Maarten van Buuren, De essentie van Spinoza, ISVW 2017, 132 blz., € 14,95. (ISBN 9789491693908) Ik besprak eerder al Spinoza, Vijf wegen naar de vrijheid, het eerste Spinozaboek van van Buuren. Zopas publiceerde Maarten, die kennelijk zijn Spinozapijp nog niet aan zijn patroonheilige geeft, een nieuw Spinozageschrift. De titel, De essentie van Spinoza, doet het boekje noodzakelijkerwijs wat zuiniger uitvallen dan de lijviger eersteling: het telt slechts 136 bladzijden. Dat vreet alvast minder aan je tijd. Maar: las je van Buurens eerste Spinozaboek, dan verneem je in dit nieuwe boekje weinig of niets nieuws. De auteur doet het allemaal nog eens dunnetjes over. Chauvinistische Bataven De inleiding start met een obligaat Spinozabiografietje dat ongegeneerd fictie en feit vermengt. Een keertje maakt de auteur het wel erg gortig: een feit, vermeld in slechts één bron, vervangt van Buuren door een al eens eerder en elders vermeld verzinsel. Spinoza, zo leert de lezer, woonde dus nooit in Oudewater, maar studeerde in Leiden. Een voorbeeldje van ergerlijk Hollands chauvinisme? En passant wordt de ‘Vlaamse’ Brabander Justus Lipsius, geboren 1547 in Overijse en overleden 1606 in Leuven een Nederlander genoemd. Crassum ingenium! Die Bataven toch, ze zullen het wel nooit afleren… Van Buuren geeft vervolgens zijn visie op Spinoza’s ‘immense complexiteit’, te wijten aan een ‘kluwen van factoren’. De complexiteit wordt vooral, beweert hij, veroorzaakt door twee oorzaken: de gelaagdheid van de filosofie en, ja daar is ie weer, de dubbelzinnigheden van de Meester. De gelaagdheid is voor de auteur drievoudig. De telling valt wel wat magertjes uit en omvat niet eens de essentiële gelaagdheden: de joodse, de aristotelische, de cartesiaanse, et j’en passe… Wat de dubbelzinnigheden van Spinoza betreft, haalt Maarten zijn stokpaardje, de semantische inventaris van Spinoza’s sleutelbegrippen, nog eens van stal samen met een zucht over het ‘monnikenwerk’ om die samen te stellen. Misschien denkt hij eens beter na of het wel nodig en zinnig is om uit dat patersvaatje te tappen om met Spinoza's termen in het reine te komen. Natuurtoestand Na de inleiding volgen dan vier hoofdstukjes die De essentie van Spinoza uit de doekjes doen. De immanentie van God, Vrijheid (de 5 vrijheden van zijn eerste boek), De essentie van de dingen, Waarheid en passie. Alles gezien door van Buurens brilletje. Er zitten best interessante stukken in de tekst maar door de eigenzinnige stofbehandeling jaagt de auteur de samenhang van Spinoza’s filosofie (is ook dat niet essentieel?) de klippen op… Hoofdstuk 5 kopt Het concentrische ik. Het handelt o.a. over de politieke theorie van Spinoza alsof die een afzonderlijk deel van zijn leer uitmaakt: op de verbanden van die theorie met de rest van ’s meesters filosofie wordt niet gewezen. In de vergelijking Hobbes-Spinoza karakteriseert Maarten het verschil tussenbeide in de opvatting over ‘het sociaal contract’. Dat zou er niet zijn bij Spinoza…. hoezo? Het initieel samengaan in de natuurtoestand van zij die er de pars sanior van uitmaken, impliceert toch ook een vorm van verstandhouding, een vorm van impliciet contract? Een reëel bestaand verschil tussen hen is de opvatting van Spinoza dat de natuurtoestand in de geciviliseerde samenleving voortduurt. Van Buuren probeert dat duidelijk te maken met drie ‘denkexperimenten’. Ze vallen nogal slap uit en reduceren het begrip natuurtoestand tot double speak en het recht van de sterkste. In het onderdeel Het Concentrische ik doet de auteur een verdienstelijke poging (meer is het niet) om de kritiek op het natuurlijk egoïsme van de mens als motor van zijn denken en handelen te ontkrachten. Dat menselijk 'concentrische' ik steekt als een matroesjkapop in een onafzienbaar aantal andere en grotere matroesjka’s, waarvan de laatste de Natuur zelve is. De consequenties zijn voor Maarten ‘duizelingwekkend’: als het ik zichzelf bedient, dan zorgt het meteen ook voor al de andere en dus finaal ook voor de Natuur oftewel het Al. Zo wordt abject egoïsme gesublimeerd tot 'welbegrepen' altruïsme, als u tenminste meegaat met van Buurens interpretatie. Engerds Hoofdstuk 6 titelt Spinoza liberalist? Het tweede onderdeel ervan draagt de branietitel Spinoza Marxist? Er zijn al intelligentere vragen gesteld over Spinoza, zeg dat wel, maar Spinoza werd nogal eens voor de kar gespannen van neo-marxisten die in vorige eeuw de wind nog in de zeilen hadden. Zo vermeldt de auteur filosofische engerds als de Franse Louis Althusser, nu bekender wegens de moord op zijn vrouw dan voor zijn neo-marxistisch geschrijf en Antonio Negri, de Italiaanse filosoof-terrorist, die men in de cel draaide omdat hij betrokken was bij de moord op Aldo Moro (1978), voormalig premier van Italië. Spinoza marxist? Spinoza een marxist avant la lettre noemen is misplaatst, stelt van Buuren, maar ‘het is verheugend dat politieke filosofen van links-radicale signatuur inspiratie vinden in Spinoza’s werk (…)’ (blz. 104). Nee, met van Buurens hoofd is het kennelijk nog niet helemaal in orde. De Essentie van Spinoza is door ISVW uitgevers op klein formaat en verzorgd uitgegeven. Van Buurens boekje is niet gebonden zodat hij ook hier aan samenhang inboet. Wie het eerste Spinozaboek van van Buuren las, late dit boekje in de rekken van de boekverkoper. Wie dat niet deed, neme het tot zich: het spaart tijd (het is dunner) én geld (het is beterkoop). Dat het geschriftje vaak meer handelt over de Essentie van van Buuren dan over Essentie van Spinoza worde er dan maar bijgenomen. Comments are closed.
|
AuteurWilly Schuermans (...) uitgaande van den gezonden stelregel, dat men zich niet boven SPINOZA verheven moet achten voor en aleer men hem begrepen heeft. Willem Meijer (1903) SKL (Spinoza kring Lier)
Platform voor de studie en de verspreiding van het gedachtegoed van Benedictus Spinoza (1632-1677) Doorzoek de hele blog alfabetisch op titels en persoonsnamen.
Categorieën
Alles
Foutje ontdekt in een blogbericht? Meld het op
[email protected] Mijn andere sites! |