Thibaudet en Spinoza? Het heeft niet veel om het lijf. Maar een woordje mag wel. Vooral dan om Thibaudet even aan de lezer voor te stellen. Een tip misschien pour les férus de littérature française, en eigenlijk ook als opstapje naar enkele blogartikels die ik voorbereid over Alain, Lagneau en Spinoza. Coryfee In de Lage Landen is Thibaudet (+ 1936) zo goed als volslagen onbekend. Zelfs in het Paradijs van Marianne is hij vandaag niet meer dan een schim. En toch. Deze Fransman studeerde filosofie bij Bergson (een Spinozavriendje) en was in de vorige eeuw, gedurende het interbellum, dé coryfee van de Franse literatuurcritici. Zijn artikels in de NRF (Nouvelle Revue Française) werden druk gelezen, erg geprezen en oefenden grote invloed uit. Thibaudets Réflexions sur la littérature werden enkele jaren geleden volledig uitgegeven in de reeks Gallimard Quarto (1). De tekstbezorger jubelt: 'Par leur savoir, ce sont les Lundis du XXième siècle; par leur sagesse, ce sont nos Essais' (2). Dat laatste is natuurlijk twee bruggen te ver en niet meer dan gebruikelijke achterplatonzin. Dat neemt niet weg dat Thibaudets literaire kritieken nog steeds het lezen waard zijn en er wijsheidsparels in verborgen zitten die de lezer er graag zal willen uit opvissen. Ze werden gepubliceerd (enkele posthuum) tussen 1912 en 1938. Zeven Réflexions vermelden en passant Spinoza in verbanden die er hier niet toe doen. Hieronder het voornaamste: in het artikel Mémoires kraakt hij Baillet en Colerus, respectievelijk biografen van Descartes en Spinoza : ‘Il n’y a rien de plus insipide que les vies de saints laïques’. Dat er brood gebakken wordt voor lieden die Spinoza een aureool toewensen, is mij bekend, maar dat Descartes, soudard-philosophe en dienstmeidenminnaar in de categorie van de saints laïques thuis hoort, is nieuw voor mij… De waarheid in pacht In het artikel Journaux intimes (1927) wijst Thibaudet op het celibaat, in de wereld van de (echte) filosofen sedert het Hellenisme (vanaf de 3de eeuw v.C.) een courant verschijnsel. De auteur citeert Nietzsche die beweerde dat een getrouwde filosoof thuishoort in een komedie. ‘Ni Descartes, ni Malebranche, ni Spinoza, ni Leibniz, ni Kant, ni Condillac, ni Schopenhauer, ni Renouvier n’auront place dans la comédie conjugale.’ Albert vergeet evenwel in het lijstje onze vriend Sören Sok (Kierkegaard) te vermelden, toch hét schoolvoorbeeld van het dilemma ‘denken of trouwen?’. Thibaudet betrekt ook het Rooms-christelijk celibaat in zijn beschouwingen, wat het een actuele bijklank verleent. De langste tekst die Thibaudet over Spinoza pleegt, staat in een artikel dat de titel draagt Les cahiers de Barrès. Dat artikel wordt besloten met een kort deeltje onder de hoofding Spinoza, Lagneau, Bergson. Maurice Barrès (1862-1923) kreeg in het Lycée de Nancy les van Lagneau, die ook leermeester was van Alain (1868-1951). Het boterde niet tussen meester en discipel; het kwam zelfs tot een breuk. Barrès schrijft erover in zijn Cahiers. Lagneau (1851-1894), zo vertelt Barrès in dat verband, zei hem ooit eens, blijkbaar met al te veel nadruk: ‘M. Barrès, nul philosophe n’a possédé la vérité, mais rappelez-vous toujours que c’est Spinoza qui l’a approchée du plus près’. Thibaudet voegt eraan toe, dat die teneur ook doorklonk bij Bergson, toen die in het Collège de France over de Ethica doceerde (3). En ook al bij Leibniz, die Spinoza beschouwde als een Mozes die de filosofie naar het beloofde land voerde zonder het evenwel te betreden. En bij Schopenhauer, die Spinoza zag als het Oude Testament, zichzelf als het Nieuwe! Thibaudet besluit in dit verband: ‘Cette idée d’un Spinoza corridor, condition et non terme de la vérité, ce spinozisme dynamique, paraît bien un thème profond de notre philosophie’. ______ (1) Albert Thibaudet, Réflexions sur la littérature, Paris, 2007. (Quarto Gallimard). (2) Sainte-Beuve dé literaire criticus van de 19de eeuw is de schrijver van o.a. Causeries du lundi (1851-1862) en van Nouveaux lundis (1863-1870). Wie hem niet mocht, noemde hem Sainte-Bévue. Alain klasseerde hem bij les trois bedeaux de la littérature (Taine en Renan, zijn de twee andere kosters); de Essais zijn van Michel de Montaigne (1533-1592). (3) Thibaudet, vermeldt in een noot, dat Bergson meermaals over Spinoza doceerde en meer bepaald in 1907 Spinoza’s theorie van de wil behandelde en in 1910-1911 de TIE. Comments are closed.
|
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |