Het is altijd gevaarlijk, soms zelfs onzinnig, om de eigen tijd te vergelijken met een of andere periode uit het verleden. Zal ik het toch maar even wagen? Pakweg de laatste 125 jaar gebeurt er wereldwijd onder onze ogen een omwenteling in de fysica. In het kielzog daarvan groeit een totaal nieuw concept over de opbouw van de kosmos. Iets vergelijkbaars gebeurde in Europa in de loop van de 16de en de 17de eeuw. Nieuwe wetenschappelijke kennis, gebaseerd op waarneming en experiment, revolutioneerde uiteindelijk in de 17de eeuw het wereldbeeld. Kennis van wat er toen in het Europa van de 17de eeuw in de natuurwetenschappen gebeurde, was evenwel het privilegie van een ontwikkelde maatschappelijke bovenlaag. De man in de straat bleef buiten deze spectaculaire wetenschappelijke omwenteling en leefde verder in geloof, bijgeloof en magie. De wetenschappelijke en technische vooruitgang die in de wereld van vandaag haar beslag krijgt, hoeft voor niemand een geheim te blijven: onze moderne media, toegankelijk voor eenieder, doen er op verstaanbare wijze verslag over. De waarheid in pacht In de 17de eeuw bedacht Spinoza op intuïtieve wijze een filosofisch systeem dat hij presenteerde als een ethica (lees: een levenswijze), gesteund op een coherente visie op natuur en mens. Spinoza was ervan overtuigd dat hij de waarheid op de hielen zat. Tegen het eind van zijn leven, hij overleed in 1677, was hij zelfverzekerder dan ooit over de geleverde denkprestatie. Hoor hem zelf zeggen, ietwat kribbig en met enige intellectuele arrogantie, in een brief van ca. 1675, gericht aan Albert Burgh (1): ‘(...) je vraagt mij hoe ik weet dat mijn filosofie de beste is van alle die ooit op de wereld zijn onderwezen, of van die nu nog onderwezen worden, of van die die ooit nog in de toekomst zullen onderwezen worden? (...) Maar ik pretendeer niet dat ik de beste filosofie heb gevonden, maar ik weet dat ik de ware wijsbegeerte begrijp. (...) Zijn boude beweringen roepen onvermijdelijk de vraag op: wat blijft er van Spinoza’s mens- en wereldbeeld overeind in het licht van moderne wetenschappelijke inzichten? Die vraag werd door neurowetenschappers, psychologen, fysici, biologen,… nogal uiteenlopend beantwoord. Globaal kan toch worden gesteld dat het met ‘s meesters opvattingen door de bank genomen erg goed meevalt. Glashelder Ik stel hier de problematiek van de exact-wetenschappelijke toetsing van Spinoza’s systeem weer aan de orde, naar aanleiding van het verschijnen in 2016 van een buitengewoon interessant en geslaagd boekje Seven brief lessons on physics. Het is van de hand van Veronees Carlo Rovelli, (° 1956) theoretisch-fysicus en een van de vaders van een recente opvatting die loop quantum gravity theory werd gedoopt. Die theorie komt in zijn boekje (les vijf) uiteraard ook ter sprake. Het boekje telt slechts 86 pagina’s en, niet onbelangrijk, het is glashelder geschreven en bevat, op één uitzondering na (blz. 12), geen formules. Paolo Giordano, een fysicus-literator (2) en dus goed geplaatst om dit essay zowel naar inhoud als naar stijl te beoordelen, schreef over dit juweeltje: ‘Rovelli has found a new way to talk about science, simple and keen. His seven lessons are as graceful, terse, and dreamy as only poetry can sometimes be.’ Wie zich aan de voeten zet van Rovelli, diens zeven lessen rustig doorneemt en er de essentie van in zich opslaat, die weet waar het nu in de fysica vandaag om te doen is en leert moeiteloos hoe fysici vandaag de kosmos opvatten. De zeven lessen gaan, zo lezen we in de inhoudstafel, hierover:
Een vrije wil? We laten ons niet ontmoedigen en beginnen nieuwsgierig aan de derde les, de vierde, de vijfde. Alle even boeiend én spannend. In de zesde les behandelt Rovelli de tijd, dat mysterieuze en nog altijd niet volledig doorgrond fysisch fenomeen. Het weinige en verwarrende dat Spinoza over ‘tijd’ schreef, staat zo ver af van de huidige natuurkundige opvattingen over tijd en ruimte dat het nauwelijks of niet de moeit loont die te beschouwen in het licht van eerstgenoemde. Dat redt in deze alvast wat Spinoza-meubeltjes... In de zevende les, die over ‘onszelf’ gaat, word ik aangenaam verrast: Rovelli brengt de inhoud van deze les direct in verband met Spinoza. Dat doet hij als hij het heeft over onze wilsuitingen: ‘Our free decisions are freely determined by the results of the rich and fleeting interactions among the billion neurons in our brain: they are free to the extent that the interaction of these neurons allows and determines. Does this mean that when I make a decision it’s ‘I’ who decides? Yes, of course, because it would be absurd to ask whether ‘I’ can do something different from what the whole complex of my neurons has decided: the two things, as the Dutch philosopher Baruch Spinoza understood with marvellous lucidity in the seventeenth century, are the same. 1 Rovelli erkent in deze passage dat mensen een vrije wil hebben... maar binnen grenzen, gedetermineerd zijn. Inzake het begrip ‘determinatie’ kiest Rovelli (met anderen) voor een relatieve interpretatie van dit begrip: binnen een ‘gedetermineerd veld’ kan er, aldus deze visie, ook enige ruimte bestaan voor vrijheid. Deze ‘afgezwakte determinatie’ is goed nieuws voor Spinoza: ze laat toe zijn tegenstelling in casu tussen menselijke vrijheid en determinatie en de flou philosophique die er in zijn Ethica overheen hangt, op te lossen. 2 Rovelli accepteert in bovenstaande tekst ook een van Spinoza’s belangrijkste stellingen, namelijk de eenheid van geest en lichaam. Wetenschappelijke bevindingen bevestigen dus wat Spinoza hierover in de 17de eeuw met marvellous lucidity beweerde. Einde van de lessencyclus van top-fysicus Carlo Rovelli, te lezen en te herlezen in: Carlo Rovelli, Seven brief lessons on physics, Translated by Simon Carnell and Erica Segre, New York, 2016 - ISBN 978-0- 99- 18441-3 ____ (1) Het betreft brief 76. Albert Burgh had zich net bekeerd tot het rooms-katholicisme, tot ontzetting van zijn ouders en tot verbazing van Spinoza en zijn vrienden. Burgh verdedigt zijn nieuw geloof tegen de filosofie van Spinoza die hij des duivels achtte. Spinoza slaat tegen voormalige vriend Burgh een sarcastische, kribbige toon aan en toont zich in deze context niet bijzonder tolerant. (2) De fysicus Paolo Giordano (° 1982) werd intussen literator. Zijn eerste roman, De eenzaamheid van de priemgetallen (2009) viel in de Italiaanse prijzen en was een wereldsucces. Intussen is hij al ettelijke romans verder... (3) Carlo Rovelli, Seven brief lessons on physics, New York, 2016, blz. 73 en 74. Lezer, bekijk even de korte video bij deze blog. Rep u vervolgens met bekwame spoed naar de boekhandel of naar Amazon en koop dit boekje: wie het allemaal al eens eerder las ontvangt hier een boeiende en helder geformuleerde herhalingsles; wie van moderne fysica weinig of niets afweet, komt op even boeiende als snelle wijze bij de tijd inzake fysica en kosmologie. Opmerkingen zijn gesloten.
|
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |