Bij de 200ste verjaardag van de geboorte van Karl Marx (1818-1883)Tweehonderd jaar geleden werd in de Duitse Moezelstad Trier Karl Marx geboren. Dat wordt daar en elders in de wereld herdacht. Maar niet zonder bijgedachten, want deze 19de-eeuwse Duits-joodse denker had al bij leven een bar slechte reputatie. Die is er in de 20ste eeuw nog flink op achteruit gegaan: wat er onder de vlag van zijn geschriften in die eeuw werd uitgespookt, behoort tot de meest afschuwelijke en bloedigste bladzijden in het zwartboek van de geschiedenis. Tientallen miljoenen mensen werden geofferd op de proletarische altaren van Marx: zij moesten hun leven geven voor een betere wereld die er uiteindelijk nooit kwam. De vraag dringt zich op: is het allemaal de schuld van baardman Marx? Jean Ziegler ( °1934) hoog bejaard socioloog, gewezen professor (Genève, Parijs) en marxist met een niet onbezoedeld blazoen, kan zijn drang om het rode evangelie te verspreiden niet opgeven. Zonet publiceerde hij Le capitalisme expliqué à ma petite-fille (en espérant qu’elle en verra la fin). Toen hij die publicatie op tv presenteerde, beweerde hij, tussen neus en lippen maar in alle ernst, dat Stalins misdaden (denk aan massa-executies, goelags, miljoenen hongerdoden) evenmin in Marx schoenen kunnen worden geschoven als de inquisitie en haar talloze brandstapels in de sandalen van de evangelische christenen. Een aardige kronkel om forumrecht te geven aan seculiere en religieuze ideologieën met maligne trekken... Tja. Wat te denken? Is het de ideologie die met de vinger moet gewezen of is het de ideologische vendelzwaaier en de (domme) massa’s die hem volgen die de Zwarte Piet moet worden toegeschoven? Voor minder dan geen geld We grijpen de Karl Marx' herdenking aan om zijn hoofdwerk, Das Kapital, nog eens ter hand te nemen. Net als Spinoza’s Ethica een van die wereldberoemde boeken waarvan iedereen de titel kent maar die slechts weinigen volledig tot zich nemen laat staan begrijpen. Ik beschik al vele decennia over de editie van 1932 met het gereputeerde voorwoord van Korch. Het is een soortement ‘standaardeditie’, gebaseerd op de tweede uitgave die Marx zelf nog onder handen nam en goedkeurde. Die editie werd zopas herdrukt, gebonden in (uiteraard) rood leer en te koop voor de spotprijs van € 10. Gezien het een Marx-jaar is en ik voor minder dan geen geld Kapital-bezitter kan worden, besloot ik deze heruitgave aan te schaffen. Het gaat hier tenslotte toch om een van de grootste filosofen ever en zonder twijfel over de meest invloedrijke... In de editie van 1932 (ook afgedrukt in de heruitgave) staat een met Duitse grondigheid opgesteld register. Dat leert mij dat Marx in Das Kapital Spinoza driemaal vermeldt:
Deze Spinoza-vermelding mag worden beschouwd als een late echo van de Philosophenstreit die Friedrich Heinrich Jacobi (1742-1819) in 1785 (ongewild) deed ontbranden (1).
Onverklaarbare feiten waren immers in Spinoza’s ogen een gruwel. Zijn naturalisme vereist immers dat voor alles, alles zonder enige uitzondering, een verklaringsgrond bestaat: een voldoende (of afdoende) reden. Het ‘postulaat de voldoende reden’ is een van de impliciete axioma’s van zijn filosofie (2). In feite ruilt Marx hier lood om oud ijzer: de Vulgärökonomen noemen economische wetmatigheden ‘schijn’, Marx ruilt die vorm van onwetendheid in voor een andere vorm van onwetendheid, een postulaat, dat hem toelaat ‘economische ‘wetmatigheden ’ af te kondigen.
Marx verwijt in dit derde fragment dat populair-economisten geen oog hebben voor het antithetisch aspect van handelingen. Marx’ dialectiek leert dat een these ook een antithese oproept. Om in casu zijn tegenstanders hiervan te overtuigen, verwijst Marx naar Spinoza. Die schrijft op meer dan een plek, dat het geven van een bepaling ook impliciet een negatie insluit. Hoe nauwkeuriger een definitie van iets wordt geformuleerd, des te meer zal het voorwerp ervan onderscheiden en afgezonderd worden van al het overige. Een these die meteen ook een antithese oproept. ____ (1) Het startschot van de Pantheismusstreit werd gegeven door Frederich Heinrich Jacobi die in 1785 anoniem een boekje uitgaf met de titel Uber die Lehre des Spinozas in briefen an den hern Mozes Mendelsohn. In de loop van de discussie heette het boekje, dat in 1789 een tweede meer uitvoerige editie kende, kortweg ‘das Spinoza-Büchlein’. (zo genoemd door Matthias Claudius). De these van Jacobi was dat Spinoza’s leer de zuiverste vorm van pantheïsme was die men zich denken kon en Spinoza’s leer puur rationalisme en derhalve atheïstisch. Jacobi trad in discussie met Mendelsohn, Lessing, Goethe en Herder. De discussie spitste zich toe rond volgende probleemstellingen:
(2) Het postulaat van de voldoende reden (PVR). Dit postulaat kan als volgt worden geformuleerd: als X bestaat, dan is er ook een Y waarvoor geldt dat Y reden (of oorzaak) is voor het bestaan X. In de opvatting van Spinoza is er geen plaats voor het bestaan van een redeloos feit of een redeloze gebeurtenis. Het PVR is een postulaat, d.w.z. dat het niet bewijsbaar is, maar wel dient aanvaard. De totale filosofie van Spinoza steunt op dit postulaat. (3) Vertaling van de citaten: W. Schuermans. Comments are closed.
|
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |