Foto-editie, op basis van de eerste druk, met hertaling in het Nederlands
Spinoza overleed in Den Haag op zondag 21 februari 1677. Kort nadien werd een aanzienlijk aantal nagelaten documenten van Spinoza, hoofdzakelijk in het Latijn geschreven werken en brieven, naar Amsterdam verzonden. Wie daarvoor zorgde, is voorwerp van speculatie. Wellicht was het Spinoza’s huisbaas Hendrik van der Spijck die hiervoor zorgde: hij had als huiseigenaar en bewoner van het pand ook toegang tot de woonruimte van zijn huurder. Hoe dan ook, de kostbare schat werd bezorgd aan de Amsterdammer Dirk Rieuwertz, een compagnon de route van de aflijvige. Rieuwertz, drukker en uitgever, speelde het klaar om samen met een kleine groep medestanders, nog in het sterfjaar 1677 het belangrijkste van die onuitgegeven teksten pers klaar te maken, te zetten, te corrigeren, te drukken en te binden. Een prestatie! En er is meer waarover men zich verbazen kan: samen met de Latijnse editie, de Opera Posthuma, verscheen in datzelfde jaar 1677 ook een Nederlandse vertaling van de Latijnse versie onder de titel: De Nagelate Schriften van B.D.S.
pagina 1 >>
Die Nederlandstalige uitgave telt 666 gepagineerde bladzijden, Voorreeden en errata niet meegeteld. De publicatie van beide boekdelen was duidelijk het werk van een team toegewijde Spinozavrienden. Wilden Rieuwertz en medestanders de publicaties rond krijgen als postuum verjaardagscadeau (24 november 1677) voor de betreurde meester? Ik denk het wel... Algemeen wordt aangenomen, dat de vertaling in hoofdorde van de hand is van Jan Hendrik Glazemaker (1620-1682), een beroepsvertaler van Vlaamse komaf en bevriend met Spinoza. Die vertaalde eerder ook al Spinoza’s Tractatus Theologico-politicus (het TTP) in het Nederlands.
In het najaar van 1677 verschenen dus twee lijvige boeken:
De Opera Posthuma meer dan 700 bladzijden (bevat ook Spinoza’s Hebreeuwse grammatica, hernummerd vanaf 1).
De Nagelate Schriften van B.D.S.: 666 genummerde bladzijden. De Hebreeuwse grammatica werd niet opgenomen.
De snelheid waarmee ook de vertaling tot stand kwam, doet vermoeden dat gebruik werd gemaakt van Nederlandstalige teksten die, zoals geweten, in kringen rond Spinoza in omloop waren. De vertaler (of vertalers) waren vertrouwd met de leer van Spinoza en behoorden zeer waarschijnlijk tot de kennissenkring van de filosoof.
De Nagelate Schriften van B.D.S. is een merkwaardig boek.
Het is een contemporaine vertaling van Spinozateksten. Via het 17de-eeuwse Nederlands katapulteert het de lezer direct in Spinoza’s tijd en gedachtewereld.
Het is de eerste gedrukte Nederlandse vertaling van niet eerder uitgegeven geschriften van Spinoza.
Het boek bevat in margine, zin per zin, de Latijnse sleutelwoorden van het origineel; een werkwijze die eigen was aan Glazemaker. Dit laat de lezer toe de keuzes van de vertaler te beoordelen.
De Nagelate Schriften is niet louter een vertaling van de Opera posthuma van 1677. Onderzoek heeft uitgewezen dat ook andere teksten voor de vertaling gebruikt werden.
Het is, naar ik meen, niet uit te sluiten dat deze Nederlandse vertaling van de Opera posthuma teksten bevat die Spinoza zelf nog onder ogen heeft gehad. Er circuleerden immers, als gezegd, bij zijn leven nogal wat vertalingen van Spinozateksten.
De vertaler of vertalers waren ‘kenners’ van Spinoza’s leer; aannemelijk, ook via directe of indirecte contacten met de auteur: de Nederlandstalige versie van de OP is dus ook een kostbare bron voor de interpretatie van het origineel.
Wie zich de moeite getroost om zich vertrouwd te maken met het 17de eeuws Nederlands, voor Vlamingen niet eens zo moeilijk, raakt al vlug in de ban van de rijkdom en de schoonheid van dit Nederlands.
Er wordt verhaald dat Spinoza zijn vrienden had gevraagd om zijn ongepubliceerd werk naamloos uit te geven. Was het bescheidenheid? Was het de vrees voor sektevorming, een protestants-Hollandse plaag die de samenleving verziekte? Wie zal het zeggen? Feit is dat de vriendengroep Spinoza’s wens niet honoreerde: als auteur van de Opera Posthuma en de Nagelate Schriften werd vermeld BDS. Vreemde beslissing! Ze hadden evengoed de volledige naam kunnen gebruiken: Spinoza was zo bekend dat iedereen met enige beschaving wist wie er schuil ging achter BDS. De publicatie van de OP en de NS bleef niet onopgemerkt. Na heel wat over en weer gepalaver trof het hoogste gerechtshof van Holland een beschikking die in strenge bewoordingen het boek in beide versies veroordeelde en verbood.
De Latijnse editie en de Nederlandse vertaling worden voorafgegaan respectievelijk door een Praefatio en een Voorreeden. Algemeen wordt aangenomen dat Spinoza’s vriend Jarig Jelles dit voorwoord schreef en dat de tekst de goedkeuring wegdroeg van de vrienden die bij het publicatieproject betrokken waren. Jelles schreef de tekst in het Nederlands, Lodewijk Meyer vertaalde die in het Latijn, maar niet altijd zoals het er stond. In deze reeks zal de lezer kunnen kennismaken met de originele uitgave van de Voorrede (44 bladzijden). Wij maken gebruik van de gedigitaliseerde versie die Googleop het net ter beschikking stelde.
Zoals al gezegd: in het origineel is de Voorreeden is niet gepagineerd. Wij vermelden daarom voor de duidelijkheid in de toelichting het controlewoord van de zetter/drukker dat terug te vinden is op elke bladzijde van het origineel onderaan rechts. Wij nummeren de paragrafen van de bladzijden van het origineel van de Voorreeden, met dien verstande dat ze soms doorlopen op een volgende bladzijde. Ten slotte: Voorreeden wordt in wat volgt door ons afgekort als VR.