Al vele decennia lees ik, zij het niet wekelijks, het Duitse weekblad Die Zeit, algemeen geprezen als een van de beste weekbladen in Europa. Wekelijks meer dan 60 pagina’s waarvan elke letter waard is gelezen te worden. Een hele opdracht om ermee klaar te zijn voor het volgend nummer in de krantenwinkel ligt...
Op blz. 45 van de editie N° 5 van 25 januari 2024 lees ik een mooie tekst van de nu 84-jarige Oost-Duitse schrijfster Helga Schubert alias Helga Helm.
Helga Schubert
Deze dame werd op 7 januari 1940 in Berlijn geboren en studeerde er klinische psychologie aan de Humboldt-universiteit. Ze ontwikkelde zich tot een talentvolle schrijfster van kinderverhalen, toneel, TV- en filmscripts en proza over het alledaagse leven in de voormalige DDR. Ze won veel literaire prijzen en in 2020 werd ze nog gelauwerd met de Ingeborg Bachmann-Preis. Bij de lectuur van haar tekst hoor ik een belletje rinkelen. Net helder genoeg om mijn vertaallust te prikkelen. Ik vertaal dus met plezier voor de lezers van deze site haar mooie tekst.
Wij verliezen elkaar niet, waar we ook zijn. Over troost en waar die te vinden is. Een beschouwing.
Zowat zeven jaar geleden zat ik als verplegend familielid in de spreekkamer van de nieuwe, jonge huisarts. Bij het afscheid nemen aan zijn deur zei hij: ‘U moet hem loslaten. Verwittig zijn kinderen!’ En als hij zag dat mij de tranen langzaam opwelden, zei hij kennelijk om te troosten: ‘Ach wat is een mensenleven in het aangezicht van de eeuwigheid?’ De eeuwigheid. Deze ene is dan in de eeuwigheid maar ik alleen op de aarde, dacht ik, met duisternis buiten het vensterraam, de stilte. Geluidloze stilte nog wel.
Intussen zijn er, als gezegd, zeven jaar voorbij. En de eeuwigheid boezemt mij geen schrik meer in. Zoals in een sprookje. Want in het voorbije jaar zag ik toevallig foto's van de nieuwe ruimtetelescoop: vol kleur, net moderne wonderbaarlijke schilderijen, ik zag foto’s van sterrenstelsels, miljarden jaren oud, en plots besefte ik dat ik daar ook deel van uitmaakte. De eeuwigheid is niet op een andere plek, ik ben niet uitgesloten, de seconden die ik als sterfelijke mens op deze minuscule aarde ben, deze blauwe planeet, zoals op korte afstand gezien vanaf de maan, deze seconden zijn een geschenk. Ik mag dat aannemen. Ik maak er deel van uit en zij die ik lief heb, behoren er ook toe. We verliezen ons niet, gelijk waar we zijn. We kunnen loslaten en ons toch nog vasthouden.
En plots begreep ik nu eerst goed het gedicht van Friederike Mayröcker over Sirius. En het troostte mij erg:
Durch viele Masken Schauwen wir Die schöne Welt: Es pendelt Still der Mond Es kreist die Sonne wieder O Sirius, O Mandelbaum und stern: Noch leben alle, die wir lieben
Amandelboom
Door vele maskers Bekijken wij De mooie wereld: Stil pendelt De maan De zon herhaalt haar baan O Sirius, amandelboom en ster: Nog leven allen die ons lief zijn
Siriius
Sirius staat in het sterrenbeeld de Hond en wordt daarom ook Hondsster genoemd, het is de helderste ster aan de nachthemel. De amandelboom bloeit elke lente zeer uitbundig en is om die reden een symbool van onsterfelijkheid. De bitterheid van de amandelnoot herinnert ons aan de bitterheid van het leven.
Friederike Mayröcker (1924-2021) was een Oostenrijkse dichteres die in de Duitstalige wereld wordt beschouwd als een van de belangrijkste auteurs van haar generatie.
****
De Carinanevel, foto van de J. Webb ruimtetelescoop (Nasa)
Het rinkelende belletje was een signaal van Spinoza: hoewel hij ongenoemd blijft, ademt Helga Schubert's tekst Spinoza’s geest. De dokter had het over het ‘aangezicht van de eeuwigheid’ en de schrijfster brengt die eeuwigheid, via ruimtefoto’s van de J. Webb-telescoop, in verband met de kosmos. Eeuwigheid en kosmos zijn twee sleutelbegrippen in de filosofie van Spinoza: alle dingen in het Al, van macrokosmos tot microkosmos, zijn bekeken vanuit het perspectief de eeuwigheid onderworpen aan dezelfde eeuwige natuurwetten. Wij mensen mogen er deel aan hebben: dat geldt zowel voor zij die er nog zijn als voor zij die niet meer zijn, maar beide in hun eigen dimensie.
Zeker, filosofie kan troost bieden... Willy Schuermans 01.02.24