. Ten derde en ten slotte was Harold Foster Hallett ook een getalenteerd kunstenaar-graveur, die ons van B.D.S o.a. twee merkwaardige portretgravures naliet. Hij was kennelijk niet ontevreden over die portretten want hij reproduceerde ze in twee van zijn boeken. In zijn eerste Spinoza-boek Aeternitas kan de lezer kennis maken met een Spinoza-portretgravure die gebaseerd is op het overbekende Wolfenbüttel-portret dat al vele kopiisten inspireerde, maar het is daarvan een wat meer gedetailleerde interpretatie. De lezer kan zelf vaststellen dat Hallett in staat was om een goed gelijkend Spinoza-portret te graveren...
Gravure van H.F. Hallett
In Benedict de Spinoza: The Elements of His Philosophy reproduceerde Hallett een ander Spinoza-portret van zijn hand. Het is eveneens een gravure en stelt, gevat in een ovalen lijst, een opgedirkt personage voor. Onderaan staat een cartouche in de vorm van een geopende boekrol met het acroniem B.D.S: de afgebeelde dandy stelt dus Spinoza voor... Onder de cartouche links verdwijnen de letters HFH, aan de rechterzijde ervan duiken de letters DEL op. Alleen mét het boek in de hand kan dit raadseltje worden opgelost: de alerte lezer herkent meteen in HFH de afkorting van de naam van de auteur: H(arold) F(oster) H(allett). DEL staat voor DEL(ineavit)/heeft het getekend. Maar waarom de handtekening afkorten én verbergen, meneer Hallett? Er is toch plek genoeg links en rechts van de cartouche om je ondertekening voluit te graveren?
Hallett baseert zich voor deze gravure ook op het Wolfenbüttel-portret, maar hij hecht nu kennelijk geen waarde meer aan fysieke gelijkenis, want de afgebeelde man gelijkt niet of maar van verre op de Spinoza van het origineel. Bovendien beeldt hij zijn B.D.S af in kleren waarvan Hallett maar al te goed wist dat die niet in de ‘kleerkast’ van Spinoza hingen! Wat is hier aan de hand? Niets gebeurt toch zonder reden, zo leert de Meester?
Ik kan me echt niet ontdoen van het vermoeden dat de gravure een ZELFPORTRET is van Harold Foster Hallett! Zoals Halletts handtekening zich verbergt achter de cartouche met het acroniem van Spinoza, zo verbergt Hallett, denk ik, zich achter de afgebeelde dandy. Als mijn vermoeden klopt, dan mag ik DEL ook lezen als DEL(ineatus)/afgebeeld: ik vertaal de lijsttekst dan zo: ‘Portret van Harold Forster Hallett’. Tja, alleen een foto van de auteur uit de jaren vijftig van vorige eeuw kan uitsluitsel geven. Tot zolang blijft mijn vermoeden een niet onaardig Spinoza-verhaaltje, durf ik te hopen...