Pierre Bayle (1647-1706) wordt, naar een oude traditie, ‘le Philosophe de Rotterdam’ genoemd omdat hij er leefde, er bijna 26 jaar werkte en er ook de laatste adem uitblies (1). Ook in Amsterdam was er in hetzelfde tijdsgewricht een filosoof aan de slag en niet de eerste de beste: Benedictus de Spinoza (1632-1677), een jongere tijdgenoot van Pierre die hem 29 jaar overleefde. Die staat niet bekend als le philosophe d’Amsterdam maar wij maken dat hic et nunc goed en sieren hem met de titel ‘de Filosoof van Amsterdam’. Pierre Bayle werd geboren op 18 december 1647 in le Carla-le-Comte (nu Carla-Bayle, ca. 700 inwoners), een bastide, een kleine versterkte stad, in het zuid-Franse departement Arriège, pays des Cathares: (…), ce village fortifié du Carla, avec ses remparts baignés de soleil d’ ou l’on découvre un paysage géométrique de sobres collines devant la grande Muraille des Pyrénées (2). ![]() Calvinist of katholiek? Hij werd er geboren in het gezin van een Calvinistische dominee die het niet breed had en waarover de geschiedenis niet veel weet te vertellen. Pierre begon zijn studies in 1666 aan de protestantse Academie van Puylaurens. Omdat hij naar beter onderwijs uitkeek, ging hij in 1669 les volgen in het Jezuïetencollege van Toulouse. Daar bekeerde hij zich warempel tot het katholicisme wat tot spanningen leidde met zijn familie, maar na 17 maanden werd hij weer Calvinist. De Franse wet bestrafte deze vorm van renegatie met verbanning. Hij week daarom uit naar Genève waar hij verder studeerde. Na zijn studies bekleedde hij posten als huisleraar in Genève en in Parijs. Na een felle strijd slaagde hij erin om in 1675 een leerstoel in de filosofie aan de protestantse Academie van Sedan in de wacht te slepen. Hij doceerde er zes jaar tot Lodewijk XIV in 1681 die Academie opdoekte. Bayle besefte dat hij als calvinist in Frankrijk weinig of geen toekomst had en besloot te emigreren. Hij kwam nog in hetzelfde jaar in Rotterdam terecht. Via contacten en voorspraak werd hij samen met de theoloog Pierre Jurieu, een collega van hem in Sedan, hoogleraar aan de daar nieuw opgerichte Illustere School. Beiden raakten na enige tijd om politieke redenen in onmin. Bayle verloor het pleit en werd in 1693 ontslagen, zodat hij voortaan van zijn pen moest leven. In die publieke twist kozen de meesten de kant van Pierre Bayle, als we tenminste geloof mogen hechten aan volgende flutverzen van Voltaire: Par le fougueux Jurieu, Bayle persécuté Toen Spinoza in 1677 overleed was hij als geleerde filosoof ruim bekend. Van Bayle was toen nog geen sprake. Toen die zich eind december 1681 als vierendertigjarige in Rotterdam vestigde, was hij nog steeds een nobele onbekende die nog geen letter had gepubliceerd. Maar toen Bayle in 1706 overleed, was hij een Europese bekendheid geworden al twijfelden velen aan zijn calvinistische orthodoxie. Getaande faam Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw taande de faam van Bayle, terwijl die van Spinoza na 1677 gestaag bleef stijgen: vandaag de dag wordt hij wereldwijd gelezen en bestudeerd. Pierre Bayle is goeddeels uit de belangstelling verdwenen. Geheel ten onrechte. Intellectuele nieuwsgierigheid zat Pierre Bayle in het bloed: lezen, studeren, schrijven en publiceren, dat vulde zijn leven. Hij voerde een drukke correspondentie (bijna 1800 brieven!), hield veertig jaar een dagboek bij, publiceerde boeken, vulde een éénmanstijdschrift en ontwikkelde zich tot een lexicograaf met Europese bekendheid. Caroline Louise Thijssen-Schoutte (1904-1961), erudiete kenner van Hollands Gouden eeuw, schreef in dit verband: ‘Sommige schrijvers komt men nader als men, ook na eeuwen, de plaatsen bezoekt waar zij geleefd en gewerkt hebben, een bedevaart onderneemt naar hun geboorteplaats, mijmert bij hun graf, wandelt langs de wegen waarlangs zij gegaan moeten zijn, daarbij in verbeelding alle moderne toevoegsels wegdenkend. Ten opzichte van Bayle geldt dit weinig of niet: het enige beeld, dat zich met grote pertinentie aan de lezer van zijn geschriften en aan de gebruiker van zijn dictionaire opdringt, is dat van het stoffig studeervertrek, met in de hoek een bed, de wanden vol boekenkasten, overal paperassen en de tengere man, bijna steeds aan zijn werktafel, lezend en schrijvend, zich in de zomer niet latende afleiden, wanneer door het geopend raam het gerol van een sleperskar, het gelach of geruzie van ravottende kinderen ofwel de schreeuw van een meeuw naar binnen dringt; in de winter, 's ochtends vroeg bij de olielamp, overdag een verstrooide blik naar buiten met de dankbare gedachte, dat niets hem verplicht uit te gaan sinds hem verboden werd college te geven en tot laat in de avond of diep in de nacht weer bij de olielamp achter het gesloten gordijn. Bezoek ontvangt Bayle op zijn vrijgezellenkamer met gemengde gevoelens: het levendig discours - en meestal is voor de bezoeker, balling als Bayle, het Frans de moedertaal, al verraadt soms het accent, waarmede de bezoeker Frans spreekt, de Nederlander of Engelsman - verkwikt wel maar vermoeit ook de gastheer, die bovendien soms met zorg er aan denkt hoe zijn dagprogramma in de war wordt gestuurd. Want de dagtaak, die hij zich gesteld had, was reeds overladen met artikelen en brieven, die nodig geschreven, drukproeven die gecorrigeerd dienden te worden; dit alles ziet hij zich pêle mêle voorgeschoteld: „II est bien malaise que pendant que les imprimeurs travaillent sans discontinuation, l'auteur sufise à ces trois choses, à faire la revision de deux gros volumes in folio, à les augmenter de plus d'un tiers, & a corriger les épreuves", verzuchtte Bayle de zevende december 1701, toen hij het voorbericht schreef voor de tweede druk van zijn gigantische onderneming, een werk, dat ver uitgroeide boven wat het in eerste aanleg bedoelde te zijn: een supplement op Moréri's woordenboek, dat wemelde van fouten. Maar dat was het gewone lot van alle geschriften, die Bayle op touw zette, ver uit te gaan boven de eerste opzet (4). Het feit dat hij en Spinoza hun vrijgezellenleven doorbrachten op een huurkamer mag niet tot de conclusie leiden dat zij beiden ivorentoren-geleerden waren, verre van. Ze stonden met twee voeten op de grond en hadden zich geenszins van de wereld afgekeerd: beide mannen waren bij de tijd en à la page en volgden met interesse alle maatschappelijke ontwikkelingen. Zo had Pierre Bayle een fijne neus voor maatschappelijke trends en literaire modes. ![]() Lezers waren in de 17de eeuw gek op literaire revues en naslagwerken. In die eeuw ontstonden de eerste geleerde tijdschriften die zich tot een breed publiek richtten om de ontdekkingen van de nieuwe wetenschap meer bekendheid te geven. Dat leek Bayle wel wat: hij wilde zelf ook zo'n blad uitgeven… In een brief aan een Amsterdamse vriend schrijft hij dat nogal wat kennissen (ook in Parijs) hem daarover positief advies gaven: ‘Ils m’ont dit, qu’il faut tenir un milieu entre les Nouvelles de Gazette et les Nouvelles de pure science, afin que les Cavaliers et les Dames, et en général mille personnes qui lisent et qui ont de l’esprit, sans être Savans, se divertissent à la lecture de nos Nouvelles.’ (5) Hij sloot met de Amsterdamse uitgever Henri Desbordes (+1722) een contract om zelf ook een revue uit te geven: van 1684 tot 1687 verscheen zijn maandblad Nouvelles de la République des Lettres, een éénmansblad dat hij zelf vol schreef. Zijn initiatief had succes en Bayle werd al snel in Europa bekend als ‘een man met een mening’. ![]() Naslagwerken bij de vleet De 17de eeuw was de eeuw van de naslagwerken en dictionnaires. Ook dat was niet aan de aandacht van Bayle ontsnapt. Hij had vooral belangstelling voor het woordenboek van de jong gestorven Franse priester Moréri (1643-1680) dat in 1674 was verschenen (6). Moréris werk kende een overweldigend succes en werd tussen 1674 (één deel) en 1759 (10 delen!) wel een twintigtal keer herdrukt. Het woordenboek werd vertaald in het Engels, het Duits, het Nederlands en het Spaans. Maar het wemelde van de fouten! Bayle wilde ook een dictionnaire uitgeven en daarin tevens de fouten van Moréri corrigeren. Zo kwam dus, als eerder verteld door Thijssen-Schoutte, zijn magnum opus de Dictionaire (sic) historique et critique tot stand, waarvan de eerste editie werd gepubliceerd in 1697. Ook dit woordenboek groeide uit tot een volumineus werk van uiteindelijk 4 folio-delen en bijna 4000 blz. (7). Zijn DHC werd inderdaad een succes: er kwamen niet minder dan 12 edities op de markt waarvan de laatste dateert van 1830. Het boekwerk werd over heel Europa (en tot in Rusland) verspreid en gelezen. Het bevat erg vooruitstrevende gedachten en kan daarom worden beschouwd als een voorloper van de Encyclopedie van Diderot-d’Alembert. ![]() Het belang van de Dictionaire situeert zich op meer dan één niveau. Het mag omwille van taal een stijl tot de Franse literatuur worden gerekend en beneemt er naar inhoud, vorm en typografie een unieke plek. Het is een erg belangrijke historische bron die ons ook in een zeventigtal artikels informeert over tal van aspecten van Hollands Gouden Eeuw en het bevat tevens primaire biografische informatie over Pierre Bayle zelf. Het is bovendien een werk dat ook tot de filosofie kan worden gerekend omdat de artikels vaak getuigen van de filosofische opvattingen van de auteur alsook van die van zijn 17de eeuwse tijdgenoten. Niet alle edities van de DHC zijn cultuurhistorisch even belangrijk. Op de eerste plek komt, uiteraard, de editio princeps van 1697, uitgegeven in twee delen in folio. De editie van 1720 presenteert zich als de derde, maar is in feite de vierde. Die verscheen 14 jaar na het overlijden van de auteur en bevat voor het eerst ook zijn nagelaten aanvullingen, wat die editie dus bijzonder maakt. Typografisch is die uitgave ook een meesterwerk: de artikels volgen voor het eerst elkaar op, onmiddellijk na de opmerkingen van het vorige artikel en zijn gevat in meesterlijke bladspiegels. De vierde editie van 1730, in feite de vijfde wordt algemeen beschouwd als definitief. Stapstenen naar de Verlichting Wie Spinoza bestudeert, komt al snel terecht in het vaarwater van Pierre Bayle. Die ontwikkelde een blijvende, wat geïrriteerde, interesse in Spinoza. Beide zagen mekaar nooit in levende lijve maar uit Bayles correspondentie weten we dat hij al omstreeks 1670 kennis maakte met Spinoza’s Theologisch-politiek traktaat en dat hij zich een exemplaar aanschafte van Spinoza’s Opera Posthuma (1677). In de eerste editie van de DHC (1697) schreef Bayle een lang artikel over leven en leer van de ‘Filosoof van Amsterdam’. Het behoort tot de ‘vroege biografieën’ van Spinoza (8). Het Spinoza-artikel van de DHC werd al binnen het jaar in het Nederlands vertaald. Als Spinoza in de 18de-19de eeuw een ruimere Europese bekendheid verwierf, dan was dit mede dank zij de DHC: zo leerde bijvoorbeeld Catharina II van Rusland Spinoza beter kennen via de Dictionaire van Bayle die in haar bibliotheek stond. De vele herdrukken van dat woordenboek hebben ervoor gezorgd dat het beeld dat hij construeerde van Spinoza’s leven en werk ook vandaag nog in het collectief geheugen van tal van Europeanen verder leeft… Spinoza en Bayle zijn belangrijke stapstenen op weg naar de Verlichting en daarom ook historisch van groot belang. In vorige eeuw werd het ‘voorlopersaspect’ van Bayle al te veel benadrukt ten koste van een fundamentele studie van zijn literaire en filosofische betekenis in en voor zijn tijd. Bij de herdenking in 1959 van de 250ste verjaardag van Bayles overlijden werd gepleit voor een herwaardering en zelfs voor een herontdekking van deze gigant. Voor zover ik kon nagaan, een pleidooi met maar matig succes. Begin 21ste eeuw schreef Jonathan Israël (Princeton University) een even erudiet als omvangrijk historisch meesterwerk over de Verlichting. In een van de delen wordt Spinoza neergezet als wegbereider van de zogeheten Radicale Verlichting (9). Het is een goed onderbouwde historische interpretatie die in niets afbreuk doet aan de eigenheid van leven en werk van onze filosoof, maar door vakgenoten van Israël wel werd bekritiseerd. Nog steeds wordt de DHC niet op zijn volle waarde geschat, maar laat er geen twijfel over bestaan, Bayles Dictionaire is een absoluut meesterwerk: in zijn tijd bijzonder historisch-kritisch en ongelofelijk erudiet: een letterenmonument dat werd gerealiseerd door een man met een tomeloze werkkracht die zijn ‘curiosité’ (intellectuele nieuwsgierigheid) liet prevaleren op de vreugden van het leven. De dood van Bayle In de winter van 1706, op 28 december te 9 uur s’ morgens stierf Pierre Bayle in de leeftijd van 59 jaar, 1 maand en 10 dagen. De omstandigheden van zijn overlijden doen denken aan die van de Filosoof van Amsterdam: net als Spinoza overleed Bayle op een koude wintermorgen, eenzaam in een huurkamer, en net als Spinoza aan de gevolgen van een longaandoening. Hij werd begraven in een massagraf in de Waalse kerk van Rotterdam: speelde bij deze treurige en armoedige teraardebestelling zijn calvinistische heterodoxie of zijn financiële situatie een rol? ![]() In 1922 werd die kerk gesloopt en de mensen die er tussen 1635 en 1833 begraven lagen, werden bijgezet even buiten Rotterdam op de Algemene Begraafplaats van Crooswijk, aan de linkeroever van de Rotte. Een grafsteen met Franse tekst (het betrof immers een ‘Waalse’ Kerk) herinnert aan die knekelverhuis. Pierre Bayle wordt op die stele nominatim vernoemd samen met die andere Pierre, Piere Jurieu, jawel zijn aartsvijand en samen met nog een derde, Geeraert Brandt, die de eer van de eerste plek kreeg (11). Voor de smalle calvinisten aan de Rotte kon er voor Bayle anno 1922 blijkbaar nog steeds niets meer af… Een gemiste kans om le Philosophe de Rotterdam de eer te bewijzen die hem toekomt. Lezend in DHC: Jamais sans Paroles Van mijn kant kan ik Pierre Bayle niet beter honoreren dan door het citeren van de lovende woorden waarmee Hubert Bost zijn Bayle biografie besluit: ‘Essayiste, polémiste, journaliste, historien, philosophe, homme de lettres, savant, érudit, critique… tout cela lui convient. Mais, avant tout, homme libre et penseur libre (10). Er zijn zo van die dagen dat ik mij graag verlies in de tekstoceaan van Bayles Dictionaire historique et critique, en ik prijs mij dan gelukkig dat ik dat kan doen in een goed bewaard exemplaar van de originele derde editie van 1720. Noten (1) ) Desiderius Erasmus (1466-1536) werd weliswaar in Rotterdam geboren maar woonde er maar enkele jaren. Dat belette overigens niet dat hij wel eens naar zichzelf verwees als ‘Erasmus van Rotterdam’. (2) Paul Dibon, Redécouverte de Bayle, blz. VII, in Pierre Bayle, le philosophe de Rotterdam, études et documents, Amsterdam, 1959. (3) Voltaire, IIIème Discours de l’Homme. De l’envie, v. 73-76, geciteerd in E. Labrousse, Notes sur Bayle, Paris, 1987, p. 95. (4) C.L. Thijssen-Schoutte, De filosoof van Rotterdam: Pierre Bayle, 1959, blz. 227-253. Dit artikel werd geschreven n.a.v. de herdenking van de 250ste verjaardag van Bayles overlijden. Het is te lezen op het net zonder enige verwijzing naar de bron van het artikel: https://rjb.x-cago.com//GARJB/1956/12/19561231/GARJB-19561231-0251/story.pdf (5) Brief geciteerd in H.C. Hazewinkel, Pierre Bayle à Rotterdam, in Paul Dibbon, o.c., blz. 28. (6) Louis Moréri, Grand Dictionnaire historique, ou la mélange curieux de l’ histoire sacrée et profane, Lyon, 1674. (7) Pierre Bayle, Dictionaire historique et critique, derde editie, Rotterdam, 1720, in f°. Ik gebruik deze editie, in werkelijkheid de vierde, ‘geredigeerd’ door Prosper Marchand en in Rotterdam uitgegeven door Michel Bohm. De opmerkingen hebben hun definitieve orde. (8) Zie op deze site: Vroege Biografen. (9) Jonathan I. Israel, Radicale Verlichting, Franeker, derde druk 2010, 944 blz. (10) Hubert Bost, Piere Bayle, Paris, 2006, blz., 519. (11) Als eerste wordt Geeraert Brandt (1626-1685) vermeld. Hij was een in Amsterdam geboren calvinistisch predikant en literator. Hij schreef een even bekende als verdienstelijke biografie over admiraal de Ruyter in opdracht van diens zoon, postuum gepubliceerd in 1687. Bayle staat op de tweede plek en Jurieu is hekkensluiter. |
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
spinozakring.lier@hotmail.com Mijn andere sites! |