Michel Onfray, enfant terrible van de actuele Franse filosofie, publiceert momenteel een Contre-histoire de la philosophie. Negen delen zijn reeds verschenen. Wie genoeg heeft van traditionele filosofiegeschiedenis, die steeds maar wordt over- en nageschreven, kan voor een verfrissend bad terecht bij Onfray en zijn alternatieve aanpak. Je hoeft het niet altijd met hem eens te zijn om te kunnen genieten van zijn boude visies en rake formuleringen. In het derde deel van voornoemde Contre-histoire behandelt hij ’Les Libertins baroques’ (1). Onfray situeert die barokke libertijnen tussen twee data: 1592, het overlijden van Montaigne, en 1677, het overlijden van Spinoza. Hij behandelt in het boek achtereenvolgens Charron, La Mothe Le Vayer, Saint Evremond, Gassendi, Cyrano de Bergerac en als hekkensluiter, jawel, Spinoza. De eerste drie worden in het deel Les Libertins fidéistes besproken, de laatste twee in het deel Les Libertins panthéistes. Met uitzondering van Spinoza zijn het denkers die in scholastieke filosofiegeschiedenissen niet of nauwelijks aan bod komen. Filosofisch portret Wat hebben Libertijnse barokfilosofen met elkaar gemeen? Onfray onderkent een gemeenschappelijke origine die hij terugvoert op Michel de Montaigne en, in hun denken, drie révolutions: op het vlak van methode, ethiek en religie. Wat de origine betreft: het zijn Montaigne-lezers, die 1492 indachtig zijn en filosoferen met het schrikbeeld van de godsdienstoorlogen in het achterhoofd. De libertijnse denkers hanteren een sceptische methode. Zij knopen opnieuw aan bij de wijsheid van de antieke denkers om er een existentiële levenswijsheid uit te puren. Zij rehabiliteren de immanente epicuristische ethiek en het zijn of fideïsten, die het geloof opvatten als een genade Gods en zo de rede vrij spel kunnen geven, of pantheïsten. In het laatste hoofdstuk Spinoza et ce qui conduit à la joie, wordt Benoît door Onfray gekarakteriseerd als een man die een epicuristische levenswijze in de praktijk bracht en een eigenzinnige hedonistische filosofie ontwikkelde. Tot slot wil ik de lezer Onfrays filosofisch portret van Spinoza niet onthouden: ‘Etrange Spinoza! Son matérialisme sans matière, son Dieu sans transcendance, son hédonisme sans corps, son épicurisme sans atomes, son éthique sans morale, sa religion sans dogmes, son éternité sans arrière-mondes, sa liberté sans libre arbitre, son désir sans chair, ses vertus sans devoir, voilà une étrange pensée oxymorique! Donc baroque.’ Zijn lichtvoetig en zwierig Frans sleept je soms mee in een leesvaart die verhult met welk een vaart hij over zijn materie heen vliegt. Maar toch: zijn grote eruditie levert knappe syntheses af. Wie het onderdeel Spinoza leest (van blz. 237 tot blz. tot blz. 273) heeft meteen een basis. ____ (1) Michel Onfray, Contre-Histoire de la philosophie, T. III, Les Libertins baroques, Le Livre de Poche, (biblio essais), Paris, 2012. Deze libertijnen niet verwarren met 18de-eeuwse libertijnen, die met wellust de volle vrijheid van denken en leven omhelzen. Comments are closed.
|
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |