Spinoza, mijn idool, hoe ben ik ooit tot hem gekomen? Filosofisch hoort hij tot d’allerhoogst’ en schoonste bomen. Mijn jeugd werd geheel en al door christendom bepaald En later raakt’ ik door Hegelianism’ opnieuw verdwaald. Totdat een toevalge Spinoos-herdenking mij deed keren En mij dwong om ietwat nieuwe stof te gaan leren. Kennistheorie, mijn job, en waardering voor Wittgenstein Waren niet opgewassen tegen het felle Joodse venijn, Want in zijn Ethica, deel twee, smaakt’ ik nieuwe wijn. Onze E U R eerde hem drie eeuwen na z’n dood. Ik deed mee met een professoraal gesproken rede En geloof m’of niet: die schokte m’ uit het lood. ‘k Begon te beseffen wat Rixtel dichtte op Van d’ Enden: “Gods Wezen, dat zichzelf geheel in ‘t al besluit, Begrijpt g’ in uw geest en leert het ons bekennen. Wat heil uit wetenschap, wat ramp uit dwaasheid spruit, Vertoont ge, om ons tot deugd door waarheid te gewennen”. Behalve mijn aan Spinoza verknochte bekering, Gewerd dit ook nog mijn levenslang’ academische nering.
Spinozagezangen 2
Spinoza
De Portugese synagog’ in de vrijstad Amsterdam stond op z’n kop. Wat was er aan de hand? Een ondeugend jong lidmaat zonder strop Had het gewaagd rabbi Saul Levi Morteira kritisch t’ondervragen Over zijn leer betreffend de waarheid van de Wet van Mozes’ dagen. Handelaar in zuidvruchten in vader Michael’s zaak was hij niettemin Een veelbelovende leerling in d’Hebreeuwse lessen vanaf het begin. Stijfkoppig was hij niet door verd’r druk en uitleg gehoorzaam te krijgen. D’immigranten gemeenschap, uit Portugal gevlucht, was nu beducht Voor nieuw gevaar, als d’opstandeling hen beschaamd zou maken. Dan maar korte metten en d’ruit met hem. Morteira was niet te schaken. Zijn woede kende geen grenzen. Met zware vervloekingen werd hij Verbannen en uitgeworpen. Op straat kwam een fanaat met mes opzij, En trachtte hem het leven te benemen, doch Bento verdedigt zich kordaat. Wat nu? Weent hij soms, verlaten van familie en gemeente, op straat?
Spinozagezangen 3
Latijnse school in Amsterdam
Nauwelijks ontsnapt aan d’aanslag vat de ketter weer moed. Zeker is zijn diepe wens om het pad der wetenschap te gaan. Bijgeloof en religieus bedrog op basis van vermeende waan In d’uitleg van de bijbel brengt de mensheid een overvloed Aan kwalijke rampen die haar hinderen stand te houden En het heil te bereiken tegen gevaren die overal dreigen. Reeds lang wordt hij beheerst door ’t verlangen en de neiging Om de waarheid te zoeken onder de gepredikte valse schijn. De taal der wetenschap dwingt hem les te nemen in Latijn. Een meester in dat vak, ook als hij een ex verbannen uit zijn orde Der Jezusmensen, staat klaar om hem op te nemen in zijn klas En ’t onderwijzen wat hij nodig heeft, zelfs alsof hij ‘n vriend was. Met andere leerlingen staat hij op de planken voor ‘s meesters stuk Dat Philedonius heet: hoe mensen slaaf zijn van hun passies En die maar moeilijk in redelijk beleid kunnen overwinnen Zowel leraar als leerlingen worden vrienden voor het leven. De meester vooral door de wijsheid die hij tussen de lessen biedt En rijkelijk aan gelezen oude letteren illustreert. Meer dan wie Ook was hij realist, die ondertekent als: “Meest Van Zaken Houdt”. Bij Baruch heet dit later ‘Sed res est’: maar de zaak is. Onophoudelijk zal de werkelijkheid zelf zijn focus worden.
Spinozagezangen 4
René Descartes
Na bevrijding van het Joodse keurslijf en d’eerste stap via kennis van Latijn naar d’illustere wetenschap Stond d’alom gevierde Descartes aan Spinoza’s deur, Die d’opening bood voor mechanische wereld...klaring Reeds vóór hij hem passeerde, gaf hij in onze nedertaal kort OVER GOD, DE MENS EN Z’N WELSTAND ‘t verhaal Van eigen inzicht in d’oorsprong, d’aard en structuur Van ‘t wereldgebeuren, dat veel vrienden aan hem bond. De winkel werd gesloten en glazen slijpen het beroep. Helaas was ‘t gevaar voor z’n leven nog niet verdwenen. . Ook christenen duldden geen atheïst in hun midden. Angst beving zijn gemoed en deed hem nemen de wijk Naar Rijnsburg bij de Leidse universiteit waar vrienden Lodewijk Meyer en Hudde hun doctorstitel haalden.
Spinozagezangen 5
Lenzenslijpbank 17e eeuw
“Hij leert een kunst om zich te generen” schrijft d’oudste biograaf. Tussen bespiegelingen van ‘t verstand door moet de kost worden verdiend. Rekening van verhouding brandpunt en straling door ronde glazen, holl’en bolle, Doen hem rijzen tot beroemd opticiën, deskundigste brillenslijper, Vervaardiger van kijkbuizen voor ‘t vergezicht, en vergrootglazen om D’ insecten en spinnenweefsels te studeren en wormen in ons bloed. Eenieder zocht de microscoop van deze gezichtsartiest te verwerven. Bij zijn bijwoning van anatomie in de Leids’ Academie was die zeer behulpzaam. Verhuisd zijnde naar Voorburg was Spinoza’s optische techniek De geliefde stof voor zijn communicatie Met de nieuwsgierige Christiaan Huygens, schrijver van de DIOPTRICA. Dat was heel bijzondere vroegwetenschappelijke samenwerking.
Spinozagezangen 6
Intussen heeft Spinoza Descartes’ bestsellers Over de passies en de methode verslonden en Diepgaand g’ analyseerd. Iedereen was betoverd: Wervelingen aan de sterrenhemel en vernieuwend Is COGITO ERGO SUM topslogan aan d’academies. Maar openlijke publiciteit is een riskant’onderneming. Kan men een tweede keer ieders mening trotseren? Warempel, de beroepsketter schrikt er niet voor terug. Met volledige naam en stedelijke herkomst op titelblad Per Benedictum de Spinoza, Amstelodamensem, Verschijnt zijn kritisch en uitzonderlijk gedurfde werk RENATI DES CARTES / PRINCIPIA PHILOSOPHIAE, Ter misleiding ondertiteld als ‘geometrisch bewezen’, En knipogend toegevoegd COGITATA METAPHYSICA, Waarin ‘t laatste woord wijst naar ‘t Middeleeuws restant, Ingeleid door de zeer geleerde Leidse medische doctor Lodewijk Meyer. Zeer zeker een gewaagde uitgave Met dubbele bodem, deels positief en deels negatief. Dit werk is besproken en weloverwogen tactiek om Gehoor te krijgen voor d’eigen radicale boodschap.
Spinozagezangen 7
Alles op aard’en in hemelse sferen tussen sterren Beweegt gedwongen in cirkels wiskundig te gronden. Wat zich in rust bevindt of in een regelmatige gang Is daaraan ontheven? Rust erkent toch geen oorzaak? In vrijheid en zelfstandig bepaalt de mens zijn gedrag? Uitwendige factoren zijn geen determinanten voor Het samenstel en spel van d’autonome ziel en lichaam? ‘t Beginsel van traagheid beheerst de materiële wereld. Zo heeft ‘t de persoonlijke schepper gereglementeerd? Hier grijpt Spinoza in en klaagt hij d’halfslachtige Wiskundige mechaniciën aan: alles is van buitenaf Door oorzaken bepaald. Inertie is hoogstens schijnbaar. Het geduwde schip of de geworpen steen houden Hun vaart niet door zichzelf maar door stuwing van lucht In onrust gebracht door motorische kracht van de hand. Zo werd Descartes zelf als motorische stimulans in feite De schepper van de natuurkundige hemelvaart van Spinoza, Einstein: Spinoza leert als eerste d’algemene relativiteit.
Spinozagezangen 8
Spinoz's Theologisch-Staatkundig Traktaat
“Zo het lichaam is, zo de ziel”. In zijn korte verhandeling Was het gerijpte eigen verhaal in eerste ontwerp geuit En werd die gedeeld en druk besproken onder vrienden. D’ eindversie groeide gestaag in Spinoza’s hoge brein, Maar fanaten roken gevaar en hoorden ‘n heidens geluid Over d’antichrist en atheïst. Voor de derde keer in de zone Van levensgevaar moest de slijper zich wel verdedigen In een apologie, zoals werd gedaan tegen driftige rabbi’s. Hij goddeloos? Die de Schrift als geen ander op zijn duim Kend’en begreep en minde. Daar zal de wereld van lusten! Klanten voor brillenglazen moesten wachten. Dringender Was nu het verweer tegen’t calvinistisch grove onbenul. Opnieuw wordt ‘n traktaat geboren dat niemand verwachtte Niet kort nu, maar achttien theologische hoofdstukken. Die de wetenschappelijk’ analyse van de Schrift doen Monden op politieke conclusies van totaal andere orde Dan de gebruiklijke uitleg van de scheiding der machten.
Spinozagezangen 9
Spinoza's bibliotheek Rijnsburg
Bijgloof, overgloofsheid van’t Latijn, is Spinoza’s startpunt. Dat wil hem zo graag de muil smoren en liefst de nek breken. Voordat hij ‘t protestante hollandse bolwerk helemaal besmet Met z’n goddeloze nepgeleerdheid. De bijbel moest hij lezen. ‘t Zal gebeuren. De Schrift wordt nu d’onverzetlijke steunbeer. Geanalyseerd tot het bot om van d’ Openbaring niets te missen. Wat verkondigen de profeten? Raadselachtig zijn z’altijd, Variabel ook en onbestendig, verstandelijk niet te vatten. Maar kern van hun preking is zeer zeker d’oproep tot Gerechtigheid en liefde tot de naasten en volksgenoten. Dat is de wet van Mozes en Jahweh’s wil. Zo dien je God en Heb je hem lief. Verder hoef je niets te beamen of te doen. Ook de profeet Jezùs van 't nieuwe verbond verplicht tot niets Dan wetsgetrouwheid en inzet voor ‘t vaderland om iedereen Tot lichaamlijk’ en geestlijke welstand te bevorderen. Geen heil Of onheil, loon of straf staat te wachten in ‘t hemels gewelf Of na ‘t aardse bestaan. Geluk of ongeluk is hier alleen te Beleven of t’ondergaan. Dit alleen is d’heilige boodschap.
Spinozagezangen 10
Eerste Nederlandse vertaling van de TTP uit 1693.
Wat de priester op het altaar bidt en predikant vertelt Op preekstoel als gods woord bevat in d’heil’ge Schrift, Is meer ‘t illusorisch toverwoord om ‘t brein te bespelen En glovigen te formeren en te leren leven naar hun zin. Kundig’en geleerde lezing van dat Boek onthult d’aards’ En seculier’ historie van een volk in wisselvalligheden Waar helden met gezag het leiden tot gemeenzaamheid. Slechts kerklijke bedriegers verstaan ‘t om de politieke les Te missen: “‘t hoogste wat men kan presteren is vroom Zijn jegens ‘t vaderland” / summum quae praestari potest Pietas erga patriam. Niets daaronder en niets daarboven. Dit alleen is d’inhoud dier theologisch politieke stukken, Met als toegift ‘n fel pleidooi voor libertas philosophandi, Wat welzeker als poneren of verdedigen ener stelling Anders is dan ‘t ventileren van zo maar ‘n wilde mening.
Spinozagezangen 11
Spinoza's Ethica (appendix)
Onze helderziende opticiën bracht Des Cartes ten val En verkaart t’WIT als ‘t weerkaatste licht op ‘t gladde vlak. Hoofdzaaklijk echter is Baruch nu ook geratificeerd als Op bijbelse bodem in geen opzicht ‘n verwijtbaar burger. Wat nu te doen staat en niets minder dan erg urgent is: ‘t Ontwerp ener nieuw’ anthropologie, waarin de mens Gezien en begrepen wordt in een kosmisch perspectief, Als eerder grof getekend in zijn jeugdige verhandeling. Welke naam zou zoiets verdienen? In de Latijnse filosofie Had de Stoa van het griekse èthos daarvoor al ETHICA Gevormd, een woord dat goed past voor de benoeming Van de vernieuwde menskunde die nu vorm gaat krijgen. Die zal geen verzinsel zijn of ontspruiten aan de fantasie, Doch stoelen op streng geometrischerwijze redenering.
Spinozagezangen 12
Waar Middeleeuwen begonnen met ‘t bewijs van Gods bestaan, Was ‘t albeginsel voor Spinoza meer dan evident het universum. D’algebraïsche mechaniciën kan niet anders denkend overwegen Dan dat elke oorzaak weer zijn oorzaak heeft en noodzaaklijk is en Dat dit physicalisme zich grenzenloos voortzet tot d’eindeloosheid. Wat vóór ons, achter en boven ons zich uitstrekt is alles materie: Het onontkenbare geheel van alle bewegend’ en verbonden zaken, Die we samen simpelweg moeten poneren als dé zelfstandige Stof. Waarom dan geaarzeld voor zijn scherpste typering: SUBSTANTIE? Mensen bestaan niet, althans niet als aparte dingen. Ze zijn slechts Wijsjes, waarin ‘t substantiële geheel zich uitdrukt en z’n liedje zingt. Alle denkbare talloze eigenschappen moeten daaraan worden toe- Gekend, niet slechts die w’in onszelf beleven als tast- en denkbaar. Onze nieuwe god bezit wel meer dan d’attributen van stof en geest.
Spinozagezangen 13
Gedenksteen Spinozahuis Den Haag
Effect van goddelijk’ oorsprong is MENS geheel geframed En is ie niet ‘n tweeledig schepsel, gestuurd door innerlijke Piloot, een geestelijke wil die zou bepalen wat lichaamelijk Gebeurt. De beschikking van zijn gedrag geschiedt enkel Door wat hem van buitenaf overkomt, door d’aandoeningen Van’t organisme, die wel steeds worden waargenomen als Een innerlijk licht dat alle fysieke veranderingen reflecteert. In MENS geschiedt wat d’hele substantie ideëel doortrekt Niets bestaat er dat zich niet bewust is en zichzelf niet als Enig object kent. Wat men in d’omgeving schouwt en hoort Is niets dan ervaring van zichzelf, eigen lichaam als gedacht. Geen wonder dat de orde van de lichaamsveranderingen en Die van d’ideeënwijzigingen nauwkeurig aan elkaar gepaard Zijn. Weg, o mens, met j’illusoire autonome wilsbepalingen. Je bestaat als zich denkend ding niet uit ‘n ziel en ‘n lichaam.
Spinozagezangen 14
Standbeeld Spinoza in Amsterdam
Geen twee-eenheid dus is MENS, doch zich reflecterende body. Alles merkt’ie wat daarin gebeurt; elke wijziging gewaarwordend D’aanslag daarop als pijn, bloemengeur in de neus als welriekend. Knallende luchtwervelingen als onuitstaanbare geluiden in d’oren. Alsof hij in de kern van zijn wezen door’t venster van zijn huid op De buitenwereld is gericht en alles wat hij voelt niet in ‘m gebeurt. D’ervaringen hopen zich op als figuren en beelden in z’n binnenste, Eigenlijk co-producten van ‘t eigen lichaam en de externe factoren. Een reservoir van verbeeldingen over d’omgeving vult ‘t geheugen. Concrete voorstellingen doen ‘m automatisch positief of afwerend Reageren op wat hem aangenaam treft of gevoelsmatig tegenstaat. Ze geven niet de werkelijkheid weer van het gebeuren buiten hem, Maar bedriegen hem daarover. Toch geleiden ze helemaal ‘t gedrag. Niets houdt dit tegen. MENS is wezenlijk een complexe reactie op Alles wat hem overkomt: begeerte, liefd’ of haat, actie in de passie.
Spinozagezangen 15
Natuurlijk is ‘t heelal een organism’ als bomen, dier en MENS Met volop roerige delen in wijzigend’ onderlinge verhouding. Doch vergete men niet d’onderliggend’ en alles beheersende Quantummechanica, waarin atomen cirkelen en klonteren of Juist botsen als kogels op elkaar geworpen volgens ‘t stramien Van onbreekbare wetmatigheid. Ook MENS is in het machinaal Geheel geen uitzonderlijk deel, dat niet als de machine bepaald Zou zijn van buitenaf, hoezeer hij ook zijn beweging beleeft als Door hemzelf gestuurd en gericht. Mijn streving is fysische drift, Gedreven transport, niet slechts in liefd’ of gevoelig medelijden, Ook in opgetogen opwinding of uitbarstend’ onstuitbare woede. Spinoza’s ‘conatus’ is begerige aanzet maar als fysische reactie.
Spinozagezangen 16
Zegel van Spinoza: Caute, wees voorzichtig!
MENS is organism’ in en als perfecte machine Technisch vernuftig gecomponeerde structuur Exponent en expressie van ‘t machinale heelal, Al wat in hem geschiedt is extern geëffectueerd. Wat meer is: alles wordt ook intern gereflecteerd In ‘t bewustzijn dat ‘t eigen lichaam objectiveert In concrete beelden opwellend via zenuwbanen In het brein dat ze vergelijkenderwijs generaliseert In d’abstract’ en helder gevatte algemene noties. Daarmee zien en begrijpen we d’eeuwigheid van de Kosmos niet alleen, doch ‘sentimus experimurque Nos aeternos esse’ / voelen en ervaren w’ons eigen Eeuwigheid. Niet door methodische deduceringen Bereiken we dit punt van gelukkigmakend’ intuitie Maar enkel door wat ons toevalligerwijs ervarings- Matig overkomt en zich in meer en meer onderlinge Relaties strak verbindt tot ‘t internet van dwingende Ideeën der Substantie, die MENS noodzakelijk dan In verrukking schouwt en in volmaakte rust geniet. Dit is het slotgezang van deze dichter over de weg Naar ons heil en geluk volgens Spinoza’s onderwijs In zijn ETHICA, welks vijfde deel is gecomponeerd Onder invloed van Bouwmeesters’ stevige kritiek Zie ‘t bewijs geleverd in Wim Klevers “Hoe men Wijs wordt....” in DE ZEVENTIENDE EEUW.