Alain (1868-1951) Alain: nom de plume van de Fransman Émile-Auguste Chartier (Mortagne-au-Perche, 1868 - Le Vésinet, 1951). Hij was filosoof, schrijver, journalist en voor alles een filosofieleraar die door zijn leerlingen op handen werd gedragen. Hij is anno 2020 in zijn vaderland nog altijd een veelgelezen auteur: zijn grafmonument op het Parijse Père-Lachaise staat er zelden zonder bloemen bij (1). Zijn vaderlandse faam werd uitgedragen door erkentelijke oud-leerlingen en glorie bijgezet door zijn journalistiek werk en, uiteraard ook, door zijn filosofische geschriften.
Alain was vanaf 1909 professeur de khâgne (hoogste klas) aan het Parijse Lycée Henri-IV en introduceerde ettelijke generaties jongelui in de filosofie, onder hen latere beroemdheden als André Maurois, Académicien, die in 1950 aan hem een monografie wijdde, Raymond Aron, Simone Weil, Julien Gracq en Georges Canguilhem, filosoof-medicus.
Alain voor de klas
Bibliothèque de la Pléiade Alain publiceerde vanaf 1903 in de Dépêche de Rouen een kroniek Propos du dimanche, later gevolgd door Propos du lundi. Zijn ‘Propos’ zijn korte artikelen met filosofische inslag, geschreven naar aanleiding van alledaagse gebeurtenissen: hij pende bijna 5000 Propos bij elkaar! Hij voerde die pen op meesterlijke wijze: in de traditie die werd ingezet door Plato wist hij filosofie en literatuur met elkaar te verzoenen. Zijn werk werd om die reden opgenomen in de Franse Bibliothèque de la Pléiade: twee delen Propos, twee delen filosofische geschriften. Alain kan, helaas, nauwelijks of niet in het Nederlands worden gelezen (2). In de Lage Landen bij de zee is Alain daardoor zo goed als onbekend. In Vlaanderen is het met zijn bekendheid een ietsepietsje beter gesteld, omdat het eeuwenlang aan de boezem lag van Mère Marianne en daarom veel francofielen en francofonen telt die in staat zijn Alain te lezen.
Spinoza Het zal dus ook maar weinigen bekend zijn dat het eerste boekje dat Alain in 1900 publiceerde een essay was over... Spinoza. Hij heette toen nog Emile-August Chartier en schreef het voor zijn leerlingen in het Lyceum van Rouen. Voor Alain-liefhebbers, waartoe ik me reken, is Alains eersteling(etje), Spinoza, een gezocht collectors item: nog niet zolang geleden kon ik een exemplaar op de kop tikken, helaas wat onfris en afgeleefd... Alain vervulde in Frankrijk via dat boekje een niet onbelangrijke rol als Spinoza-propagandist: het werd in 1949 onder dezelfde titel opnieuw uitgegeven en nadien opgenomen in Gallimards Collection Idées. Het werd talloze keren herdrukt en mijn exemplaar staat al sedert 1968 in mijn kast, gelezen én herlezen. Alains boekje was voor talloze Fransen een eerste kennismaking met de gedachtewereld van Spinoza. Die rol kan het ook vandaag nog altijd met brio vervullen en dat is een zeldzame verdienste: het is dus met enig recht dat ik Alain op deze site een plekje geef in de rubriek Spinoza-kennersvan vroeger. ____ (1) De immense populariteit van Alain in Frankrijk werd enkele jaren geleden nog maar eens bewezen door de ruime aandacht die in de media werd besteed aan de publicatie op 01.03 2018 van zijn Journal inédit, 1937-1950 (Ed. les Equateurs). Dit dagboek veroorzaakte verontwaardiging en literair verdriet: wakkere lezers ontdekten in dit meer dan 800 blz. tellende dagboek anti-semitische passages... een smet op het blazoen van een Frans educatief en filosofisch icoon! Alle Franse media hebben aan de affaire ruim aandacht besteed en boekenpoeper Michel Onfray speelde het klaar om, nauwelijks een week na het verschijnen van het Journal, er een essay over te publiceren: Solstice d’ hiver (Alain, les Juifs, Hitler et l’Occupation, (07.03, 2018)... Alain vervulde in Frankrijk via dat boekje een niet onbelangrijke rol als Spinoza-propagandist: het werd in 1949 onder dezelfde titel opnieuw uitgegeven en nadien opgenomen in Gallimards Collection Idées. Het werd talloze keren herdrukt en mijn exemplaar staat al sedert 1968 in mijn kast, gelezen én herlezen. In Solstice d’hiver (2018) schrijft op blz. 15 MichelOnfray: ‘... cet auteur d’ un formidable Spinoza qui ouvre avec ce livre les portes d’ une pensée si complexe, en proposant une analyse qui invite ni à rire ni à pleurer mais à comprendre’. (2) J.A. Sandfort, Twaalf praatjes, ’s-Gravenhage, 1955 ((L.J.C. Boucher). Gepubliceerd kort na Alains overlijden.