Doctor Meijer is de meest ware Spinozist geweest sedert Spinoza. ![]() Willem Meijer. De Spinozastudax ontmoet zijn naam wel eens in de bibliografie van een of ander Spinozaboek. Het werd na zijn overlijden al snel stil rond zijn naam. Vergeefs zal je in Wikipedia naar hem zoeken... Sedert zijn dagen is de Spinozastudie zoals dat heet met ‘rasse schreden vooruitgegaan’ en werd een berg literatuur gepubliceerd. Wie die beklimt vergeet wel eens achterom te kijken. Zo raken oudere auteurs uit het gezicht. In tal van gevallen hoeft daar niet om getreurd. Maar dat treft niet, helemaal niet, voor Willem Meijer. Het mag misschien wel zijn, dat de tijd veel van Meijers Spinozateksten met een laagje patina bedekte, maar die glanst, meen ik, nog meer dan voldoende om deze Spinozapionier wat licht te gunnen. Als eerbetoon breng in ik voor mijn lezers, deze merkwaardige man en uitmuntende Spinozakenner in enkele teksten onder de aandacht: eerst in een korte biografische schets en vervolgens via een kleine bloemlezing van zijn meningen over filosofie en Spinoza, die ook na meer dan 100 jaar het overpeinzen waard zijn (1). Familiefortuin Willem Meijer, geboren in Amsterdam op 18 november 1842, was van goed burgerlijke komaf. Zijn vader was er een succesvol industrieel en lid van de lutherse gemeenschap. Willem ging in 1862 theologie studeren. Bevangen door geloofstwijfel onderbrak hij zijn studie. Na een korte onderbreking zette hij evenwel in Heidelberg zijn theologische studies verder. Geloofstwijfels bleven hem verder aanvreten en hij hield uiteindelijk de studie van de theologie voor bekeken. In Groningen ging hij nu geschiedenis en literatuur studeren. Maar ook die studie werd afgebroken: het overlijden van zijn moeder in Amsterdam en de familiale beslommeringen waarmee hij toen te maken kreeg, benevens een huwelijk dat op stapel stond, deden hem besluiten de brui te geven aan alle verdere studies. Beschikkend over een flink familiefortuin besloot Willem in de landbouw te gaan. Hij deed dat na ernstige studie en met alle toewijding die nadien ook zijn andere ondernemingen kenmerkten. De economische omstandigheden, en wellicht ook wel wat gebrek aan ervaring, maakten van zijn landbouwondernemingen geen succes: hij schoot er een deel van zijn fortuin bij in. Het vrije denken Willem beschikte over een vlotte pen en vatte het plan op om op regelmatige basis in kranten te publiceren. Tussen 1880 en 1890 verschenen van zijn hand tal van artikels over maatschappelijke en politieke thema’s. De visies die hij daarin vertolkte, brachten hem onvermijdelijk in politieke vaarwateren en in conflict met conservatieve liberalen, die al te streng in de leer, naar zijn idee geen oog hadden voor de toen relevante maatschappelijke problemen. In 1890 verhuist Willem Meijer naar den Haag. Daar begint een nieuwe fase in zijn leven: hij zet er zijn maatschappelijk werk weliswaar verder, maar stort zich - met overgave - op de studie van de wijsbegeerte. Zijn voorliefde voor het vrije denken en zijn voornemen om een leven te leiden overeenkomstig zijn filosofische overtuiging leidt hem onvermijdelijk naar Benedictus Spinoza, die ooit in zijn nieuwe woonplek leefde en werkte. Ik laat van der Tak aan het woord: ‘Meijer heeft langzamerhand zijne eigene denkbeelden steeds meer, duidelijker geformuleerd en nauwkeuriger onderzocht teruggevonden bij Spinoza. In verklaarden vorm en door onwankelbare argumenten bevestigd, trof hij in des wijsgeers geschriften datgene aan, wat reeds in minder duidelijken en onderscheiden vorm n eigen ziel aanwezig was. Ten slotte heeft hij als een vrij, d.i. een door de Rede verlost mensch, Spinoza’s leer volkomen aanvaard.’ (2) Willem Meijer publiceert nu over filosofie in tijdschriften en weet zich zo in korte tijd een internationale reputatie op te bouwen. Zijn bijdrage tot de studie van leven en werk van Spinoza zijn belangrijk geweest: hij publiceerde een nieuwe Nederlandse vertaling van Spinoza’s werken en schreef tal van populariserende artikels over diens leer. In 1903 gaf hij een facsimile-editie uit met de 12 toen bekende briefautografen van Spinoza. Omwille van zijn verdiensten voor de filosofie besloot de Universiteit van Leiden hem in 1906 de titel van Doctor honoris causa te verlenen. Een leerstoel die hem kort nadien werd aangeboden, wees hij af, net als zijn leermeester dat eertijds ook al had gedaan, weliswaar deels ook op andere gronden. Spinozahuis Meijer zal wel altijd met de naam Spinoza verbonden blijven. Dat er nu in Rijnsburg een Spinozahuis bestaat, een erg bijzondere lieu de mémoire, is aan zijn opmerkzaamheid te danken. Hij herkende (net op tijd) dat een huisje in Rijnsburg dat te koop werd aangeboden het voormalig woonhuis van Spinoza was. Hij wist uit zijn lectuur (Van Vloten) dat op de gevel van Spinoza’s woning in Rijnsburg een stichtend vers was gebeiteld : Ach! Waren alle menschen wijs, Meijer had in de gaten dat die regels ook te lezen waren op het huisje dat geveild zou worden, dus…. Met het oog op de verwerving van het Spinozahuisje richtte Meijer in 1897 de ‘Vereniging het Spinozahuis’ op. Het huis kwam eerst in handen van een tussenpersoon, werd dan overgekocht door mecenas baron G. Rosenthal die het schonk aan de Vereniging. Tot op de dag van vandaag beheert de Vereniging Spinoza’s huis in Rijnsburg en stelt het open voor het publiek. Wie nu het Spinozahuis in Rijnsburg bezoekt kan er boven de schouw de tekst lezen die Lodewijk Meijer er liet aanbrengen: Per realitatem et perfectionem idem intelligo. Een tekst die hij volledig onderschreef en tot de zijne maakte. Tot in 1922 was hij secretaris van de Vereniging. Propagandist? Om een ruimere werking ten bate van Spinoza en zijn gedachtegoed te kunnen realiseren, nam Meijer in 1920, samen met Carl Gebhardt en enkele anderen, het initiatief om een tweede Spinozavereniging op te richten: de Societas Spinozana. In 1927, na de aankoop van Spinoza’s woning in Den Haag (1926) werd de Societas in die context hervormd. In zijn overzicht van het Spinozisme in Nederland staat Henri Krop uitvoerig stil bij leven en werk van Lodewijk Meijer. Hij zet deze pionier evenwel weg, samen met enkele anderen, als een ‘propagandist’ van Spinoza. Meijers publicaties en inspanningen ter bevordering van de studie van Spinoza’s leven en leer kwalificeren met dit geladen woord doet hem onrecht (3). Willem Meijer kwam er niet toe om een wetenschappelijk-kritische editie van de oorspronkelijk teksten van Spinoza te publiceren, hoewel hij daartoe over heel wat materiaal beschikte. Die taak werd volbracht door een andere Spinoza-pionier Carl Gebhardt. Zolang de nieuwe teksteditie die wordt voorbereid o.l.v. P.-F Moreau nog niet is voltooid, blijft Gebhardts werk deels in gebruik. Meijer publiceerde, tot spijt van menigeen, ook geen omvattend synthesewerk over leven en leer van Spinoza, thema’s die hij beheerste als geen ander. Mystiek Tot slot nog een woordje over Meijers interpretatie van Spinoza’s leer. Hij behoorde tot die spinozisten die Spinoza in ‘rationalistische zin’ interpreteerden. Tegen het eind van zijn leven kon hij niettemin meer begrip opbrengen voor de mystieke trekjes die velen toch menen te onderkennen in de filosofie van de meester in het vijfde deel van de Ethica: Meijer was inmiddels tot het besef gekomen, dat enig inzicht in God en de Wereld niet mogelijk is zonder een vleug mystiek. Lodewijk Meijer stierf in 1926. Hij was drieëntachtig. We besluiten met een mooie Meijer-hulde van de hand van W.G. van der Tak (1885-1958), vele jaren secretaris van de Vereniging het Spinozahuis en zelf ook een uitstekend Spinoza-kenner: ‘Meijer heeft zich met den geest van Spinoza vereenzelvigd en uit dien hoofde is zijne interpretatie van dien wijsgeer hooger te stellen dan die van degenen, welke slechts wetenschappelijke belangstelling voor Spinoza’s philosophie hebben.’ _____ (1) De biografische nota is hoofdzakeljik gebaseerd op W.G. van der Tak, Doctor Willem Meijer, 1842-18 november 1922, in Spinozana, 1897-1922, Heidelberg, Amsterdam, 1922, blz. IX-XLIV. De Meijer-uitspraken komen eveneens uit dit boek en werden geplukt uit de jaarverslagen 1897-1922, die Meijer maakte als secretaris van de Spinozahuis. (2) W.G. van der Tak, o.c., blz. XVIII. (3) Henri Krop, Spinoza, een paradoxale icoon van Nederland, Amsterdam, 2014, blz. 563 e.v.. De drie andere' propagandisten' zijn Bierens de Haan, Polak en Carp. Een sneer van een sniffy academicus t.a.v. deze vier notoire niet-academici? |
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
spinozakring.lier@hotmail.com Mijn andere sites! |