Jean-Claude Milner, Le sage trompeur, Libres raisonnements sur Spinoza et les Juifs, Court traité de lecture I, Paris, 2013, 123 p. Milners essay, gepubliceerd in februari 2013, ligt reeds meer dan een jaar op mijn leestafel. In Frankrijk joeg het boekje afgelopen jaar heel wat stof op. Hoog tijd om het nu te bespreken. Ook al omdat zopas een wat lijviger boek van de pers rolde waarin Milner (°1941) van antwoord wordt gediend door Ivan Segré, een Talmudist. Daarover later meer (1). Baruch d’ Espinoza was van joodse komaf. Het is dus niet meer dan normaal dat joodse mensen, al of niet lid van het bent der filosofen, een mening hebben over Baruch de Jood. Zeker over een casus-jood als Spinoza. Milner, linguist, filosoof en essayist, kondigt zijn essay aan als libres raisonnements. Die worden minutieus en logisch ten beste gegeven. De titel van het essay maakt de positie van Milner meteen duidelijk. Spinoza is een Wijze met ‘bedrieglijke’ bedoelingen… In zijn essay draagt de auteur zijn argumenten aan. Milners boodschap is alvast niet van aard Spinozistische wierookzwaaiers vrolijk te stemmen. Maar niemand hoeft het met de auteur eens te zijn. Anti-joods manifest Waar gaat het om? De tekst die op Milners lever ligt (en die van vele andere joodse mensen) is een paragraaf uit het Theologisch-politiek traktaat (TTP), in 1670 naamloos door Spinoza gepubliceerd. Het betreft het einde van §12 van het derde hoofdstuk van de TTP. Dat hoofdstuk draagt als titel: Over de roeping van de Joden en of de gave van de profetie typisch is voor Joden. De paragraaf begint met de woorden Quare hodie Judaei (Daarom (kunnen) de joden vandaag). Milner laat quare (dus) wegvallen. Die woorden verwijzen naar Spinoza’s vorige paragraaf. Milner maakt zo van §12 een autonome tekst. Naar zijn interpretatie wordt de tekst een anti-joods manifest... In de inleiding van het essay wijst de auteur op het groot belang ervan. Milner bestempelt Spinoza’s tekst als het charter van de verlichte joden sedert de 19de eeuw, hoewel die in joodse kringen ook felle tegenstanders kende en kent. Fijntjes voegt Milner eraan toe: ‘Le texte m’a toujours paru moins limpide qu’on ne dit (…)’. Dat klinkt Spinoza-analysten niet onbekend in de oren. Verborgen boodschap Milners centrale these is, dat Quare hodie judaei door Spinoza met opzet is gecrypteerd en dus een verborgen boodschap bevat die gericht is tegen zijn volksgenoten. Milners méthode de lecture zal die aan de oppervlakte brengen. Iets over die methode? Milner leest Daarom (kunnen) de joden vandaag op grond van een bijzondere leesmethode. Vandaar de ondertitel van zijn essay Essay de lecture 1. Milner, ontevreden over de platte leesmethode die wij gewend zijn te gebruiken, heeft dus duidelijk plannen om ons nog staaltjes te geven van zijn manier van lezen. Wat die vermag, illustreert hij in dit essay. Hij baseert zijn leeswijze op lectuurregels van politiek filosoof Leo Strauss (1899-1973) (2). Die stellen o.a. dat een auteur die fouten maakt die een schooljongen niet maken zou, bedoelingen heeft. Aan de wakkere lezer om die te achterhalen. Hoeksteen van zijn argumentatie is zijn interpretatie van het devies van Spinoza’s zegel: dat hij une dévise trop claire noemt… Het Caute op het briefzegel van Spinoza is, beweert hij, een brachylogie, d.w.z. een zinspeling op een spreuk die ingekort werd, en die geëduceerde lezers in de 17de eeuw makkelijk herkenden. Die spreuk is volgens Milner: si non caste, tamen caute: als je niet kuis bent, hou dan je bek! Een christelijk devies dat al bekend was in de 11de eeuw en gebruikt werd in de context van priesters die het moeilijk hadden met hun testosteron. Milner geeft caste, niet de eerste en meest voor de hand liggende betekenis (kuis), maar vertaalt caste als indecent, in de betekenis van: in strijd met de gangbare, oirbare, meningen. Waarom Milner dat doet en vooral waarom hij caute precies met die bepaalde spreuk verbindt, verklapt hij niet. Via deze onnodige en betwistbare omweg sluit Milner zich aan bij de meest gangbare interpretatie van het zegel-Caute. Parafraserend gesteld luidt die: wees voorzichtig, pas op je tellen als je dingen zegt en schrijft die tegendraads zijn en de goegemeente schofferen! Uitgommen Spinoza beweert in de tekst Quare hodie judaei dat de joden hun voortbestaan danken aan de haat die zij zich doorheen de eeuwen op de hals haalden. Die jodenhaat verdwijnt als ze de gebruiken en gewoonten van hun omgeving accepteren en overnemen. Spinoza ondersteunt dan die these met ervaringsvoorbeelden. Daar wringt het schoentje: Milner meent dat zijn voorbeelden en redeneerwijze rammelen… In de tekst Daarom (kunnen) de joden vandaag staan flagrante onwaarheden. O.a. over het lot van de joden in Spanje in de 15de-16de eeuw. Spinoza wist in deze Spaanse kwestie al te goed hoe de vork aan de steel zat, maar dist de lezer toch een onjuiste voorstelling van de feiten op. Spinoza misleidt de lezer dus met opzet om zijn stelling kracht bij te zetten. Milners leesmetode stoot dan door tot de verborgen boodschap: haat moet uit de wereld verdwijnen door het uitgommen van de naam Jood. Niet op gewelddadige wijze, welteverstaan, maar zonder dat er één druppel bloed vloeit! Dat kan door ze te verplichten tot renegatie, het opgeven van hun voorvaderlijke religie, én dan tot bekering. Dat ze Christen worden of Moslim! Spinoza gaf in deze al een voorzet: het Theologisch-politiek traktaat is Spinoza’s hoogstpersoonlijke seculiere renegatie... Sterke koffie, de lectuurresultaten van Milner! En als hij het bij het rechte eind heeft: waar blijft dan de geclicheerde tolerantie en zachtmoedigheid van Spinoza? Waar blijft de grondstelling van het Theologisch-politiek traktaat, dat stelt dat vrijheid van denken en religie verenigbaar zijn met en noodzakelijk zijn voor het belang en het voortbestaan van de staat…? Milner weet als linguïst en filosoof natuurlijk hoe hij teksten moet aanpakken. Zijn essay is uiteraard complexer en rijker aan ideeën dan uit deze blog blijkt. In hoeverre zijn argumentatie overtuigt, is zaak van elke lezer. Als slot een conclusie van Catherine Kintzler, een Franse blogster die Le sage trompeur besprak: ‘(…) si Spinoza en sort grandi comme écrivain, il n’en va pas de même pour l’icône philosophique, le révéré théoricien de la liberté politique devant lequel des générations de professeurs de philosophie on cru bon de faire génuflexion. Gageons que parmi eux certains, plus nombreux qu’ on ne pense, sauront gré à Milner, d’ôter quelques boulons décisifs à la statue.’ (3). In Frankrijk is alle stof over dit essay nog niet neergedwarreld. ___ (1) Ivan Segré, Le manteau de Spinoza,Pour une éthique hors la Loi, Paris, 2014, 265 p. (2) Leo Strauss, Le Testament de Spinoza, Paris, 2004. Een collectie artikels over la judéité. Strauss stelt dat het TTP met een nieuwe lectuurmethode moet gelezen worden. (3) Mezetulle, Blog-revue de Catherine Kintzler (www.mezetulle.net, en dan verder naar de bespreking van Le sage trompeur van Milner, blog van 22 mei 2013.) Comments are closed.
|
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |