Maarten van Buuren, Spinoza, vijf wegen naar de vrijheid, uitgeverij Ambo/Anthos, uitgevers Amsterdam, 238 blz., €19,50 (ISBN 9789026333958 ) Van Buuren is een Nederlandse academicus op emeritaat, een docent Franse literatuur. Kijken naar filosofie, inzonderheid die van Spinoza, door de bril van andere disciplines kan verfrissend werken. Dat is alvast mijn leeservaring. Laten we dus eens kijken wat ons tussen voor-en achterplat aangereikt wordt. Banvloek Het boek telt zes hoofdstukken. Na een kort Vooraf begint de auteur zijn boek met Spinoza verbannen uit de synagoge, dan volgen vijf hoofdstukken die elk een weg naar de vrijheid behandelen. Elk hoofdstuk begint met een cursief gestelde tekst die bondig de essentie vertelt van wat volgt en besluit met een notenapparaat dat naast verwijzingen ook interessante beschouwingen bevat. In een epiloog houdt van Buuren ten slotte een Pleidooi voor een natuurlijke ethiek. De auteur begint dus zijn verhaal met Spinoza’s verbanning uit de synagoog: voor betrokkene het begin van een spirituele reis die van Baruch naar Benedictus leidt. Een van de sleutelwoorden in de ban ‘monsterlijke handelingen die hij beging’ (even verder door de auteur afgezwakt als ‘slechte handelingen’) wordt verklaard door een vaak aangehaalde hypothese, meer bepaald door te verwijzen naar de overtreding van Vijfde Gebod, gebrek aan piëteit voor ouders. Niet alles in die hypothese klinkt even geloofwaardig. Zelfbeschikking Dan beschrijft van Buuren Spinoza’s vijf wegen naar vrijheid. Wie de eerste weg inslaat, vervangt de transcendente god van de boekreligies door de immanente god van Spinoza: God of de Natuur. Verbeelding vervangen door rede is een juk afwerpen, zich emanciperen, vrij worden. In dit hoofdstuk wijst de auteur ook op ‘misverstanden’: Spinoza gebruikt woorden waarvan hij de betekenis en cours de route wijzigt, en soms benoemt hij een en dezelfde zaak (‘ziel’ bijvoorbeeld) met verschillende woorden. Of het slordigheden zijn dan wel een tactisch spel van Marranenzoon Spinoza, kan ook de auteur niet met zekerheid vaststellen (hoofdstuk 1). De tweede weg naar vrijheid is ‘zelfbeschikking’: door het veroveren van autonomie wordt de mens vrij. Dat komt neer op het afwerpen van zijn slavenmoraal: knecht van niets of niemand. Dat vergt zelfstandig denken, gebaseerd op rede én zelfstandig handelen op grond van redelijk inzicht (hoofdstuk 2). Met de Nietzscheaanse ‘Wil naar Macht’: slaat van Buuren de derde weg in naar vrijheid. Hier komt het begrip conatus (levensimpuls) aan de orde, hoe het in de 17de eeuw begrepen werd en de radicale draai die Spinoza eraan geeft. Van Buuren identificeert conatus met wil tot macht… Wie zijn macht vergroot, volgt zijn natuur en emancipeert zichzelf, wordt dus meer vrij. Dovemansgesprek De vierde vrijheidsweg bewandelen, is zich op weg begeven naar de intuïtie. Dit hoofdstuk is erg interessant en begint met een verhelderende uiteenzetting over het dovemansgesprek tussen de Engelse natuurkundige Boyle en Spinoza. Een dovemansgesprek omdat beide heren vanuit een different paradigma naar de natuur kijken. Verder komt ook Spinoza’s kenleer aan bod. De auteur ziet in de drie kenwijzen (verbeelding, rede, intuïtie) geen lineaire trapconstructie zoals dat meestal wordt gesteld, maar een driehoeksconstructie. Een eigenzinnige visie, maar een visie die een oplossing biedt voor het vreemde feit dat Benedictus’ denken opgestart wordt vanaf een intuïtief inzicht, waarna hij drie kentrappen construeert met als laatste en hoogste trede de intuïtie: een kenwijze die de filosoof spijtig genoeg slechts wazig in beeld brengt. Via intuïtieve schouwing dringt de mens door tot de diepere kern van de dingen hun samenhang en oorsprong, de substantie, God of de Natuur. Dat inzicht genereert blijdschap en werkt bevrijdend (hoofdstuk 4). De richtingaanwijzer naar de vijfde vrijheidsweg luidt: Eendracht maakt macht. Van Buuren die van ‘slagzinnen’ houdt, recupereert die spreuk (weinig overtuigend) voor de 17de eeuwse Republiek der Verenigde Nederlanden. Dat zijn slagzin de Belgische wapenspreuk is, blijft onvermeld: 'L’union fait la force' of zoals ten onzent wel eens gezegd wordt: ‘L'union fait la farce’. Maatschappelijke samenwerking versterkt (vreemd genoeg) de macht van het individu en genereert meer vrijheid (hoofdstuk 5). In het laatste hoofdstuk worden liberalisme en utilitarisme in verband gebracht met Spinoza’s filosofie, die ermee wordt geactualiseerd. Van Buuren meent dat ‘Spinoza’s vrijheid’ het liberalisme van heden kan helpen om de paradox tussen maximale individuele ontplooiing en algemeen maatschappelijk belang op te lossen. In dit hoofdstuk gaat de auteur wat dieper in op de (ogenschijnlijke) tegenspraak tussen determinisme en vrijheid zoals Spinoza dit begrip invult (hoofdstuk 6). Van Buuren besluit zijn boek met een pleidooi voor een natuurlijke ethiek, in de lijn van Spinoza’s denken. In dit slotstuk legt de auteur de grote gelijkenissen uit tussen de ethiek van de Late Stoa (Cicero, Seneca, Marcus Aurelius, Epictetus) en die van Spinoza, met nadruk, uiteraard, op de eigen stempel die de filosoof altijd drukt op de geleende bouwstenen waarmee hij zijn systeem opmetselt. Blijheid, vrijheid, determinisme Hoog tijd om te landen. Wat is dit nou voor een Spinoza-boek? Maarten van Buuren doet verslag van zijn persoonlijk onderzoek naar kernbegrippen en kernopvattingen van Spinoza, meer bepaald naar de wijze waarop de filosoof schrijft en denkt over het begrip ‘vrijheid’. Hij is een Spinozabewonderaar, maar een bewonderaar die in staat is te relativeren. Enerzijds wordt Spinoza kwistig omkranst met woorden als ‘verbluffend’, ‘revolutionair’, ‘adembenemend’, anderzijds benadrukt van Buuren vaak Spinoza de Eclecticus, de filosoof die steeds weer ideeën put uit millennia oude filosofische tradities uit Oost en West. Ook ‘misverstanden’ (dubbelzinnigheden) en zwakheden van Spinoza’s systeem worden niet weggemoffeld. Spinoza werd geregeld geclicheerd als de ’Filosoof van de Blijheid’, de ’Filosoof van de Vrijheid’, maar Spinoza is ook de ’Filosoof van het Determinisme’. Een titel die heel wat minder cool klinkt dan de eerste twee… Spinoza ’s denken benaderen door vijf wegen naar vrijheid in kaart te brengen is alvast een origineel opzet, maar er kleven ook nadelen aan. Vooreerst: de lezer verneemt niet of op onvoldoende wijze hoe elk van die vrijheidswegen in overeenstemming kan gebracht worden met het Spinozaans determinisme: die tegenstelling wordt, als gezegd, alleen in het laatste hoofdstuk wat uitvoeriger (en m.i. niet helemaal ad rem) behandeld. Vervolgens verdrukt het vrijheidsthema de spanningsboog die Spinoza’s leer omvat: het uittekenen van één samenhangende weg naar meer menselijk geluk en hoe zijn wereldbeeld, ontologie, kenleer en mensbeeld in elkaar grijpen om daartoe te komen. Het betoog van de auteur wordt uiteraard gebaseerd op de Spinoza’s geschriften. Maar hij maakt meer gebruik van pre-Ethica teksten dan van de Ethica zelf. Voor de politieke filosofie is dit gepast, voor andere leerstukken heel wat minder of helemaal niet. De geschriften die de Ethica voorafgaan, informeren ons over Spinoza’s denken in progress, niets over de definitieve opvattingen van de meester. Een eeuw geleden al beweerde goeie ouwe J.D. Bierens De Haan: ‘Voor de kennis van Spinoza’s wijsbegeerte is de Ethica de voldoende bron. Zij omvat het stelsel van den denker in zijn geheel en is in zichzelf volledig.’ (Uren met Spinoza, 2de dr., Baarn 1917, blz. 1-2). De evidentie zelf. Uitdagend Taalwetenschapper van Buuren vertelt ons in zijn Vooraf dat hij monnikenwerk verrichtte om de betekenisverschuivingen van een twintigtal sleutelbegrippen van Spinoza o.a deus, jus, virtus, ratio,… in kaart te bengen: wat graag had ik in het boek een appendix aangetroffen met een synthese van zijn bevindingen… Wie interesse heeft voor Spinoza kan van Buurens boek niet ongelezen laten. Maar het is geen algemene introductie tot Spinoza’s filosofie. Lezers die met Spinoza en zijn leer vertrouwd zijn, zullen er meer plezier aan beleven. Spinoza, vijf wegen naar de vrijheid is een boeiend én uitdagend boek: het bevat eigenzinnige interpretaties en tegendraadse visies die, kan ik mij voorstellen, bij hoera-spinozisten op de maag zullen liggen. Maarten van Buuren bewijst met dit boek alweer dat filosofie in het algemeen en de Spinozafilosofie in het bijzonder té belangrijk zijn om ze over te laten aan vakfilosofen: een dooddoener van formaat, jawel, maar daarom niet minder waar… Comments are closed.
|
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |