Het is niet makkelijk om een historisch goed onderbouwde biografie van Spinoza te schrijven. De geschriften van Spinoza zelf bevatten niet veel biografische gegevens. Veel van de verhalende bronnen die na het overlijden van de filosoof tot stand kwamen, bevatten informatie die niet door andere onafhankelijke bronnen kan worden bevestigd. Wat over het leven van Spinoza historisch vaststaat, kan op enkele bladzijden worden afgedrukt. Lezers van dikke Spinoza-biografieën moeten dus op hun hoede zijn. Niet de oudste biografische tekst, maar wel de meest uitvoerige biografie van Spinoza, was van de hand van Johannes Colerus: Levens-Beschrijving van Benedictus de Spinoza(1). Ze werd in het Nederlands gesteld en verscheen in 1705, bijna dertig jaar na het overlijden van de wijsgeer. In 1706 verscheen er een Franse editie van. Die Franse versie werd zo populair dat het Nederlandse origineel in de verdrukking kwam. Beide versies verschillen overigens.
Wie was deze Colerus? Johannes Nicolaüs Köhler (1647-1707) was in de 17de eeuwse République des Lettres bekend onder zijn Latijnse naam Johannes Colerus. Hij was een Duitser, geboren in Düsseldorf, die theologie studeerde in Giesen, Worms en ook nog in Straatsburg. Hij belandde in 1679 als predikant in de Verenigde Republiek der Nederlanden, eerst in Weesp, dan in Amsterdam. Omwille van religieuze onenigheid verliet hij in 1693 de lutherse gemeente in die stad met slaande deuren om in den Haag zielzorger te worden van de Lutherse Kerk aldaar. Net als in andere Hollandse steden bloeide daar een lutherse gemeente. Omdat er ook nogal wat Duitsers bij waren, werden aanvankelijk in den Haag twee predikanten aangesteld: een Duitstalige en een Nederlandstalige. Köhler sprak en schreef beide talen zodat de gemeente het met één dominee kon stellen.
Strijdschrift tégen Spinoza Colerus was dus een lutherse sectariër. Spinoza (overleden in 1677) was bij leven van Colerus een uitgekreten en uitgespuwde wijsgeer, ongodistisch (atheïstisch), en dus sulfureus… Wie zijn geloof gaaf wilde houden, hield Spinoza beter op een afstand, toch? Colerus was inderdaad een tegenstander van Spinoza en wees zijn filosofie af. Het ligt dus helemaal niet voor de hand, dat uitgerekend Johannes Nicolaüs Köhler vandaag de dag bekend staat als eerste biograaf van Spinoza. Het wordt wat beter te begrijpen wanneer dit in historische context geplaatst wordt. Colerus' opstel werd niet afzonderlijk gepubliceerd: het was niet meer dan een kort aanhangsel van een strijdschrift tegen Spinoza, door Colerus in Amsterdam gepubliceerd in 1705: ‘De waarachtige verrijzenis Jesu Christi uit den dooden, tegen B. de Spinoza en zijne aanhangeren verdedigt (…) Beneffens een naauwkeurige levensbeschrijving vaan deezen beruchten wijsgeer.’ De lezer die dit theologisch strijdschrift leest, zal zich verbazen over de gematigde toon die Colerus in het biografietje aanslaat: van een polemist zou je toch een andere stijl en vast ook scherpere taal verwachten. Niet dus. Integendeel, Colerus schrijft met een zekere sympathie over zijn tegenstander. Dat strekt hem tot eer.
Sympathiek en tolerant Hoe valt die houding te rijmen met Colerus’ geloofsopvattingen? Waarom schaart hij zich niet aan de zijde van de rabiate christelijke (en joodse) tegenstanders van Spinoza? Er zijn omtrent Colerus zekere levensomstandigheden bekend die wat meer licht kunnen werpen op de redenen waarom hij met een nogal sympathiek en tolerant oog naar Spinoza keek. We zetten die daarom graag op een rijtje.
Köhler wordt predikant in den Haag. In die stad, net als in andere Hollandse steden, verbleven nogal wat lutheranen. Er waren ook Duitse families bij. De lutherse gemeente had derhalve aanvankelijk behoefte aan een Nederlandstalige en een Duitstalige zielzorger. Köhler vervulde als ‘tweetalige’ die dubbele rol..
Johannes Köhler huurt in den Haag een woning op de Veerkade. Laat dat nou uitgerekend het huis zijn waar ook Spinoza korte tijd verbleef. Colerus’ studeervertrek was eertijds ook dat van Spinoza geweest…
Van 1670 tot 1677 woonde Benedictus Spinoza op de Paviljoensgracht in Den Haag op kamers in de woning van Hendrik van der Spijck, een decoratieschilder.
De van der Spijcks waren lutheranen. Colerus had als predikant dus geregeld contact met hen.
Zeg nu zelf: is er meer nodig om nieuwsgierigheid en belangstelling op te wekken voor een wijsgeer die hij zelf in de eerste regels van zijn boekje, ietwat overdreven, 'dezen wereltberoemden wysgeer' noemt? Het is duidelijk dat Colerus’ verhuis naar den Haag de belangstelling voor Spinoza ofwel opwekte ofwel, als die al eerder bestond, verhevigde. Via de familie van der Spijck kreeg hij over Bento Spinoza verhalen te horen uit de eerste hand. Meer dan waarschijnlijk zullen ze hem ook hebben doorverwezen naar andere informanten.
Hoe betrouwbaar is de getuigenis van Johannes Colerus? Vooreerst: het geschrift kwam tot stand in de periode 1693-1705. Dat is meer dan vijfentwintig jaar na het overlijden van Spinoza in 1677. De geraadpleegde getuigen vertellen bovendien verhalen die mogelijk een halve eeuw eerder hebben plaatsgevonden. Dat kan verkleuringen veroorzaken of, erger nog, vergissingen. Wat de van der Spijcks vertelden, bleek na onderzoek ook niet altijd precies. Men kan er niet omheen: tal van feiten die Colerus in zijn essay vermeldt, kunnen niet bevestigd worden door andere bronnen, hetzij oudere, hetzij gelijktijdige. Toch is Johannes Colerus, gelet op de hogervermelde feiten, zonder twijfel een bevoorrechte historische getuige over het leven van Spinoza. Zijn geloofwaardigheid is evenwel in belangrijke mate een kwestie van lezersvertrouwen, vertrouwen in de rechtzinnigheid van de auteur. Colerus is zich daarvan terdege bewust. In zijn tekst spant hij zich meer dan eens in om de lezer te overtuigen van zijn kritische aanpak. Om alle twijfel over de ernst van zijn onderzoek weg te nemen voegt hij in zijn Levens-beschrijving een ondertitel toe: 'Uit Autentique Stukken en mondelinge getuigenis van nog levende Personen, opgesteld' Dat moet de historicus die zijn métier ernstig neemt alvast gunstig stemmen. De auteur gaat immers op zoek naar informatie: geschreven en mondelinge bronnen. Maar dan begint voor de zondagshistoricus die Colerus was het moeilijke werk: hoe evalueert hij die bronnen, hoe interpreteert hij ze? Op de vraag of Colerus voldoende historisch-kritische afstand nam van zijn zegslieden en geraadpleegde geschreven bronnen is niet met zekerheid vast te stellen. Bovendien: de recepten van de moderne historische kritiek bestonden in zijn tijd nog niet.
De tekst Colerus, tel quel: er is geen weg omheen. De meeste auteurs, veelal filosofen, geen historici, aanvaarden zijn (relatieve) betrouwbaarheid. Hoewel strikt genomen tal van Colerus-verhalen geen historische grond onder de voeten hebben, worden ze al drie eeuwen overgeschreven, herhaald en soms ook aangedikt. U kan via deze link kennis maken met Colerus' Levensbeschrijving van Spinoza. De originele Nederlandstalige versie van 1705 wordt afgedrukt naast een moderne hertaling. Ik koos ervoor om de hertaling zo dicht mogelijk te doen aanleunen bij het origineel. ____ (1) Johannes Colerus, Korte dog waaragtigeLevens-beschrijving van Benedictus de Spinoza, in De waarachtige verijzenis Jesu Christi uit dendooden… , Amsterdam, 1705. Het werd herdrukt in 1880 (Martinus Nijhoff, ’s- Gravenhage. Ik gebruik voor deze artikelenreeks de heruitgave van die editie, gepubliceerd bij dezelfde uitgever van 1910.