Soms groeit een simpele boerenwijsheid uit tot een filosofische gedachte. ‘Niemand kiest ervoor geboren te worden’ is er zo eentje. De Duitse filosoof Martin Heidegger gaf die evidentie een plekje in zijn existentiële filosofie: hij stelde dat mensen in het leven ‘geworpen’ worden. Dat kan erg goed meevallen, dat kan ook weinig rooskleurig uitpakken…Afkomst en milieu bepalen in belangrijke mate wie men is en wat wordt. Dat was voor Spinoza niet anders. Baruch d’ Espinoza werd in het leven gekatapulteerd op 24 november 1632. Hij werd geboren in een joods gezin: vader Michael d’Espinoza, moeder Hanna Deborah. Het koppel was door Jahweh al beschonken met een dochter Miriam en een zoon Isaac. Later volgden nog Gabriel en Rebecca. Baruch verloor zijn moeder op zesjarige leeftijd. Hij werd verder opgevoed door zijn stiefmoeder Esther Fernand…
Een specifieke identiteit Geboren worden uit joodse ouders en in een joodse gemeenschap is bijzonder. En op verre na niet hetzelfde als geboren worden in gelijk welk ander gezin. Joodse kinderen zijn lidmaten van een volk met een geschiedenis, dat aan de basis ligt van het monotheïsme in de wereld, dat zich zelf beschouwt als een uitverkoren Godsvolk en dat doorheen de eeuwen in Europa door andere volken belaagd werd en wordt. Kom daar maar eens om… Zeer nadrukkelijk wordt door gelovige ouders de band met volk en verleden benadrukt door religieuze rituelen en educatie. Joodse kinderen worden opgevoed in het besef van die specifieke identiteit en in een context van ‘Wij’ en de ‘anderen’. De anderen zijn de goim, de niet-joden. Spinoza groeide op in het besef van die identiteit. Hij kwam er geleidelijk tegen in verzet, aanvankelijk heimelijk en verholen, dan openlijk en heftig...
Meer weten? Wil je meer weten over het leven van Spinoza, klik dan op de links hieronder of kies in het menu Leven hierboven.