… vorsen, heeft hij zich op de wijsbegeerte toegelegd. Toen hij echter, noch van zijn leermeesters, noch van de schrijvers van deze wetenschap voldoening kreeg en hij aangedreven werd door een brandende begeerte om te weten, besloot hij zelf uit te zoeken wat hij daarvan kon terechtbrengen. De geschriften van de vermaarde heer Renaat Descartes, die hij in die tijd onder zijn ogen kreeg, zijn hem daarbij zeer dienstig geweest. Hij ontdeed zich vervolgens van alle wereldse beslommeringen en bekommernissen, die gewoonlijk alleen maar hinderlijk zijn bij het zoeken naar de waarheid. Hij trok weg uit zijn geboortestad Amsterdam, om minder door zijn vrienden gestoord te worden bij zijn bespiegelingen. Hij woonde achtereenvolgens, eerst in Rijnsburg, dan in Voorburg en ten slotte in ’s Gravenhage, waar hij in 1677 op de eenentwintigste februari, vierenveertig jaar oud, overleden is aan een longziekte. Naast zijn gewone bezigheden in de wetenschappen had hij zich ook bekwaamd in de optica, het slijpen van lenzen voor microscopen en verrekijkers. Daar had hij een grote ervaring in opgebouwd, en hij zou het daarin nog veel verder gebracht hebben, ware het niet dat de dood hem had weggerukt. Hoewel hij zich – zogezegd – uit de wereld had teruggetrokken, toch heeft hij door zijn …
|