Zij die in Spinoza de Koning van de Materialisten zien, hoeven niet verder te lezen, want mijn Spinoza is een spirituele Spinoza, een denker die jong gestorven Duitse dichter Novalis (1772-1801) een ‘gotttrunkener Mensch’ noemde. Materialistische Spinoza-interpreten verwijs ik graag naar een uitspraak van G.W.F. Hegel (1770-1831): ‘Een filosofie die stelt dat God en alleen God bestaat, kan niet zondermeer als ‘atheïstisch’ worden gestigmatiseerd als zelfs volkeren die apen, koeien en beelden van steen en brons vereren, als religieus worden aangemerkt.’
In lijn met dezelfde visie beken ik dat ik behoor tot die niet zo kleine groep Spinoza-lezers die in hem de grondlegger zien van een ‘rationele religie’. De scherp-gepende Duitse fysicus-aforist Georg-Christoph Lichtenberg (1742-1799) beweerde al in de 18de eeuw: ‘Als de wereld nog een flink aantal jaren voortbestaat dan zal de universele religie een gelouterde vorm van Spinozisme zijn.’ Ik heb het nu over de twee oudste Spinoza-bloemlezingen die ik, met enig recht, Spinoza-brevieren noem. Trouwens, de oudste die dateert van 1912, draagt het woord ‘brevier’ in de titel: Spinoza-Brevier (Berlin, 1912, 190 blz.; 2de aangepaste editie, 1918). Dit allereerste ‘brevier’ werd samengesteld door Arthur Liebert, (1878-1946) een neo-kantiaan uit de school van Marburg. De geselecteerde Spinoza-teksten werden ondergebracht in zes hoofdstukken: A. Erlebnis und Philosophie; B. Die Erkenntnis; C. Die Lehre von Gott oder der Natur; D. Die Lehre vom Menschen; E. Recht und Staat; F. Religion. Jaren terug vertaalde ik op deze site Lieberts Nawoord (zie homepage ‘Spinozakenners van vroeger’). Daaruit onthield ik volgende, niet zo vaak gemaakte, Spinoza-evaluatie: ‘Hoezeer men ook Spinoza bewonderen kan als systeemfilosoof, hoe hoog men ook zijn prestaties op afzonderlijke gebieden, op het vlak van psychologie, psychofysica, antropologie, staatsleer, Bijbelkritiek enz. waarderen kan: diepzinniger, beslissender, invloedrijker en meer karakteristiek dan dit alles zijn de grote concepten en gezichtspunten die zijn geest hanteert om te proberen de problemen van de wereld en het leven meester te worden.
Zeldzame foto van Spinoza-pionier Carl Gebhardt
Het tweede Spinoza-brevier, eveneens van Duitse komaf, zag het licht in 1925 en kreeg een fraaie titel mee: Von den festen und ewigen Dingen (Heidelberg, 1925, 591 blz.). De auteur is niemand minder dan de Frankfurtenaar Dr. Carl Gebhardt (1881-1934), onafhankelijk onderzoeker en grondlegger van de huidige Spinoza-kunde. Zijn ‘gebedenboek’ is, zoals het eigenlijk hoort, een fraai enchiridion, linnenband-gebonden mét goudopdruk én gedrukt op bijbelpapier, kortom voor de bibliofiele Spinoza-vriend een hebbeding. Gebhardt voorzag zijn brevier van een interessante inleiding. Uit de vijf delen (partes) van de Ethica koos deze kenner een keur van kernteksten die hij groepeerde in 7 ‘boeken.’ Een heilig aantal zoals je weet. Hij liet die voorafgaan door een selectie uit het TIE, zijn boek 1, en vulde ze aan met basisteksten over staat en samenleving, zijn boek 6. Beide gebedenboeken, alleen nog antiquarisch te bemachtigen, zijn uiterst nuttige lectuur om de ‘kernspinoza’ paraat te houden of om kennis te maken met een Man en een Denker voor Alle Seizoenen.