… duidelijk dat, wat wij hier over de verdraagzaamheid zeggen, zich niet beperkt tot wie lichtelijk dwaalt, maar ook tot diegenen die op fundamentele of wezenlijke punten dwalen, omdat hij de Gemeente van de Galaten – waarvan hij getuigt dat ze tot een geheel ander evangelie dan dat van Christus waren gebracht en daarin dwaalden – gezegd heeft dat de rechtvaardigheid en andere geestelijke werken niet uit het geloof, noch uit het gehoorzamen aan de waarheid, maar uit de werken van de wet en door de wet te verkrijgen waren; dat wil zeggen: zij die op het fundamentele punt van de rechtvaardigmaking dwaalden, maar die hij, zeg ik, zonder op dit alles acht te slaan, als zijn broeders en zijn kinderen erkent.
Verder, als hij tot de Gemeente van de Filippenzen zegt: Laten wij daarover nadenken (te weten wat hij hen even tevoren geleerd had over wat de kennis van de Heer Jezus Christus en zijn kracht aangaat, door wie onze geestelijke vervolmaking en rechtvaardiging verwezenlijkt wordt) en als gij daar anders over denkt, zal God u ook dat openbaren. Zo geeft hij daarmee ook duidelijk te kennen dat diegenen die anders dan hij dachten over dit fundamentele punt – dus niet zoals het behoorde – hij hen toch wilde verdragen en hij hen als broeders en ledematen van Christus’ Gemeente wilde erkennen. En vooral: waarom zouden zij die op fundamentele of wezenlijke punten dolen, minder … |